Samenvatting Basisboek Duurzame Ontwikkeling, Niko Roorda, 4e Druk
40 views 3 purchases
Course
Duurzame Samenleving
Institution
Saxion Hogeschool (Saxion)
Book
Basisboek duurzame ontwikkeling
Uitgebreide Samenvatting Basisboek Duurzame Ontwikkeling. Dit boek wordt behandeld in het tweede kwartiel Bestuurskunde/Ruimtelijke Ontwikkeling bij Hogeschool Saxion Deventer. Het boek wordt behandeld bij het vak Duurzame Samenleving. De samenvatting structuur is constant en er komen praktisch gez...
Hoofdstuk 1, Kennismaking met duurzame
ontwikkeling
Duurzame ontwikkeling heeft te maken met de verdeling van welvaart tussen de
verschillende delen van de wereld en nu. Maar ook met de verdeling daarvan tussen de
mensheid van nu en die van de toekomst.
1.1 Mens en natuur
Na de watersnoodramp in 1953, waarbij meer dan 1.800 mensen omkwamen, werd het
Deltaplan uitgevoerd. Dijken werden verhoogd en stormvloedkeringen werden in de
rivierdelta’s gelegd. Toch bleek Nederland niet veilig voor overstromingen. Zowel in 1993 als
in 1995 waren er overstromingen in de grote rivieren in Nederland. In de loop van 1995 werd
er gezocht naar oorzaken. Uit onderzoek en uit discussies bleek dat er een aantal oorzaken
was.
Oorzaken van rivieroverstromingen
Eén oorzaak van de rivieroverstromingen was, dat de rivieren gekanaliseerd zijn. Dat wil
zeggen dat kronkels en lussen, ‘meanders’, die oorspronkelijk in de rivieren zaten, zijn
rechtgetrokken. Dat is handig voor scheepvaart en dijken, maar onhandig is dat de rivier
sneller stroomt en minder volume bezit. Bij veel regenval is er voor de massa water niet
voldoende ruimte. Er zijn uiterwaarden maar die zijn vaak bebouwd met huizen en
boerderijen.
Er was nog een oorzaak voor het hoge water. Op grote schaal zijn bossen langs de rivieren
gekapt, niet alleen in Nederland, maar ook in andere landen. Er zijn in plaats van steden
aangelegd. Nu kunnen bossen het water een tijdlang vasthouden in de bodem, waardoor het
regenwater niet allemaal tegelijk de rivieren instroomt. Maar steden verminderen juist het
vermogen van de grond om water op te nemen. Daardoor perste het water zich door de
riviergeulen.
De strijd tussen de Nederlanders en het water is een voorbeeld van de relatie tussen mens
en natuur. We kunnen natuur gebruiken, en zelfs aan onze eigen wensen aanpassen. De
rivieren zijn gekanaliseerd, bossen zijn gekapt en steden zijn aangelegd. Maar deze
aanpassingen van het landschap kunnen ook rampzalig uitpakken in combinatie, door
bijvoorbeeld: kanalisering, kappen van bossen, de aanleg van steden en het broeikaseffect,
kwam er wateroverlast bij rivieren.
Het belang van de natuur is onderschat. Daardoor is uiteindelijk het tegendeel bereikt van
wat de bedoeling was. Er is sprake van een rebound effect, een ‘terugkaatsing effect’. Dat
treedt op als het succes van een bepaalde actie onbedoeld neveneffecten oproep die de
gunstige gevolgen van de actie verminderen of zelfs in het tegendeel doen omslaan.
Ruimte voor de rivier
Er worden al eeuwen dijken aangelegd en verhoogd. Als antwoord op de watersnoodramp
werden de deltawerken gebouwd. Al dit soort oplossingen zijn gericht op beheersing van de
natuur en op vertrouwen in eigen kracht. De gebeurtenissen van 1993 en 1995 maakten
duidelijk dat deze aanpak zijn grenzen heeft. De oplossing moest niet gezocht worden in
pogingen om met steeds meer eigen kracht de natuur te beheersen, maar juist door ons aan
1
,te passen aan de krachten van de natuur. En zo werd het programma ‘Ruimte voor de
Rivier’ geboren.
Uiterwaarde aan te leggen en ruimte te geven aan de rivier is erg goed en belangrijk. Een
bijkomend voordeel was dat het gebied onderdeel ging uitmaken van de ‘ecologische
hoofdstructuur’ van Nederland, een samenhangend netwerk van bestaande en nog te
ontwikkelen natuurgebieden in Nederland, gericht op herstel van de biodiversiteit en van de
veerkracht van de natuur. Dankzij ‘ruimte voor de rivier’ werden natte natuurgebieden met
elkaar verbonden ten behoeve van de rivier fauna. Ook werden er op diverse plaatsen oude
meanders van de rivier in ere hersteld of werden nevengeulen gegraven. In veel gebieden
kregen de rivieren weer een meer natuurlijke verloop.
