HR: Blaauboer/Berlips
Het ging om een openbare weg die tussen 2 percelen grond lag. Berlips verkocht
het perceel aan Blaauboer, maar de weg bleef de eigendom van Berlips. Berlips
zou de weg verharden, maar dat heeft hij nagelaten, er was sprake van
wanprestatie. Blaauboer eist schadevergoeding bij Berlips. Ondertussen heeft
Berlips de weg verkocht aan ene Marks.
Rechtsvraag: Had de contractuele verplichting van Blaauboer en Berlips een
zakelijke werking? Gaat de contractuele verplichting tussen partijen
(Blaauboer en Berlips) over naar een derde (Marks).
HR: Nee, het is een verplichting tussen twee partijen dus deze gaat niet over. Het
heeft dus geen zakelijke werking, anders zou iets verbintenisrechtelijk iets
goederenrechtelijk worden.
HR Sogelease
Mahez verkoopt en levert aan de zaaiers (DZ), de koopsom wordt betaald door
Sogelease, hij betaalt in de naam van DZ. Sogelease wil wel zekerheid, DZ draagt
de eigendom over aan Sogelease
Art. 3:84 lid 1 BW:
- Geldige titel
- Beschikkingsbevoegdheid ja
- Levering art. 3:90 jo 3:115 sub a BW
DZ was bezitter en wordt houder
DZ gaat failliet en er wordt een curator aangesteld. De curator zegt dat DZ
eigenaar is geworden omdat er geen werkelijke overdracht heeft plaatsgevonden
tussen DZ en sogelease. Er moet nu worden onderzocht of er een werkelijke
overdracht heeft plaatsgevonden, als de overdracht alleen tot zekerheid strekt
dan heeft er geen werkelijke overdracht plaatsgevonden.
Er zou sprake zijn van een werkelijke overdracht als Sogelease een contract zou
hebben opgesteld waaruit naar voren zou komen dat zijn oogmerk niet tot
zekerheid rekte. En waarin zou staan dat de ovk meteen zou worden ontbonden
bij bijvoorbeeld een wanprestatie waarna hij weer vrijelijk en volledig over de
goederen kon beschikken.
De vraag is dus: heeft er hier overdracht plaatsgevonden en zo niet is dit in
strijdt met art. 3:84 lid 3 BW.
Er moet dus beoordeeld worden of er oogmerk was tot zekerheid, is hier sprake
van dan is het verbod van art. 3:84 lid 3 BW wel van toepassing en zo niet dan
niet.
HR Teixeira de Mattos
Texeira was een bank waar certificaten in de kluis zaten. Tot 1966 waren de
certificaten niet genummerd en dit hoefde toen ook nog niet. Mulder en
Pijenenburg zetten allebei 4 certificaten in de kluis in 1964, deze zijn dus niet
genummerd. Op 31-05-1966 krijgt Texeira een saunchians van betaling (ze waren
te laat met betalen en gingen dus bijna failliet). Mulder en Pijenenburg willen hun
certificaten terug.
Rechtsvraag: Wie is de rechtmatige eigenaar van de certificaten?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller uvt_2007. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.