100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Management Bar/bia62 - les 2 $3.21
Add to cart

Summary

Samenvatting Management Bar/bia62 - les 2

 9 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Management 3de Bach - docent Lorenzo Van Tornhaut

Preview 3 out of 22  pages

  • June 8, 2023
  • 22
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Markt & economie les 2 – Geld – 27/02/2023

HOOFDSTUK 1: Wat is geld?

Waarom college over geld?
=> geld keert overal terug als tool van ondernemen, basis van
bedrijfsbeslissingen, in elk college wordt er gelinkt naar geld (sparen, verdienen,
optimaliseren)

1. De functies van geld

4 functies:
1. Waardemeter uitgedrukt in prijs
2. Ruilmiddel, mits voldoende omloop
3. Koopkrachtreserve, want bederft niet (ruil in de tijd uitstellen)
4. Kredietmiddel (ter beschikking stellen van uw goud aan anderen)

=> Geld is levensbloed van economie

2. Van ruil naar geld

2.1. Ruil en specialisatie

Geografisch gezien heb je van nature uit specialisaties
Voorbeelden: vis uit Ijsland, Pels uit Siberië, Olijven uit Griekenland

=> Er moet geruild worden om alles te krijgen
=> Specialisatie doet een netwerk van ruilmarkten ontstaan (Middeleeuwen:
‘Jaarmarkten)

Steden op knooppunten hadden jaarmarkten waar er kon ‘geruild’ worden
=> Brugge en Gent vormden deel van de ‘Hanze’

2.2. Ruil in natura

Rechtstreekse ruil
=> Eigenaar van schaap wil porselein en omgekeerd

Onrechtstreekse ruil
=> Eigenaar van schaap wil porselein, maar eigenaar porselein wil enkel graan
=> eigenaar schaap moet op zoek naar iemand met graan die schaap wil

Complexe ruil
=> Eigenaar schaap wil porselein, maar via lange ruiltocht gaan om uiteindelijk
te krijgen wat hij wil

Subjectieve ruil
=> Elke eigenaar heeft een subjectieve voorkeuren, en dus bij elke ruil verandert
de ruilwaarde (verschillende hoeveelheden tegen verschillende waarden taxeren)

=> Zodra het aantal goederen en het aantal personen te groot wordt, wordt ruil
in natura onwerkbaar

1

,=> Moet worden overgeschakeld op een algemeen aanvaard tussengoed dat
telkens kan leiden tot rechtstreekse ruil
2.3. Tussengoederen

Van streek tot streek, volk tot volk, andere types tussengoederen
 Graan of rijst
 Gedroogd vlees
 Zijderollen (Oosten, China)
 Bont (Hoge Noorden, Canada)
 Schelpen (Oceanië)

Edelmetalen als tussengoed
 Goud
 Zilver
 Koper

Waarom vooral goud en zilver?
 Zeldzaam genoeg > beperkte hoeveelheid, maar voldoende zodat
iedereen wat heeft
 Corrodeert/degradeert niet > je kan het goed bewaren en opslaan
 Makkelijk bewerkbaar > zacht metaal, makkelijk op te delen (munten,
staven)
 Opvallend uiterlijk > verwijzing naar zon (warmte, blinken)

3. Van goud naar papier

3.1. Van goud naar munten

Makkelijk ruilen door:
 Vaste hoeveelheid
 Gegarandeerde zuiverheid
 Vaste omruilverhouding tussen soorten metaal

Afbeelding van staatshoofd als waarborg
 Uitgeven van munten was voorrecht voor de koning(in)/keizer(in)
 Die garandeert de hoeveelheid en zuiverheid van het edelmetaal
 Zware straffen op valsmunterij > lèse-majesté en ondermijnen vertrouwen

Goud, zilver en koper werden de algemeen aanvaarde ruilmiddelen in Euroazië
vanaf de millenia voor het begin van onze tijdsrekening => Metalen standaard
(transacties economie gestandaardiseerd op metalen ruilmiddelen)

Er werd wel nog valsmunterij gepleegd => zuiverheid van de munten nam
bijvoorbeeld af

3.2. Goud vs. zilver

Aanvankelijk bimetallisme (goud – zeldzamer en zilver – couranter)
Productie goud en zilver beïnvloedden prijzen van goederen en onderlinge
verhoudingen
Voortdurende strijd tegen omsmelten en export/import: nood aan stabiliteit
Dominantie zilver of goud afhankelijk van tijdsperiode en wereldorde:
 Renaissance: Florin uit Florence (goud)

2

,  Spaanse verrovering van Amerika: Spaanse reale (zilver, Dollar: symbool $
komt van 8 => Spaanse reale die achtstuk was van acht reales, waren
standaard toen)
 British Empire: Britse Guinea (goud)
Goud als kampion
=> Door de Britten werd goud dominant (systematische onderwaardering van
zilver)
=> Goud werd overgenomen als standaard door de Duitsers
=> Massale verkoop van Duits zilver deed de waarde ervan kelderen >
onhoudbaar voor andere landen

Monometallisme: eind 19de eeuw quasi algemene goudstandaard
=> nationale munten pariteit in goud (kon Belgische frank veruilen tegen
hoeveelheid goud, dat goud ondersteunde de nationale munten, ook nationale
munten onderling verhouding) , dus ook onderlinge pariteit
=> goud = basis voor munten en nationale munten waren veruilbaar in bepaalde
hoeveelheid goud die ook de onderlinge veruilbaarheid definieerden

3.3. Papier vs. goud

Papier als substituut voor goud

Bepaald moment hebben we nationale munten, banken die ontstonden +- Italië
Renaissance
 Ontstaan uit het faciliteren van handel
 Bewaren van gouddeposito’s van klanten (vb. goudsmeden in 17de eeuws
Engeland)
 Papieren bewijzen van banken voor gouddeposito’s (die hoeveelheid
goud bij ons liggen)
 Papieren konden in transacties gebruikt worden => ipv goud iedere keer
uit bank weg te halen
 Deposito’s uitgeleend voor kredieten

Papiergeld ontstond hieruit
=> eerste papiergeld in China (De JIAOZI, 10 de eeuw)
=> tot recent op een Dollarbiljet ‘In gold coin payable to the bearer on demand’
=> tot Jaren 70 dollar goed als goud

4. Van fysiek naar feduciair

Feduciair = vertrouwd geld, men moet er vertrouwen in hebben

4.1. Geldmultiplicator

Geldmultiplicator = vermenigvuldigaar van geld die banken kunnen gebruiken
om geld te creëren => vb Centrale bank

Niet de overheid die geld creëert maar quasionafhankelijk centrale banken!

Banken (ING, KBC, Paribas…) laten toe dat ze zelf geld kunnen creëren




3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fleurjorissen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.21
  • (0)
Add to cart
Added