Omslag in het denken
‘Ruimte voor de rivier’ is een fraai voorbeeld van duurzaam waterbeheer, waarvan de
verwachting is dat het lang volgehouden kan worden, ook als de temperatuurstijging als
gevolg van de klimaatverandering is de loop van de eenentwintigste eeuw verder doorzet.
Dat verklaart ook de term 'duurzaam', 'in de betekenis van geschikt om lang te blijven
bestaan’: het oude beleid, gebaseerd op pogingen om de natuurkrachten volledig te
beheersen, was niet meer vol te houden, het was onduurzaam.
Het woord beheersing is een kernachtige manier om het oude beleid in één woord samen
te vatten. Een geschikte term voor het nieuwe, duurzame waterbeheer is adaptatie, oftewel
aanpassing aan de krachten van de natuur. Zo’n term, die één woord een hele manier van
denken weergeeft, wordt een ‘paradigma’ genoemd. De omslag in het denken van
beheersing naar adaptatie is een paradigmaverschuiving die kenmerkend is voor veel
vormen van duurzame ontwikkeling.
De invoering van het programma ‘Ruimte voor de rivier’ betekende een forse verandering in
de infrastructuur van de watergebieden in Nederland. De verandering was nodig, omdat het
systeem een ‘weeffout’ bevatte: het was niet goed ontworpen voor de ontwikkelingen van
de eenentwintigste eeuw. Het creëren van ruimte voor de rivier betekent een boeiende
transitie, een fundamentele verandering van het systeem op basis van een
paradigmaverschuiving.
De nieuwe aanpak is een voorbeeld van duurzame ontwikkeling. Dat is een ontwikkeling die
leidt in de richting van een leefomgeving waarin de belangen van de mensen, de economie
en de natuur met elkaar in evenwicht zijn.
Duurzame ontwikkeling kan meestal het beste internationaal worden aangepakt. Je ziet dat
aan het voorbeeld van de rivieren: de oorzaken van de problemen bevinden zich in minstens
zes landen van Europa. Nederland kan in zijn eentje een deel van de oorzaken weghalen,
maar niet alle.
1.2 Rijk en arm
Vorige paragraaf ging het over mens en natuur. In deze paragraaf gaat het over de relatie
tussen mensen onderling.
Biotechnologie: Bijvoorbeeld: (witte) rijst bevat geen vitamine A. Het gebrek aan vitamine A
is slecht voor mensen en kan tot ziektes leiden. Door deze genetisch te modificeren
2
,(Genetische Modificatie) kunnen ze met behulp van de genen/ dna van gele narcissen
ervoor zorgen dat er vitamine A in de nieuw ontwikkelde rijst zit. Deze rijst wordt dan ook wel
het gouden rijst genoemd, door de kleur. Biotechnologie is duur. De bedrijven die zich ermee
bezighouden doen het niet uit liefdadigheid, maar uit winstverwachting. Dat zou tot gevolg
kunnen hebben dat zaden van zulke gewassen duurder zijn dan gewone zaden. De boeren
in de derde wereld hebben weinig geld, en het is dus maar de vraag of ze in staat zullen zijn
om zulke zaden te kopen.
Biotechnologie is niet zonder risico. Zo is er een kans dat er een ongewilde verspreiding van
genen optreedt, waarbij de ingebrachte genen in het vrije veld terechtkomen bij andere
gewassen, overgebracht door bijvoorbeeld insecten. De gevolgen voor het natuurlijk
evenwicht zijn dan onvoorspelbaar. Denk bijvoorbeeld aan giftige stofwisselingen op de rijst.
1.3 Problemen en successen
Wereldproblemen hebben vaak twee oorzaken. Een van die oorzaken is een teveel van
bepaalde dingen. Een rijkdom aan voedsel leidt bijvoorbeeld tot een teveel aan calorieën, en
dus tot typische welvaarts kwalen zoals verzicht en hart- en vaatziekten. Meer dan genoeg
geld om van alles te kopen leidt tot te veel afval, te veel uitstoot van broeikasgassen en te
veel gebruik van natuur en milieu.
Andere problemen komen juist voort uit een tekort, met name natuurlijk in de armere regio’s:
een tekort aan geld en (dus) aan voedsel, onderwijs, medische zorg, veiligheid en vrijheid. In
veel gevallen ook: een tekort aan democratie en eerbiediging van mensenrechten.
Op de ene plaats te veel, op de andere plaats te weinig: in veel gevallen gaat het dus om
een slechte verdeling. Veel van de problemen zijn dan ook niet enkel en alleen verbonden
aan de rijke of juist aan de arme landen, maar hebben te maken met de verschillen
daartussen. Die wisselwerking blijkt duidelijk uit een paar voorbeelden:
● De toestroom van allochtonen naar de rijke landen heeft te maken met de armoede
en onveiligheid elders, en de verwachting dat het in de rijke landen beter zal zijn.
