Functionalisme: Het functionalisme wil vooral het functioneren van een samenleving als
systeem verklaren en benadrukken de functies die een samenleving ontwikkelt om te blijven
bestaan. Ze zien de samenleving als een op een unanimiteit georiënteerd systeem. Bij
veranderingen zal dit systeem zich aanpassen en een nieuw evenwicht creëren.
Gemeenschappelijke morele overtuigingen en sociale instituties zijn sociale stabilisatoren.
Alle actoren hebben een passende taak om de samenleving draaiende te houden. De ene
taak is minder belangrijk dan de andere, daardoor is daarvoor minder beloning en is er
sociale ongelijkheid. Deze ongelijkheid heeft dus een functie. Het verschil in beloning wordt
meestal ook gewoon als eerlijk gezien.
Conflict paradigma: Door maatschappelijke tegenstellingen ontstane conflicten zijn
bepalend voor een samenleving waarin telkens nieuwe tegenstellingen voor nieuwe
conflicten zorgen. Overeenstemming over waarden en normen ontstaat alleen als deze
wordt opgelegd door de dominante maatschappelijke groep. Ongelijkheid is de kern van de
samenleving en de huidige samenleving is het resultaat van conflicten. Ongelijkheid ontstaat
door machtsverschillen, verschil in mogelijkheid sociale contacten en hulpbronnen in te
schakelen. Dit geldt voor staten maar ook bijvoorbeeld voor bedrijven.
Sociaal-constructivisme: Onderzoekt vooral hoe actoren zelf de samenleving definiëren. Al
het menselijk handelen en menselijke interactie is gebaseerd op interpretatie. De sociale
werkelijkheid wordt gebouwd door onze eigen definities en meningen. Sociale ongelijkheid
komt dan ook door het beeld dat we over bepaalde groepen hebben. Denk aan het beeld
over vrouwen. Bindingen zijn nodig om de gemeenschap als geheel te laten draaien. Deze
bindingen zijn de keuze van het individu zelf (en dus niet afgedwongen zoals de
functionalisten zeggen).
Rationale actor paradigma: Dit paradigma benadrukt de individuele actoren en hun streven
naar het behalen van doelen. Dit kan op verschillende manieren, de keuze van welke manier
wordt rationeel gemaakt met een kosten-baten afweging. Actoren zullen dus rationele
keuzes maken die in hun belang zijn. De sociale en politieke verhoudingen zijn dus ook het
resultaat van rationele keuzes van alle actoren samen. Binding komt ook voor als de actoren
denken hier voordeel bij te hebben. Een dilemma ontstaat als het lange en korte-termijn-
belang van een actor botsen. Veranderingen vinden plaats als actoren verwachten dat de
verandering wat oplevert (kosten-baten weer). Ook als het evenwicht verstoord wordt
omdat de belangen veranderen of er nieuwe spelers zijn met nieuwe belangen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller merelhaakman. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.