Dit document omvat al mijn lesnotities van het vak Bijzondere Heelkunde, gegeven in 2e master diergeneeskunde aan de ugent. Aangezien het mijn lesnotities betreft, kunnen er kleine spellingsfouten in staan. NIEUWE PROF ANESTHESIE SINDS DIT JAAR.
WEKE DELEN KHD
1. Abdominale chirurgie .................................................................................................................................... 72
2. Chirurgie van de maag .................................................................................................................................. 79
3. Chirurgie van de blaas ................................................................................................................................... 82
4. Antibioticagebruik bij KHD ............................................................................................................................ 87
5. Genitaalstelsel hond en kat ........................................................................................................................... 95
WEKE DELEN GHD
1. Trauma van het hoofd ................................................................................................................................. 118
2. Trauma thorax ............................................................................................................................................. 133
3. Trauma abdomen ........................................................................................................................................ 139
4. Trauma inwendige structuren / organen .................................................................................................... 143
5. Tandheelkunde ........................................................................................................................................... 148
6. Hoofd en hals .............................................................................................................................................. 157
7. Regio-specifieke aandoeningen .................................................................................................................. 161
ORTHOPEDIE GHD
Courante aandoeningen bij het opgroeiende paard ........................................................................................... 180
Courante aandoeningen bij het volwassen paard............................................................................................... 195
,ANESTHESIOLOGIE BIJ DE HUISDIEREN
0. INLEIDING
ANESTHESIOLOGIE
Anesthesie = Meer dan alleen ‘een spuitje geven om in slaap te vallen en eentje om terug wakker te
worden’
• Talloze producten, talloze combinaties, verschillende dosissen => aanpassen aan patiënt!
• Eenmaal in slaap: Monitoring vitale functies, bijsturen waar nodig
• Goede Analgesie / pijnbestrijding
• Kennis nodig over: Fysiologie, farmacologie, fysica, inwendige ziekten,anatomie,…
o => homeostase anesthesie bewaren door bij te regelen
o Effecten andere delen lichaam in rekening brengen
Anesthesie = ‘Pathologische slaap’
• Met producten een abnormaal soort slaap bereiken => neveneffecten (VC, ADH, …)
• Anesthesie bijwerken: Reversibel, voorspelbaar, controleerbaar, minimale nevenwerkingen
• Grieks: αν αἴσθησις = geen gevoel
• Latijns: narcosis = verdoving, afgeleid van
• Griekse ναρκη (een vissoort die verlamming veroorzaakt)
COMPONENTEN ANESTHESIE
1. Bewusteloos: niets merken.
2. Analgesie: pijnlijk dier wordt rapper wakker.
Reactie op pijnprikkels minderen.
3. Spierrelaxatie: om vlot te kunnen intuberen,
chirurgie vlot uitvoeren, reponeren bij fractuur,…
4. Neurovegetatieve bescherming: bescherming lichaam
tegen reflexen autonoom zenuwstelsel / reflexen door
chirurgische handelingen (vagale reflex (bradycardie) bij drukken op oogbol).
+ stress minimaliseren: dierenwelzijn, vlotter in slaap,…
HET IDEALE ANESTHETICUM?
• ‘Mono-anesthesie’:
o = 1 product om goede anesthesie te bekomen = eigelijk bijna onmogelijk
o Hoge dosissen nodig + Uitgesproken neveneffecten
• Beter combinaties
o => door verschillende producten: met elk hun specifiek werkgebied
o = goede kwaliteit anesthesie
• Stapsgewijs:
o Verschillende fases van anesthesie
2
,FASES ANESTHESIE
• Premedicatie: voor slapen
• Inductie: dier verliest bewustzijn
• Onderhoud
• Recovery: wakker worden
BALANCED ANAESTHESIA
• Combinaties van verschillende producten/technieken
• Doel: lagere dosissen => minder neveneffecten
• Voorbeelden:
o Onderhoud met inhalatie-anesthesie + IV anesthetica/analgetica
▪ = partiële venzeuze anesthesie. (Ipv vroegere TIVA)
▪ Wordt uitgeademd => kan lang werken voor je accumulatie van anesthesie krijgt
o Locoregionale blocks tijdens algemene anesthesie
EXAMEN: voor en nadelen van produten, waarom je voor een bepaald product kiest!
• Uitvasten:
o Aanpak ~ diersoort
o Herkauwers met pens = uitvasten belangrijk (anders kans druk longen, tympanie pens,..)
o Konijnen: vaak dysbacteriose bij uitvasten = afgeraden
• Pre-anesthetisch onderzoek
o Dier gezond ja/nee
o Obv onderzoek = patiënt pre-op stabiliseren
▪ Naargelang nodig ook pre-op stabilisatie patiënt,
evt. medicatie opstarten (bv. antibiotica, pijnstillers,…), etc.
VASTEN
• = bij meeste dieren aangeraden
• Voedsel meestal 10-24u, water 2-3u
o Geiten/schapen drinken overdreven veel water bij vasten: water laatste uren wegnemen
o KHD en Paarden: behoud water niet zo erg
• Doel:
o Druk abdominale organen op longen ↓
o Regurgitatie/braken ↓ (weinig kans paard, veel bij honden)
• Postop ook meestal korte periode van vasten aangewezen
o Afhankelijk diersoort, best aantal uren geen voedsel geven:
minder goed kauwen / verslikken => probleem met de ademhaling
• Invloed diersoort, leeftijd, ingreep,…
o Ingreep: cloaca paard => min mogelijk mestpassage = lange vastenperiode
o Conformatie dier: trekpaard met grote buikomtrek = vasten!
o Jonge dieren die nog melk drinken = niet vasten (vetreserves) => evt glucose bijgeven!