● Terrorisme in rijke landen hangt, op zijn minst voor een deel, samen met de
achterstandspositie van burgers in andere landen met gevoelens van jaloezie en
wrok.
● Kinderarbeid in de derde wereld wordt mede in stand gehouden door de vraag
goedkope welvaarts producten vanuit het rijke westen.
● Zelfs ontwikkelingshulp kan onbedoelde bijeffecten hebben. Zo is het al menigmaal
voorgekomen dat schenkingen van gratis goederen in bepaalde landen de
plaatselijke kleine bedrijfjes, die met moeite trachten te overleven, kapot concurreren.
Korthom: eenvoudige oplossingen bestaan niet. De diverse grote problemen beïnvloeden
elkaar, en het lijkt wel alsof ze in een onontwarbare kluwen met elkaar verbonden zijn. Elk
ervan kan alleen worden opgelost als tegelijk ook vooruitgang geboekt wordt bij vele andere
problemen. Anders gezegd: wil je er één oplossen, dan moet je ze allemaal aanpakken.
Je hebt pessimisten en optimisten. Pessimisten hebben half gelijk: het is waar dat het slecht
met de mensheid zal aflopen, als we doorgaan met leven op de huidige manier. Maar ook
optimisten hebben half gelijk: er is alle kans dat het in werkelijkheid helemaal niet zo slecht
3
, zal aflopen. Alleen: vanzelf zal het niet gaan, er zal een buitengewone krachtsinspanning
nodig zijn.
Als het lukt om de voornaamste problemen voor een belangrijk stuk op te lossen, zal de
wereld voor veel mensen een stuk gezonder, veiliger en aantrekkelijker zijn dan nu. De
ontwikkeling in die richting wordt duurzame ontwikkeling genoemd.
Een duurzame samenleving: dat is een samenleving die lang kan blijven bestaan. De
huidige samenleving is niet erg duurzaam, vanwege roofbouw op het milieu, de ongelijke
welvaartsverdeling enzovoort. Maar als het lukt om daarin werkelijk verbeteringen aan te
brengen, kan de samenleving omgevormd worden tot een steeds meer stabiele, duurzame
wereld.
Vanwege de ingewikkelde samenhang van de verschillende problemen is voor duurzame
ontwikkeling de inzet en samenwerking nodig van allerlei soorten deskundigen, zoals
bijvoorbeeld technologen, economen, politici, sociologen, ontwerpers en biologen. Een
disciplinaire benadering (vanuit één vakgebied) is niet voldoende; alleen door een
interdisciplinaire samenwerking tussen al deze professionals kunnen de complexe
duurzaamheidsproblemen opgelost worden.
1.4 Twee dimensies: hier en daar, nu en later
Duurzame ontwikkeling leidt ertoe dat steeds meer mensen een behoorlijk leven kunnen
leiden en dat dat nog vele generaties lang zo zal kunnen worden volgehouden.
Dat betekent dat er twee kanten zitten aan duurzame ontwikkeling:
1. Een behoorlijk leven voor een steeds groter deel van de mensen
2. Deze behoorlijke samenleving blijft nog lang in stand
Steeds groter deel van de mensen: dat gaat dus om een verspreiding van welvaart over
meer en meer mensen. Je zou kunnen zeggen: een verspreiding van welvaart van hier naar
daar. Lang is stand heeft dan te maken met de toekomst, en dat zou je kunnen zien als de
verhouding tussen nu en later. Het een gaat over ‘plaats’, het ander over ‘tijd’: de twee
verschillende dimensies van duurzame ontwikkeling.
Toch zijn de begrippen nog wat zweverig en niet heel gericht. Natuurlijk valt er over deze
termen nog wel iets meer te zeggen:
● Een behoorlijk leven zal iets te maken hebben met voldoende voedsel, met gezond
voedsel, met schoon drinkwater, met weinig kans op besmettelijke ziekten, met
veiligheid, zoals bescherming tegen oorlog, terrorisme en natuurrampen, met hoed
onderwijs, met een goede kans op een baan op niveau, met een goed salaris, met
vrijheid, onder meer de vrijheid van meningsuiting, en dus ook met democratie en
mensenrechten.
● Een steeds groter deel van de mensen: een redelijk doel zou bijvoorbeeld kunnen
zijn dat het percentage mensen dat echt arm is, dat wil zeggen die moeten leven van
minder dan 1,25 dollar per dag, in een periode van 25 jaar halveert. Of je kunt als
doel stellen dat in 2025 alle kinderen naar school gaan. Dat is niet zo’n gekke manier
van denken, want dat is precies wat de Verenigde Naties zich als doel gesteld heeft
in de zogeheten Millenniumdoelen.
● Nog lang in stand: wel, het heeft niet zoveel zin om diep na te denken over een
wereld die letterlijk tot in de eeuwigheid zal blijven bestaan. Er kan gezocht worden
naar oorzaken die ertoe zouden kunnen leiden dat de menselijke samenleving tot
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller HugoBR. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.30. You're not tied to anything after your purchase.