Hier mijn samenvatting van het boek 'Beïnvloeden en veranderen van gedrag'. Dikgedrukte woorden zijn belangrijke termen. Schuingedrukte woorden zijn namen van belangrijke personen. Succes! :)
wat is het volgende wat we moeten doen bij stap 2 en waarom
Answer: gedragsdoel bepalen - welk gedrag moeten we gaan beïnvloeden
Content preview
Psychologie samenvatting
Hoofdstuk 1 – Denken in termen van nurture
- Mensbeelden:
Genetisch gedetermineerd: genen zijn bepalend bij het tot uiting komen van
eigenschappen. De omgeving heeft hier geen of zeer weinig invloed op.
Genetische predispositie: iemand heeft aanleg voor bepaalde eigenschappen. Deze
hoeven niet per se tot uiting te komen. De omgeving heeft hier invloed op.
- Mensbeeld bepaalt je gedrag en heeft invloed in hoeverre je denkt dat het gedrag van
anderen beïnvloedbaar is.
- Visie op eigen en andermans natuur (aangeleerd of aangeboren) heeft invloed op:
Het eigen gedrag
Het geloof in beïnvloedbaarheid van gedrag van anderen
Manier waarop het gedrag van anderen geïnterpreteerd en beoordeeld wordt.
- Incremental theory: geloof dat IQ te ontwikkelen is
- Entity theory: geloof dat IQ vaststaat en niet te ontwikkelen is
- Doron – studenten die geloven in verandering hebben betere copingvaardigheden
(vaardigheden om met moeilijke situaties om te gaan) dan studenten die niet geloven in
verandering.
- Burnette – geloof in vaststaand of veranderbaar lichaamsgewicht is te beïnvloeden
- Uit onderzoeken – geloof in veranderbaarheid is te beïnvloeden en kan leiden tot een
andere houding ten opzicht van het kunnen bereiken van succes
- Daadwerkelijk gewicht wordt grotendeels bepaald door gedrag
- Verschillen in temperament (aangeboren): stabiele, vroeg optredende individuele
verschillen in emotionaliteit, energie, aandacht en volharding, reactiviteit en
vriendelijkheid
- Temperament voor 40% genetisch, 60% door omgeving
- Onderzoek – stabiliteit van andere persoonlijkheidskenmerken voor ongeveer 50%
genetisch verklaart. Invloed die genen hebben op eigenschappen (big five: extraversie,
neuroticisme, toegeeflijkheid, consciëntieusheid en openheid) is behoorlijk groot
- Willem van der Does – 10 persoonlijkheidsstoornissen – verdeeld in drie groepen:
1. De dramatische en/of hyperemotionele types
2. De angstige en/of teruggetrokken types
3. Zonderlinge en/of excentrieke types
Persoonlijkheidsstoornis: iemand heeft last van persoonlijkheidskenmerken die afwijken
van de populatienorm, inflexibel of star zijn en leiden tot sociale of functionele
beperkingen – hij of zij komt hier chronisch door in de problemen en hij of zij zelf en de
omgeving lijdt er onder.
Persoonlijkheidsstijl: komen voor in de normale bevolking
- IQ voor 50-80% genetisch bepaald maar moet wel ontwikkeld worden
- Ericsson – voornaamste factor is ‘oefening’ – deliberate practice (minimaal 10.000 uren
zijn nodig om een expert op een bepaald gebied te worden.
Deliberate practice theory: verschil tussen expert en amateur is aantal uren oefening
- Cognitieve capaciteiten in hoge mate trainbaar
1
, - Self fulfilling prophecies: wanneer iemand zelf niet in een doel gelooft, waardoor het
doel ook niet bereikt wordt.
- Als gedragveranderaar moet je zelf geloven in verandering en de persoon die wil
veranderen ook
Hoofdstuk 2 – leren
- Leren: aanpassingsproces aan de omgeving – proces waarbij ervaring leidt tot ander
gedrag in de toekomst
- Klassieke conditionering: een neutrale stimulus (bel) wordt vlak voor of tegelijkertijd
met een ongeconditioneerde stimulus (eten) aangeboden, waardoor de neutrale
stimulus gekoppeld wordt aan de ongeconditioneerde stimulus. Hierdoor wordt de
reactie op de neutrale stimulus hetzelfde als de reactie op de ongeconditioneerde
stimulus – de neutrale stimulus wordt een geconditioneerde stimulus
Geconditioneerde reacties kunnen ook weer gedeconditioneerd worden. Bijv.
geconditioneerde stimulus aan bieden zonder ongeconditioneerde stimulus.
Extincite/uitdoving: wanneer de reactie verdwijnt
Generalisatie: op een nieuwe stimulus die lijkt op de originele, geconditioneerde
stimulus, wordt op dezelfde manier gereageerd als op de geconditioneerde stimulus
Discriminatie: proces waarbij je leert onderscheid maken tussen twee stimuli die op
elkaar lijken
- Operante conditionering: nieuw gedrag ontstaat door te leren dat bepaald gedrag
bepaalde consequenties heeft. Operant gedrag: spontaan optredend gedrag
Operant gedrag bekrachtigen: leren dat het gedrag een positieve consequentie heeft
Operant gedrag bestraffen: leren dat het gedrag een negatieve consequentie heeft
Negatieve straf: Verwachte beloning die niet gegeven wordt
Positieve bekrachtiging: verwachte beloning die wel gegeven wordt
Negatieve bekrachtiging: een verwachte straf die achterwege blijft
Positieve straf: een straf verwachte straf die gegeven wordt
Belonen is effectiever omdat: motivatie gestimuleerd wordt en gewenste gedrag
wordt gedemonstreerd
Shaping: het prijzen van gedrag dat in de richting komt, waardoor gedrag versterkt
wordt waarop je kunt verder bouwen.
Skinner – gedrag is beter bestand tegen extinctie als het niet voordurend beloond
wordt, maar af en toe
Partiële bekrachtiging: als de beloning niet elke keer volgt op goed gedrag.
- Sociaal (observationeel) leren: na-apen van gedrag
Mensen beschikken over spiegelneuronen: bij het zien van het gedrag van iemand
anders worden delen van de hersenen actief die betrokken zijn bij het zelf uitvoeren
van het gedrag.
Emotion contagion (emotiebesmetting): emoties die onbewust van anderen worden
overgenomen
- Factoren die een rol spelen bij het bewust en intentioneel kopiëren van gedrag zijn:
Het inschatten van de opbrengsten van het gedrag
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Reneee. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.74. You're not tied to anything after your purchase.