100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting - Thema's uit de orthopedagogiek: Leerstoornissen (P0W93A) $16.09   Add to cart

Summary

Samenvatting - Thema's uit de orthopedagogiek: Leerstoornissen (P0W93A)

 38 views  3 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting voor het open boek examen van het vak Thema's uit de orthopedagogiek: Leerstoornissen aan de KULeuven

Preview 4 out of 132  pages

  • June 10, 2023
  • 132
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Thema’s uit de orthopedagogiek: Leerstoornissen 2022-2023


Deel 1: Dyslexie: ernsti ge en hardnekkige lees- en spellingsproblemen


Thema 1: Definitie en
classificatie van dyslexie
Actuele discussie over de definitie van dyslexie (classificatie)

1 Dyslexie: discrepantiedefinities
= Discrepantie tussen wat je van kind zou verwachten en wat er tot uiting komt

- Definitie hangt samen met de discrepantie
- Dit heeft te maken met het klinisch fenomeen, het heeft te maken met het klinische
ervaringen
- De klassieke definitie van leerstoornissen en dus ook van dyslexie hangt samen met het
discrepantiecriterium
o Dit heeft te maken met hoe het klinische fenomeen van leerstoornissen ermee
samenhangt
o Men werd geconfronteerd met kinderen die op een manier te kennen gaven dat ze
helemaal niet dom waren, eerder slim, maar toch zo slecht gingen lezen/schrijven

- DSM-IV (1994)
o Het leesniveau ligt, gemeten met een individueel afgenomen gestandaardiseerde
test voor leesvaardigheid of begrip, aanzienlijk onder het te verwachten niveau dat
hoort bij de leeftijd, de gemeten intelligentie en de bij de leeftijd passende opleiding
van de betrokkene
o De stoornis interfereert in significante mate met de schoolresultaten of de dagelijkse
bezigheden waarvoor leesvaardigheid vereist is
o Indien een zintuiglijk defect aanwezig is, zijn de leesproblemen ernstiger dan die die
hier gewoonlijk bij horen
o Klinische idee: kind dat vrij slim is maar toch zo slecht is in lezen of schrijven
o IQ is dermate hoog dat je niet verwacht dat ze zo slecht/zwak kunnen lezen
o Prestatieniveau in schoolse vakken is aanzienlijk lager dan wat je zou kunnen
verwachten voor het IQ
 In DSM is dit tot 2013 gebruikt om diagnose te genen

- Kritiek
o Cruciale rol van intelligentie
 Maar eigenlijk geen hoge correlatie tussen IQ en leesvaardigheden
 Wel hoger wanneer ze heel klein zijn (36%) , maar tegen einde lager
onderwijs nog maar 5% verklaarde variantie
 DUS dyslexie is onafhankelijk van IQ
 kritiek hierop omdat dyslexie onafhankelijk is van intelligentie




Pagina 1 van 132
PW2 – Sem 2

,Thema’s uit de orthopedagogiek: Leerstoornissen 2022-2023


o Dyslexie is onafhankelijk van intelligentie
 “There exists no strong evidence that poor readers of high and low
intelligence display marked differences in the fundamental cognitive and
neurological processes that are the source of their reading difficulties”
(Stanovich, 1996)
  We vertrekken van een foute veronderstelling, wanneer we
leesproblemen bij kinderen met een lag IQzeggen ‘dat verwachten we’,
bij hoog IQ ‘verwachten we niet’; dus andere oorzaak, maar dat is
volgensStanovich NIET het geval; hij gaat er van uit dat problemen met
dyslexie een probleem is met woordherkenningen fonologische problemen
 “Students with higher IQ and poor reading achievement (IQ-discrepant) and
students with both lower IQ and poor reading achievement… [show] …
negligible to small differences on several measures of reading and
phonological processing” (Fletcher, et al., 2013)

