IPR Trace
Week 1: Contractuele verbintenissen
Inleiding – Bronnen
• EEG-Verdrag inzake het toepasselijk recht op verbintenissen uit overeenkomst, ondertekend te Rome op 19 juni
1980 (EVO)
• Verordening (EG) Nr. 593/2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (Rome
I)
• VN-Verdrag inzake internationale koopovereenkomsten betreffende roerende zaken, ondertekend te Wenen op
11 april 1980 (Weens Koopverdrag)
Toepasselijk recht: Uniform (materieel) recht
Toepassingsbereik EVO/Rome I
• Materieel: Verbintenissen uit overeenkomst (in burgerlijke en handelszaken) – art. 1 lid 1 EVO/art. 1 lid 1 Rome I
• Formeel: Universeel – art. 2 EVO/art. 2 Rome I
Het recht dat wordt aan gewezen hoeft niet het recht van een Europese lidstaat te zijn.
• Temporeel:
Overeenkomst gesloten tussen 1 september 1991 en 16 december 2009 – EVO (zie art. 29 EVO + Trb. 1991,
109)
Overeenkomst gesloten op of na 17 December 2009 – art. 28 Rome I
Toepassingsbereik EVO/Rome I – Art. 10:154 BW
“Op verbintenissen die buiten de werkingssfeer van de verordening «Rome I» en de terzake geldende verdragen
vallen en die als verbintenissen uit overeenkomst kunnen worden aangemerkt, zijn de bepalingen van de verordening
«Rome I» van overeenkomstige toepassing.” Je valt dan terug op nationaal recht, op art. 10:154 en die zegt dat je
Rome I analoog moet toepassen.
• Analoge toepassing
• Beperkte reikwijdte
1
, • Materiële geldigheid van forumkeuzebeding
o art. 10 Rome I
Rechtskeuze - Ontwikkeling
• Partijautonomie en rechtskeuzevrijheid: enkele kritische kanttekeningen
• Hoge Raad 13 mei 1966, NJ 1967/3 (Alnati): bepaalt dat wij vrij zijn op het toepasselijke recht te kiezen,
rechtskeuzevrijheid
• Considerans (11) Rome I:
Die vrijheid is nu ook opgenomen in de considerans “De vrijheid van de partijen om het toepasselijke recht te
kiezen, moet de hoeksteen van het systeem van collisieregels op het gebied van verbintenissen uit overeenkomst
zijn.”
Rechtskeuze – Hoofdregel art. 3 Rome I
• Internationaliteit (Art. 1 lid 1 Rome I)
o Geografisch
o Functioneel
• Statelijk recht/niet-statelijk recht (art. 3(1) Rome I)
Considerans (13): “Deze verordening laat onverlet dat partijen in hun overeenkomst een nietstatelijk recht of een
internationale overeenkomst kunnen opnemen, door verwijzing ernaar.”
• Uitdrukkelijk/stilzwijgend (art. 3(1) Rome I): op die manier kan ook een rechtskeuze worden gedaan.
• Geheel/gedeeltelijk (art. 3(1) Rome I): dus op verschillende onderdelen van de overeenkomst van toepassing
verklaard wordt.
• Tijdstip (art. 3(2) Rome I), kan wanneer ze willen.
• Bestaan, materiële/formele geldigheid (art. 3(5); 10; 11 Rome I)
Rechtskeuze – Beperkingen
1. Alle overige aanknopingspunten in ander land dan het land waarvan het recht is gekozen
Dwingende regels van het objectief toepasselijke recht onverlet (Art. 3 lid 3 Rome I)
2. Alle overige aanknopingspunten in EU-lidstaat of lidstaten
Dwingende regels van Unierecht onverlet m.i.v. omgezette Richtlijnen (Art. 3 lid 4 Rome I)
3. Consumenten-, arbeids-, vervoers- en verzekeringsovereenkomsten
Beperking rechtskeuzevrijheid (art. 5-8 Rome I)
4. Voorrangsregels en openbare orde
Doorkruising gekozen recht (art. 9 & 21 Rome I)
Objectieve verwijzingsregels
Onbenoemde en gemengde overeenkomsten (art. 4 lid 2 Rome I)
• Aanknopingsfactor: gewone verblijfplaats van partij die kenmerkende prestatie verricht,
Kenmerkende prestatie kan dan zijn het verstrekken van een licentie, dus de woonplaats van de licentiegever. Dit
is dus alleen bij gebreke van een rechtskeuze.
Kennelijk nauwere band met ander land (art. 4 lid 3 Rome I)
• Exceptieclausule
o HR 1992 (Balenpers): alleen als volgens lid 1 en lid 2 geen aangewezen recht is, dan kijk je naar kennelijk
nauwere band met andere land.
o HvJ 2009 (ICF/Balkenende): die gaf aan dat bovenstaande niet zo moeten worden opgevat en dat je moet
kijken naar alle omstandigheden van het geval. Je kijkt als er al een toepasselijk recht is vastgesteld en je
kijkt of er een nauwere band is met een ander recht.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller stims1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.86. You're not tied to anything after your purchase.