100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting basisboek bedrijfseconomie h12 tm h16 ISBN : 9789001738228 $6.31
Add to cart

Summary

Samenvatting basisboek bedrijfseconomie h12 tm h16 ISBN : 9789001738228

 73 views  9 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

bedrijfseconomie 2 stof samengevat, zie eerste blz voor de precieze stof.

Last document update: 1 year ago

Preview 4 out of 11  pages

  • No
  • H12 tm 16
  • June 12, 2023
  • June 12, 2023
  • 11
  • 2024/2025
  • Summary
avatar-seller
Basisboek Bedrijfseconomie, 12e druk
Bedrijfseconomie 2 – periode 4

Hoofdstuk 12 – Kostenstructuur..........................................................................................2
12.1 Kosten in relatie tot de productieomvang.............................................................................2
12.2 Variabele kosten....................................................................................................................2
12.3 Vaste kosten..........................................................................................................................2
12.4 Schatting van kostenfuncties.................................................................................................3
12.5 Break-evenpunt en veiligheidsmarge.....................................................................................3
12.6 Veronderstellingen bij de break-evenanalyse........................................................................4
Hoofdstuk 13 – Kostprijscalculaties.....................................................................................5
13.1 Totale kosten en kosten per eenheid.....................................................................................5
13.2 Absorption costing.................................................................................................................5
13.3 Direct Costing........................................................................................................................5
13.4 Winstverschillen tussen absorption costing en direct costing................................................6
Hoofdstuk 14 – Indirecte kosten..........................................................................................7
14.1 Kostentoerekening................................................................................................................7
14.2 Deelcalculatiemethode..........................................................................................................7
14.3 Equivalentiecijfermethode....................................................................................................8
14.4 Enkelvoudige opslagmethode................................................................................................8
14.5 Meervoudige opslagmethode................................................................................................8
Hoofdstuk 15 – Budgettering..............................................................................................9
15.1 Budgettering als beheersingsinstrument...............................................................................9
15.2 Masterbudget........................................................................................................................9
Hoofdstuk 16 – Verschillenanalyse....................................................................................10
16.1 Flexibel budget....................................................................................................................10
16.2 Opbrengstverschillen...........................................................................................................10
16.3 Kostverschillen....................................................................................................................10

,Hoofdstuk 12 – Kostenstructuur
12.1 Kosten in relatie tot de productieomvang

We kunnen op basis van de relatie met de productieomvang indelen in een tweetal hoofdgroepen:
- Variabele kosten: veranderen als de productie varieert. De grondstofkosten nemen toe als er
meer producten worden gemaakt
- Vaste/constante kosten: veranderen moet als de productie toe- of afneemt.
 Afschrijvingskosten: vaste kosten als de slijtage van het duurzame productiemiddel
ontstaat door tijdsverloop. Het is ook mogelijk dat ze variabel zijn; dat is het geval als de
slijtage van het productiemiddel vooral bepaald wordt door het gebruik dat ervan gemaakt
wordt.

De verhouding tussen variabele en vaste kosten bij een onderneming is mede afhankelijk van het
type onderneming.
Handelsbedrijven: veel variabele kosten omdat de inkoop van goederen variabel kosten oplevert
Productiebedrijven: meer vaste kosten omdat productielijnen vaak vaste kosten oplevert
Dienstverlenende bedrijven: vaste kosten zijn overheersend: weinig inkoop en de duurzame
productiemiddelen of de werknemers zorgen normaliter voor vaste kosten.

12.2 Variabele kosten
De variabele kosten nemen toe als de productieomvang toeneemt, maar ze stijgen niet altijd
recht evenredig met de productieomvang.
- Proportioneel variabele kosten: als kosten recht evenredig variëren met de
omvang van de productie. Dit is meestal in de praktijk.
- Degressief variabele kosten: de kosten nemer verhoudingsgewijs minder sterk
toe dan de productie. In het algemeen is dit het geval als bij een relatief laag niveau
de productie wordt opgevoerd.
Bijv. als er bij uitbereiding van de productie kostenbesparingen worden
gerealiseerd door betere efficiency.
- Progressief variabele kosten: meestal bij een zeer hoge productieomvang. De totale
variabele kosten stijgen dan relatief sneller dan de geproduceerde hoeveelheid.
Bijv. gevolg van extra kosten bij overwerk of inhuren van uitzendkrachten

12.3 Vaste kosten
Vaste kosten zijn de kosten die in de betreffende periode niet veranderen als de
productiehoeveelheid wijzigt.

Omdat de omvang van de productiecapaciteit bepalend is voor de hoogte van de vaste
kosten, worden ze ook wel capaciteitskosten genoemd. Bij een daling van de productie kan
de capaciteit niet onmiddellijk aan geringere behoefte worden aangepast,
waardoor de kosten op hetzelfde niveau blijven.

