Bouwtechnieken
Les 6 : Comfort
1. Comfort elementen
1.1 De nitie
Het Merino schaap :
- Afkomstig uit Spanje
- Kan zich goed aanpassen aan weersomstandigheden/zijn omgeving door de speci eke
structuur van zijn vacht.
- Dankzij veel huidplooien produceert het enorm veel wol en dit in 2 lagen : jne binnenlaag en
een grove buitenlaag. Dit geeft het schaap een perfecte temperatuur zowel in de zomer als in
de winter.
- Door de vochtregulerende en absorberende eigenschappen van de wol blijft het dier altijd
droog.
- De wol bevat lanoline (=een natuurlijke antibacteriële eigenschap die bij het vrijkomen van
vocht omgezet wordt in zeep en zo de vacht schoon houdt).
-> Ook bij de mens voorzien we kleding die een comfortabel gevoel kan geven (dikke in de winter,
lichte in de zomer, waterdicht voor vocht,…). Een 2de huid via kleren.
1.2 Warmte/vocht productie
1 persoon in rust produceert iets minder dan 100 Watt. In beweging gemiddeld 500 Watt en dit tot
wel 1000 Watt.
In een woning is de vochtproductie zeer groot door o.a. het ademen van de mens. Als we
inademen warmen we deze op en maken we het vochtig tot een soort damp die we dan weer
uitademen. Bij het uitademen bevat de lucht wel 10keer meer waterdamp! Dus een gezin van 4
produceert 12liter water per dag in een woning. Daarbij moet je ook nog rekening houden met
vocht van het koken, baden, zweten,…
1.3 Temperatuur
- Thermische isolatie = isolatie die binnen en buiten gaat scheiden
- Natuurlijke warmte = die aanwezig is
- Kunstmatige warmte = die we zelf opwekken
- Temperatuur = temperatuur die vereist is zoals de kamertemperatuur van 21 graden
- Optredende warmte = hoeveel het is, bv het is 18 graden maar wij willen 21 graden
- Overtollige warmte = door bv zonnepanelen
Radiatie of warmtestraling = de warmte verspreidt zich via straling: een stof wordt opgewarmd
door een warmtebron zonder dat de bron en de stof elkaar raken. Wat zich tussen de stof en de
warmtebron bevindt warmt niet of nauwelijks op.
Convectie of thermiek = de warmtestroming in gassen en vloeisto en die ontstaat door verschil in
dichtheid en dus in temperatuur. Het is de verticale voortplanting van warmte waarbij de warmste
gas of vloeistof stijgt en de koudste daalt.
Conductie = 1. Geleiding, 2. Overbrenging, 3. Overdraging = warmteoverdracht tussen 2 sto en
die met elkaar in contact zijn zonder dat die sto en bewegen.
- Niveau / decibels = bepalen het niveau van een geluid
- Geleiding = geluid wordt ermee overgedragen
- Absorptie = geluid opnemen
- Geluidsisolatie = in alle soorten geluid worden het aantal decibels in verhouding gehouden
zodat het goed is en blijft voor onze oren.
- Luchtgeluid
- Contactgeluid
-> Je kunt werken met veel ramen en de zon
-> Gebruik maken van oriëntatie zonder oververhitting, natuurlijke zonnewering slim toepassen.
|-> Voorbeeld : de Unité d’habitation ofwel la cité radieuse te Marseille (perfecte oriëntatie en het
gebruik van natuurlijk licht).
1.7 Ventilatie
- Natuurlijke ventilatie, natuurlijke wijze vervuilde lucht naar buiten, verse lucht naar binnen (een
raam open zetten = luchttransmissie). We hebben geen zicht over de hoeveelheid lucht
- Mechanische isolatie (zodat we wel weten hoeveel lucht er weg gaat en binnen komt) waarbij
het extractie (vervuilde lucht uitzuigen) en impulsie (verse lucht binnenduwen/binnenblazen).
