Samenvatting Recht periode 2 Ilse Kanters
Hf 1. Inleiding in het recht I: Grondslagen
Functies van het recht
In alle gevallen gaat het om de rechten en plichten van individuen en van de overheid. Deze rechten en
plichten komen voort uit normen en waarden die algemeen gelden in de maatschappij.
Door recht in rechtsregels vast te leggen, met de wijze waarop die regels gehandhaafd kunnen worden,
krijgt het recht vorm.
het brengt een doelmatige ordening aan in de samenleving. Bijvoorbeeld door verkeersregels.
Het recht geeft spelregels voor gedragingen tussen individuen onderling en voor het handelen door de
overheid.
Het recht stuurt het gedrag van burgers.
Recht en rechtvaardigheid zijn geen synoniemen van elkaar, maar het recht is wel gericht op
rechtvaardigheid. Iemand die de wet overtreedt, moet een terechte straf ondergaan en het recht moet de
zwakkeren beschermen.
Pas als regels algemeen als rechtsregels zijn aanvaard en vastgesteld, behoren ze tot het recht. De
samenleving verandert, en daarmee ook de inhoud van het recht, maar de vindplaatsen van het recht
(rechtsbronnen) zijn nog steeds dezelfde:
1. De wet en regelgeving
2. De jurisprudentie
3. De gewoonte
4. Verdragen
1. Wet- en regelgeving
Wetten bevatten rechtsregels die zijn vastgesteld door de overheid. Tot de overheid behoort onze centrale
volksvertegenwoordiging: Eerste en Tweede Kamer, ook wel Staten-Generaal genoemd. Ook lagere
overheidsorganen, zoals de minister, Provinciale Staten en de gemeenteraad kunnen rechtsregels
vaststellen. De hoogste wetgever in Nederland is echter de Staten-Generaal samen met de regering (de
Koning en ministers samen). Een wet komt pas tot stand als de regering en de Staten-Generaal met een
wetsvoorstel instemmen.
Alleen wetten afkomstig van de hoogste wetgever worden met wet aangeduid. De bepalingen in deze wetten
zijn allemaal genummerd en worden wetsartikelen genoemd. Een wettenbundel is een verzameling officiële
wetboeken die door een uitgever zijn geselecteerd en samen in een boek zijn opgenomen.
In lagere regelgeving komt het woord wet niet voor. Een regeling afkomstig van de regering, dus zonder dat
de Staten-Generaal erbij betrokken is, wordt een Koninklijk Besluit (KB) genoemd. De regering houdt zich
niet alleen bezig met regelgeving, er zijn dus ook KB’s die geen regels bevatten. Een KB dat wel regels
bevat wordt een algemene maatregel van het bestuur (AMvB) genoemd. Een regeling afkomstig van een
minister heet een ministeriële regeling. Provinciale Staten kunnen regels vaststellen voor hun provincie,
gemeenteraad kan dit doen voor het grondgebied van de gemeente. Een regeling van de gemeenteraad
wordt een verordening genoemd. Nederland is lid van de EU en heeft een deel van haar regelgevende
bevoegdheden overgedragen aan de organen van de EU. Deze organen stellen verordeningen en richtlijnen
vast die gelden in de gehele Europese Unie. Deze zogeheten gemeenschapsverordeningen en richtlijnen
zijn daarmee zelfs hoger dan de Nederlandse Grondwet.
2. Jurisprudentie:
Algemene regels in de wetten en regelgeving moeten worden toegepast in individuele situaties. De rechter
moet hier uitzoeken hoe de regels bedoeld zijn. Hij interpreteert de rechtsregels en formuleert de uitkomst in
een uitspraak. Afhankelijk van het niveau van het recht heet zo’n uitspraak: vonnis, uitspraak of arrest. Een
uitspraak van de Hoge raad der Nederlanden (hoogste rechter) = arrest. De rechter vult zelf de normen in
die niet duidelijk genoeg in de wet staan, of die al wel in de maatschappij gelden, maar nog niet in de wet zijn
beschreven. Omdat in de rechtspraak nieuw recht wordt gevormd door rechters, wordt jurisprudentie ook wel
rechtersrecht genoemd.