o Je leest vaak terug dat mensen met dyslexie hoogbegaafd zijn. Dit is terug te lijden
naar het discrepantiecriterium.
o Verschilscore van 2SD in een standaard verdeling +- 4% van de bevolking
 IQ van 100 (gem) – 2SD is dan al heel zwak
 De personen die aan de hand van het discrepantiecriterium gediagnostiseerd
werden hadden vaak een hoger IQ omdat dit veel makkelijker te
diagnosticeren is dan wanneer je een gemiddeld IQ hebt. Iemand met een IQ
van 140, die een leesscore van boven het gemiddelde heeft scoort al
discrepant
 Het is veel makkelijker om dan gediagnostiseerd te worden als je al een heel
hoog IQ hebt, maar toch gemiddeld leest
o Als je kijkt naar genotypische kenmerken van dyslexie  heeft niets te maken met IQ
 Vanuit een principieel standpunt, dan kan je ook dyslexie hebben in
combinatie met zwakbegaafdheid
 Theoretisch gezien kan je iemand meteen verstandelijke beperking en
aanpassingsmoeilijkheden kan je ook dyslexie zien
 MAAR er is een praktische regeling waar we geen extra diagnose geven van
leerstoornis (weinig meerwaarde)


Dyslexie en discrepantie
- Foute vooronderstelling
o Bij kinderen met leesproblemen en laag IQ
 ‘Expected underachievement’: Laag IQ is oorzaak van de leesproblemen –
o Bij kinderen met leesproblemen en een goed IQ
 ‘Unexpected underachievement’: Er moet een specifieke oorzaak van de
leesproblemen zijn
o  Het discrepantiecriterium vertrekt van een verkeerde veronderstelling, namelijk
alsof je op basis van het IQ de oorzaak van het leerprobleem zou kunnen zien. In de
verenigde staten worden leerstoornissen bekeken als ‘unexpected
underachievement’. Je ziet iets wat je tijdens de andere ontwikkeling van de persoon
niet verwacht had


Pagina 2 van 132
PW2 – Sem 2

,Thema’s uit de orthopedagogiek: Leerstoornissen 2022-2023


o Moeilijk idee als je dat zou koppelen aan het IQ
 Want als je iemand met een lage leesscore en een laag IQ ziet, zul je zeggen
dat het te verwachten is
 Maar als je iemand met hetzelfde gedrag aan leesproblemen hebt maar een
hoger IQ is dit onverwacht, je kan het niet verklaren
o Foute veronderstelling Dat bij mensen met een goed IQ zou er wellicht een andere
oorzaak zou zijn voor de leesproblemen dan bij mensen met een laag IQ (hier zouden
ze meteen kunnen verklaren waarom de leesproblemen er zijn)
o Hyperlecticie  mensen die beter lezen dan verwacht voor hun IQ (vanuit
discrepanite)  Dit is ook onverwacht



Als we dyslexie willen bestuderen, moeten we zeggen dat het de automatisering van het verklanken
en herkennen van woorden dat moeilijk verloopt

- Fenotypische beschrijving van dyslexie
o Woordherkenning als centraal probleem
o Problemen met fonologische verwerking als onderliggend cognitief proces
o Automatiseren van het herkennen van woorden is het centrale probleem van
dyslexie
o Hij gaat er van uit dat er een fonologisch tekort aan de oorzaak ligt voor
woordherkenningsproblemen
o Fonologische moeilijkheden: Het kunnen omgaan met de klankstructuur van de taal,
dit zou er ten grondslag liggen

- Er is een band tussen etiologie en fonologie maar niet tussen etiologie en IQ lees-
discrepantie
o Erfelijkheidsonderzoek : we zien dat kinderen meer lijken op hun ouders op vlak van
fonologische vaardigheden dan IQ
 Kinderen opvolgen van vóór ze kinnen lezen (vanaf 5 jaar),
 Fonologische vaardigheden in die familie lijken meer op elkaar dan
de IQ
 Grotere transgenerationele vaardigheden / correlatie
o Neuro-anatomisch onderzoek: hersenzones die voor fonologie van belang zijn dat we
die ook terugvinden bij familieleden als moeilijk ontwikkeld
o fMRI onderzoek : correlatie tussen de structuur van fonolofische zones is veel hoger

o Het fonologische vaardigheden zijn eigenlijk niet aan IQ of IQ-lees-discrepantie
o Wel belangrijker voor woordmoeilijkheidsproblemen dan IQ

