7.4 Veranderende ecosystemen
Pionier- en climaxecosysteem
Op een kaal stuk zand zijn de omstandigheden voor organismen zeer ongunstig. De eerste
planten moeten bestand zijn tegen barre omstandigheden. Slechts weinig planten zijn
bestand tegen deze moeilijke omstandigheden. In een duingebied verschijnt op een
pasgevormd duin eerst biestarwegras, gevolgd door helm. Al snel zullen de eerste diertjes
zich tussen de planten vestigen, zoals springstaarten. Biestarwegras, helm en springstaarten
zijn pionier soorten. Samen vormen ze een pionier ecosysteem.
Door afgestorven planten ontstaat humus. Er kunnen zich nu andere soorten vestigen.
Biestarwegras en helm worden verdrongen door andere soorten kruidachtige planten. Als
gevolg daarvan komen er ook andere soorten dieren en de abiotische factoren worden
gematigder. Overdag wordt het in de schaduw van de planten minder heet, ’s nachts houden
de planten warmte vast. Hierdoor wordt het terrein geschikt voor steeds meer soorten
planten en dieren. De soortsamenstelling verandert, zodat het ecosysteem geleidelijk
overgaat in een ander systeem. Dit proces heet succesie. Het gevolg hiervan is dat de
biomassa toeneemt.
Tijdens successie neemt de biodiversiteit in een ecosysteem toe. Het eindstadium van
successie is een climaxecosysteem:
Abiotische factoren en soortensamenstelling zijn min of meer constant.
Productie is ongeveer even groot als afbraak van weefsels, waardoor biomassa
nagenoeg gelijkt blijft.
Kringloop van stoffen is gesloten: er vindt weinig uitwisseling plaats met de omgeving
van het ecosysteem.
In het climaxecosysteem bereikt de biodiversiteit zijn maximale waarde.
Primaire en secundaire successie
Climaxecosystemen zijn kwetsbaar voor veranderingen van buitenaf.
De kringloop in een climaxecosysteem is gesloten.
Erosie: hierbij spoelt of waait de bovenste laag van de bodem, met een kleine hoeveelheid
humus gemakkelijk weg.
In gebieden waar erosie heeft plaatsgevonden, bevat de ondergrond vrijwel geen humus
meer. De successie moet dan helemaal van voor af aan beginnen. Dit noem je primaire
successie.
De kringloop van stoffen zijn open. Er kan dus gemakkelijk bodemmateriaal worden
afgevoerd, maar er kunnen ook gemakkelijk populaties immigreren. Hierdoor is sprake van
secundaire successie.
Indicatorsoorten
Indicatorsoorten: soorten die een aanwijzing geven over een kenmerk van het milieu.
Modelleren van de natuur
Biotische en abiotische factoren kunnen veranderen, waardoor de soortensamenstelling
verandert. Om die processen te doorgronden is veel onderzoek nodig. Een alternatief is
modelleren. Hierbij gebruiken ze modellen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller benteessens. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.33. You're not tied to anything after your purchase.