Gewoonte
De regels van gewoonterecht zijn niet ergens opgetekend maar ontstaan in de loop van de tijd door het
gebruik ervan in algemene kring. Regels van gewoonterecht komen maar weinig voor. Een gewoonte die in
strijd is met het recht valt niet onder het gewoonterecht.
Verdrag
Verdragen zijn afspraken tussen twee of meer staten die opschrift zijn gesteld en die gelden in de staten die
partij zijn bij het verdrag. De staten moeten dit verdrag hebben geratificeerd = zich ermee akkoord
verklaren. Veel verdragen hebben directe werking = iedereen kan zich daar direct op beroepen.
Verdragsregels staan, net als de regelgeving van de EU, boven de rechtsregels die in Nederland zijn
gemaakt.
, Aard van de regels
Rechtsregels hebben niet allemaal dezelfde werking.
Dwingend en aanvullend recht
Sommige rechtsregels leggen aan individuen of partijen die een juridische relatie ofwel rechtsbetrekking met
elkaar hebben, dwingend bepaalde rechten of plichten op. Dit zijn regels van dwingend recht waarvan niet
mag worden afgeweken. Andere rechtsregels geven partijen de mogelijkheid om zelf dingen nader te
regelen, dit heet semidwingend recht. Ten slotte zijn er regels die alleen gelden als specifieke afspraken
ontbreken, dit wordt aanvullend recht genoemd.
Rangorde in regelingen
Niet alle regels hebben dezelfde rechtskracht. De rechtskracht is afhankelijk van het orgaan waarvan de
regelgeving afkomstig is.
Verdragen;
Gemeenschapsverordeningen en richtlijnen;
Grondwet;
Overige wetten;
Algemene maatregelen van bestuur;
Ministeriële regelingen en richtlijnen;
Provinciale verordeningen;
Gemeentelijke verordeningen;
In de hogere regelgeving wordt niet alles tot in detail geregeld. Dit wordt overgelaten aan de lagere
regelgevers. Het recht bevat in verdragen en in de almaar omvangrijker wordende Europese regelgeving
steeds vaker concrete, algemeen verbindende regels. Als de lagere regeling in Nederland in strijd is met
deze hogere regeling en hierop een beroep wordt gedaan, dan kan de rechter de lagere regeling buiten
toepassing laten.
Objectief en subjectief recht
Het objectieve recht bevat alle geldende regels, dus alle rechten en plichten die in rechtsbronnen zijn
vastgelegd. Het subjectieve recht geldt als een bepaald objectief recht specifiek wordt toegekend aan een
individu. Omdat het objectieve recht ook plichten bevat, kan er vanzelfsprekend ook sprake zijn van
subjectieve plichten.
Grondrechten
De Grondwet (Gw) is de hoogste wet in Nederland. Grondrechten zijn de meest elementaire en
onvervreemdbare rechten van een individu, die zowel door de overheid als door anderen gerespecteerd
moeten worden. Al deze grondwetten worden klassieke grondrechten genoemd. Behalve klassieke
grondrechten bestaan er ook sociale grondrechten. De sociale grondrechten vormen een opdracht v oor de
overheid om ervoor te zorgen dat er in Nederland onder andere een goede gezondheidszorg, voldoende
woon- en werkgelegenheid en welvaartsspreiding is waar iedereen in beginsel gebruik van kan maken.
Politiek middelen kunnen worden ingezet om deze sociale grondrechten na te leven.
Recht en de praktijk van het zorg- en welzijnswerk
Het recht vormt enerzijds het kader waarbinnen de hulp- en dienstverlening in het zorg- en welzijnswerk
plaatsvindt. Anderzijds bepaalt het recht de juridische (on)mogelijkheden van de cliënt om zijn eigen welzijn
vorm te geven. Er is sprake van juridisering van de maatschappij: het steeds meer zwart op wit zetten van
regeltjes. Hierdoor moet steeds vaker naar juridische middelen worden gegrepen om het welzijn van de
cliënt te beschermen of te bevorderen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ilsekanters. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.79. You're not tied to anything after your purchase.