Relevant productie-interval: de mogelijke productieomvang voor de komende
periode die bepaald wordt door de op korte termijn geldende capaciteitsgrenzen.

Een bijzondere categorie kosten vormen trapsgewijze kosten: hiervan is sprake als
productiemiddelen slecht beperkt deelbaar zijn, maar op korte termijn in de benodigde
hoeveelheid kunnen worden ingezet.

,12.4 Schatting van kostenfuncties
Een onderneming kan een voorsprong op haar concurrenten bereiken door gelijkwaardige of
betere producten en diensten te produceren tegen lagere of gelijke kosten. Hiertoe is een
goed inzicht in de eigen kostenstructuur noodzakelijk.

Om de kostenstructuur zo volledig mogelijk te analyseren, moet van alle kosten worden
nagegaan in welke mate zij vast van wel variabel zijn. Dit is een complexe operatie. Het is
ook mogelijk om de kostenstructuur van de totale onderneming in kaart te brengen door
verschillende productiegroottes met de daarbij gerealiseerde kosten te bekijken.

Totale kosten: Vaste kosten + aantal eenheden X variabele kosten per eenheid

Hoog-laagmethode: er wordt van kostgegevens uit het verleden de kosten van de periode
met de laagste productieomvang vergeleken met die met de hoofste productieomvang. Het
verschil in kosten wordt geacht veroorzaakt te zijn door proportioneel variabele kosten.




12.5 Break-evenpunt en veiligheidsmarge
Break-evenpunt: het punt waarbij de onderneming ‘quitte’ speelt. De totale opbrengsten zijn
dan precies gelijk aan de totale kosten, waardoor er winst noch verlies wordt gemaakt.
Break-evenanalyse: het onderzoek naar de relatie van omzet, totale kosten en winst met de
productieomvang/afzet en het bepalen van het break-evenpunt.

Dekkingsbijdrage: de omzet min de variabele kosten; dit bedrag is beschikbaar ter dekking
van de vaste kosten. Het break-evenpunt is die afzet waarbij de totale dekkingsbijdrage
precies groot genoeg is om de totale vaste kosten te kunnen dekken.

Voor de break-evenafzet geld:
Totale opbrengst = totale kosten
Afzet X verkoopprijs = Vaste kosten + afzet X variabele kosten per
eenheid
Afzet X verkoopprijs – afzet X variabele kosten per eenheid = vaste kosten
Afzet X (verkoopprijs – variabele kosten per eenheid) = vaste kosten
Afzet: vaste kosten
Verkoopprijs – Variabele kosten per eenheid

Bij break-evenomzet worden de vaste kosten gedeeld door de procentuele dekkingsbijdrage

, Veiligheidsmarge: de afstand tussen de huidige afzet en de break-evenafzet. Geeft het
percentage aan waarmee de afzet maximaal mag afnemen om niet onder het break-
evenniveau te komen. De veiligheidsmarge geeft dus een speling aan en heeft een
signaalfunctie

Veiligheidsmarge: huidige afzet – break-evenafzet
Huidige afzet

12.6 Veronderstellingen bij de break-evenanalyse
Voor het op een eenvoudige wijze te kunnen uitvoeren van een break-evenanalyse dient te
worden voldaan aan drie uitgangspunten.

1. Lineariteit van kosten en opbrengsten
Bij een break-evenanalyse wordt verondersteld dat omzet en kosten een lineair verloop
hebben.

Bij een niet lineair verloop zijn er 2 break-evenpunten; het eerste bij een betrekkelijk geringe
afzet, het tweede bij een hoge afzet, waarbij de prijsconcessies die gedaan dienen te worden
om de afzet te verhogen, gecombineerd met de progressiviteit van de variabele kosten,
ervoor zorgen dat we van een win-situatie in een verliessituatie terechtkomen.

2. Eén soort product
Een volgende veronderstelling die ten grondslag ligt aan de break-evenanalyse is dat de
onderneming één soort product vervaardigt. Als dat niet het geval is, verschilt de
dekkingsbijdrage per product en is het break-evenpunt mede afhankelijk van de
samenstelling van de productie. Indien de procentuele dekkingsbijdrage wel steeds hetzelfde
is, kan er wel een break-evenomzet bepaald worden.

3. Productie = afzet
Er wordt bij gebruik van break-evenanalyses van uitgegaan dat de productie gelijk is aan de
afzet. Bij dienstverlenende ondernemingen wordt normaliter aan deze veronderstelling
voldaan omdat daar geen sprake is van voorraadvorming. Indien er wel sprake is van verschil
tussen productie en afzet, kan er verschil van opvatting zijn over de vraag wanneer er sprake
is van een winst van nihil.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Flt2005. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.31. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

50155 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$6.31  9x  sold
  • (0)
Add to cart
Added