• Soms relatief lang
• Soms niet mogelijk: Spoedgeval,…
• Te lang = nadelig
• Uitzonderlijk: maag ledigen (bv. apomorfine 0,03 mg/kg IV) => braken uitlokken bij de hond
Gevaarlijk dosissen te extrapoleren naar
verschillende diersoorten (DS gevoeligheid)
Gevaarlijk dosissen te extrapoleren binnen
een soort (gewicht: zwaarder dier heeft lager
metabolisme = lagere dosis nodig).
Extrapoleren dmv metabool gewicht = beter.
• Diersoort
• Ras: bij brachycephalen tracheotube langer laten zitten
• Geslacht
• Leeftijd
• Dracht: drachtige BM geeft druk op de longen / grote bloedvaten
• Geplande ingreep:
o Pijnlijk / niet , hoe lang gaat het duren
o Keuze protocol => juiste producten gebruiken
ANAMNESE
• Aandoening & verloop ziekteproces
• Andere aandoeningen, bv. allergieën, manken,.. bv allergie penicilline, risico opstaan recovery,..
• Karakter bv snel angstig, agressief,..
• Huidige medicatie bv geen corticos mengen met NSAID
• Verloop eerdere anesthesie bv gevoeligheid aan sedatie
KLINISCH ONDERZOEK
• Eenvoudig & kort => veel info in weinig tijd
o Algemene indruk
▪ Obees (lagere dosis nodig: product in vetweefsel = reservoir anestheticum)
▪ Actief dier (hogere dosis)
o Basisonderzoek:
▪ Ademhaling
▪ Pols
▪ Temperatuur
▪ Huidturgor
▪ Slijmvliezen
▪ Lymfeknopen
o Auscultatie hart en longen, liefst ook abdomen
o Venes: ZGOLGL?
o => CV en respiratoire functie = belangrijkste !!
• Soms niet mogelijk: wilde dieren, varkens,.. => krijgen bij manipulatie
5
,BIJKOMENDE ONDERZOEKEN
= niet routine-matig!
• Bloedonderzoek: indien aangewezen, bv.
o HCT, BE, WBC
o Lever- en nierwaarden
• Verder onderzoek indien afwijkingen gevonden bij klinisch onderzoek
PRE-OP STABILISATIE
• First life, then limb
• Stel anesthesie/chirurgie uit indien nodig/mogelijk
• Bv blaasruptuur = best urine al op voorhand uit buikholte verwijderen
ASA CLASSIFICATIE
ASA = welk risico het dier
heeft voor anesthesie.
Rekening mee houden!
6
,SEDATIE EN PREMEDICATIE
SEDATIE VS PREMEDICATIE
Sedatie = verlagen van het bewustzijn van de patiënt, zonder bewustzijnsverlies.
Kan gebruikt worden:
• als onderdeel van de premedicatie (dier rustig, minder reactie prikkels)
• voor diagnostische ingrepen (bv foto’s voor heupdysplasie)
• voor chirurgische ingrepen (in combinatie met pijnstillers of locoregionale anesthesie)
• voor transport/scheren/…
• …
Premedicatie = alle medicatie die toegediend wordt vooraleer de anesthesie geïnduceerd wordt.
Kan bestaan uit:
SEDATIVA: 3 GROEPEN
• Major tranquilizers = fenothiazines en butyrofenonen = sterkere sedatie van minor
• Minor tranquilizers = benzodiazepines
• Alfa-2 agonisten = sterkere sedatie dan major
MAJOR TRANQUILIZERS
“Neuroleptica” = andere naam
• Vaak in combinatie met narcotische analgetica: “Neuroleptanalgesie”. = veel gebruikt
2 groepen:
• Fenothiazines
o Acepromazine (ACP)
• Butyrofenonen
o Azaperone
o Fluanisone
7
, Eigenschappen
• Blokkeren D2 dopamine-receptoren
• Veroorzaken: Trage, matige, langdurige sedatie (4-6 uur)
• ‘Onbetrouwbare’ sedatie: Kunnen wakker worden door plots geluid / beweging / …
• Weinig analgesie:
o Manken verminderen bij paarden,
o Pijnstilling bijgeven (lokaal anestheticum of narcotische analgetica)
• Anxiolitisch
• Beschermend effect tegen aritmieën door catecholamines
• Anti-emetisch, anti-histamine
Neveneffecten
• Alfa-lytisch effect (blokkeren alfa-receptoren (vnl. α1 = veroorzaakt VC) )
o Rem VC => effect = VD
o Bloeddruk ↓
o Miltdilatatie (HCT ↓ => kan lang aanhouden)
o Hypothermie (VD + thermoregulatie verstoord via D2 )
▪ D2: dopamine receptor hersenen in thermoregulatie-centrum
o Penisprolaps:
▪ zwellingen / bloedingen => retractie moeilijk => evt paralyse bij zenuwschade
▪ Meestal bij dieren die een erectie hebben
• Verlengde recovery (in veel gevallen nuttig (zeker bij nerveuze diersoorten))
• Incoördinatie (bij hoge dosissen (ataxie))
• Paradoxe reacties (excitatie)
• Penisprolaps/-paralyse
• (Epilepsie?)
• (GI motiliteit↓)
Tegenindicaties
• (Kans op peroperatieve) hypovolemie/hypotensie => geen majors gebruiken (bloeddrukverlagend)
• Bloeding => geen majors gebruiken (VD)
• Anemie => geen majors gebruiken (HCT ↓)
• Hypothermie => geen majors gebruiken (bloeddrukverlagend)
• Zeer jonge dieren => geen goede metabolisatie : lang effect
• Geen antidoot beschikbaar!
o Bij hypotensie: behandelen met vocht en α1 agonisten
8
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tineh. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.24. You're not tied to anything after your purchase.