- Er is geen verband tussen IQ en IQ-lees-discrepantie enerzijds en de fenotypische kenmerken
van dyslexie anderzijds
o Discrepantie heeft niets te maken met hoe het lezen eruit ziet




Pagina 3 van 132
PW2 – Sem 2

, Thema’s uit de orthopedagogiek: Leerstoornissen 2022-2023


- IQ-discrepantie zwakke lezers en andere zwakke lezers hebben dezelfde prognose voor hun
leesontwikkeling
o Meer rekening houden met de fonologische vaardigheden om een effect te krijgen
van de interventie dan van het IQ
o Als je het bekijkt vanuit interventie, dan leer je ook relatief weinig over het succes van
een interventie obv het IQ. Je kan veel meer leren obv de fonologische vaardigheden
o Handelingsgericht wel rekening houden met IQ. Je gaat op een andere manier
leerstof aanbrengen in je interventie bij kinderen die zwakker begaafd zijn dan
diegene met een gemiddeld of hoog IQ
- IQ bepaalt minder dan 1% van de unieke variantie in interventieresultaten bij zwakke lezers
o IQ is relatief weinig voorspelbaar
o IQ is niet nuttig om te classificeren of persoon dyslexie heeft of niet

=> Dyslexie heeft niets te maken met IQ




2 Dyslexie: alternatieve definities
Cognitieve discrepantiemodellen
- Patroon van cognitieve sterktes en zwaktes om van dyslexie te kunnen spreken
-  Geen discrepantie met IQ, maar mss wel een discrepantie tussen verschillende cognitieve
vaardigheden (relatieve sterktes of zwaktes – zwakte dan technisch lezen/spellen)
- Discrepantie in schoolse vaardigheden met elkaar vergelijken
- Vb: discrepantie tussen technisch lezen/spellen en begrijpend lezen
- Deze modellen hebben het niet gehouden OMDAT mensen met dyslexie door hun technisch
lezen ook problemen gaan krijgen met begrijpend lezen

Verklarende definities
- Specificiteit gezocht in de onderliggende cognitieve oorzaak van dyslexie
-  kijken naar wat de oorzaak zou kunnen zijn
- Als we uitgaan van fonologische moeilijkheden  zijn er bij dit kind dan ook echt
fonologische moeilijkheden?
- Dus al vanuit de fonologische ontwikkeling kan je al kinderen zien die taal/klank problemen
hebben en die dan als dyslectisch worden genoemd (zonder dat je ooit al had leren lezen)
- Ook deze hebben het niet gehaald OMDAT we eigenlijk ng niet weten wat de verklaring is. Is
het door 1 iets verklaard of door verschillende dingen in combinatie verklaard worden  als
we de oorzaak nog niet kennen, kunnen we dit nog niet gebruiken als diagnostisch criteria

=> DUS alternatief: puur descriptief gaan kijken naar lees- en spellingsgedrag

Beschrijvende definities
- Low achievement model: heel zwak lezen/spellen, verlaten van het concept dyslexie; alle
zwakke presteerders onder de term dyslexie gaan plaatsen
- Response to Instruction/Intervention (RTI) model (veel gebruikt): degene die inadequaat
regaeren op onderwijs dat die dyslexie hebben
- Hybride benadering: waarbij we bovenstaande twee aan elkaar koppelen




Pagina 4 van 132
PW2 – Sem 2

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller cathoschelkens. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $16.09. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

70055 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$16.09  3x  sold
  • (0)
  Add to cart