Altijd een connectie tussen die 2.
- Convectie ventilatie = natuurlijke manier een schouw e ect, minder warme langs de ramen
binnen en door de vorm van het gebouw gaat het vervuilde lucht naar boven gedreven worden
en zo naar buiten.
- Wind geproduceerde ventilatie = gemaakt door de richting en vorm van het gebouw, openingen
in muren, gebouw plaatsen in windrichting zodat het gebouw met boven en onderdruk
geventileerd wordt.
2. Begrippen
Thermische massa of warmtecapaciteit = het vermogen van materie om warmte op te nemen en
vast te houden. Het is de hoeveelheid energie (in Joule) die nodig is om de temperatuur van een
kilogram materie één graad te doen stijgen.
|-> Hoe zwaarder een materiaal, hoe makkelijker energie koude en warmte wordt opgeslagen.
Betonnen gebouw zal veel gemakkelijker temp in zich houden en later afgeven. Denk aan de
Romaanse kerken die altijd 10/15 graden hebben binnenin zowel in de zomer als in de winter).
|-> Er is heel zwaar gebouwd in zuiderse landen. Gebruik gemaakt van thermische massa, zelden
isolatie. Dit is altijd een warme omgeving dus die zware massa doen opwarmen duurt veeeel
ff
, langer waardoor het aan de binnenkant goed koel blijft. Wanneer het gebouw opwarmt is het al
nacht. Dus houdt een constante temp aan.
Thermische geleidbaarheid of warmtegeleidingscoë ciënt (symbool λ) = een materiaalconstante
die aangeeft hoe goed het materiaal warmte geleidt, het wordt dan ook gebruikt bij de Wet van
Fourier (warmteoverdracht door geleiding). Dit is afhankelijk van de temperatuur, dichtheid en het
vochtgehalte.
|-> Hoe hoger, hoe minder het materiaal isoleert. Goede thermische geleiding zoals metaal zorgt
ervoor dat warmte van het ene punt direct naar de andere wordt overgegeven. Een minder goede
wilt zeggen dat het langer duurt om aan beide kanten dezelfde temperatuur te hebben/krijgen.
Het duurt langer om het van de ene over te brengen naar de ander.
|-> Uitgedrukt in W/(meter•Kelvin)
Thermische isolatie = het begrip dat staat voor de mate waarin een constructie opwarmt of afkoelt
onder invloed van de buitenomgeving.
|-> Goed geïsoleerd gebouw zal traag opwarmen door de zon en tegelijkertijd ook traag afkoelen.
|-> Goede isolatie bekomt men door de combinatie van een hoge thermische massa met een zeer
lage thermische geleidbaarheid van de constructieonderdelen.
|-> Gebouw uit klei, baksteen. Zwaar gebouwd. Laag verschil in temperatuur binnenin.
|-> Metalen gebouw, lage thermische massa.
|-> Lage thermische geleidbaarheid en een goede thermische isolatie zal veel trager opwarmen en
veel beter een constante temp binnen zich hebben. Dan een gebouw met een hoge
geleidbaarheid en een lage isolatie.
1. Isolatie aan de buitenzijde
- Thermische massa blijft aan de binnenzijde van het gebouw. Zodanig dat de binnentemperatuur
maximaal behouden wordt. Isolatie zorgt voor een vertraging waardoor de zon of de koude de
binnenkant/de massa minder snel kan raken.
- Thermische geleiding wordt verlaagd in hun geheel.
- Klein verschil in temperatuur over 24u.
2. Isolatie aan de binnenzijde
- Thermische massa aan buitenkant, dus vooral thermische geleidbaarheid en isolatie aan de
binnenzijde. Daardoor krijgen we dat de thermische massa langer zal opwarmen en afkoelen
waardoor de binnentemperatuur meer varieert.
- De variatie in temperatuur is veel groter over 24u.
ffi
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nlgst19. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.75. You're not tied to anything after your purchase.