100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Immuniteit 2e bach BMW UHasselt

Rating
3.7
(6)
Sold
26
Pages
71
Uploaded on
21-01-2017
Written in
2016/2017

Samenvatting van alle ZSO's, de PGO's en het COO.

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
No
Which chapters are summarized?
H1-h9 volledig, h10-h11verwerkt in de pgo's
Uploaded on
January 21, 2017
File latest updated on
March 13, 2018
Number of pages
71
Written in
2016/2017
Type
Summary

Subjects

Content preview

ZSO 1 HET IMMUUNSYSTEEM
Inleiding tot het immuunsysteem
Immunologie = studie van het immuunsysteem  afweer tegen vreemde indringers (virussen, bacteriën, schimmels,
parasieten).

Rol immuunsysteem Implicaties
Afweer tegen infecties Deficiënte immuniteit geeft een verhoogde kans op infecties 
AIDS (acquired immunodeficiency syndrome).
Vaccinaties stimuleren immuunresponsies (meeste effectieve
methode  eliminatie pokken/smallpox).
Afweer tegen tumors Potentiële immunotherapie of kankertherapie.
Celbeschadiging en pathologische ontsteking Oorzaak van allergische, auto-immuun en andere
ontstekingsziektes.
Herkent en reageert op weefseltransplantaten Probleem bij transplantaties en gentherapie.
en nieuwe proteïnen


Aangeboren vs. verworven
- Aangeboren immuniteit
o Directe bescherming.
o Eerste defensie via epitheliale
barrières en de hierin aanwezige
natuurlijke antibiotica.
o Fagocyten (macrofagen en
microfagen) herkennen de structuur
van bepaalde klassen van microben.
- Verworven /adaptieve immuniteit
o Ontwikkelt trager.
o Specifieke afweer tegen infecties.
o Defensie via lymfocyten ( antilichamen) die antigenen herkennen.

Coöperatie van de twee systeem: bijv. fagocytose (opname) van microben door macrofagen  coat om microbe 
antilichamen binden aan coat microben  binding en activering fagocyten  microbe vernietigd.

Verworven/adaptieve immuniteit
Adaptief mechanisme

- Humorale immuniteit:
o B lymfocyt produceren antilichamen tegen
extracellulaire microben (transport via circulatie en
muceuze vloeistoffen).
o Voorkomen toegang en kolonisatie in gastheer cellen.
o B cellen en antilichamen herkennen veel versch.
soorten moleculen (eiwitten, lipiden..).
- Cel-gemedieerde immuniteit:
o T lymfocyten herkennen antigenen op gastheercellen
met (opgenomen) intracellulaire microben.
o T cellen herkennen vnl antigeen moleculen.

Wervingsmechanisme

- Actieve immuniteit: blootstelling aan microbe  weerstand.
- Passieve immuniteit: ontvangen van antilichamen uit ander
immuun individu  geen weerstand opgebouwd, wel snelle immuunreactie.

, Eigenschap Functie
Specificiteit Zorgt voor juiste respons bij specifieke antigenen  klonale selectie hypothese.
Diversiteit Het lymfocyt repertoire is extreem divers  immuunrespons op grote variëteit aan antigenen.
Geheugen Herhaaldelijke blootstelling aan dezelfde antigenen geeft versterkte responsies.
(secundaire immuunresponsies door activatie van geheugen lymfocyten  sneller, groter en
effectiever dan primaire immuunresponsies van ‘naïve’ cellen)
Klonale expansie Amplificatie van (naïve) antigeen-specifieke lymfocyten vergroot de immuunrespons.
Specialisatie Optimale responsies tegen versch. types microben.
Contractie en Tot rust komen van respons (zelf-limiterend), voorbereiden op nieuwe infectie.
homeostase
Zelf-tolerantie Voorkomt reactie op eigen antigenen (onderscheidend vermogen).


Klonale selectie hypothese Primaire en secundaire immuunresponsies




Cellen
Lymfocyten
Circuleren door lymfoïde organen en nonlymfoïde weefsels. Produceren receptoren specifiek tegen diverse vreemde
antigenen en induceren adaptieve immuunresponsies. Ze zijn te onderscheiden obv oppervlakte proteïnen  cluster
van differentiatie (CD) nomenclatuur.

Types
- B-cellen: enige cellen die antilichamen kunnen
produceren  humorale immuniteit.
- T-cellen  cel-gemedieerde immuniteit. Herkennen
peptide fragmenten van antigenen
(histocompatibility complex; MHC) op antigeen-
presenterende cellen.
o Helper T lymfocyt (CD4+ T cel)
 Antilichaam productie van B cellen.
 Fagocytose van opgenomen
microben door macrofagen.
o Regulerende T lymfocyt (CD4+ cel):
inhiberen immuun responsies.
o Cytotoxisch T lymfocyt (CTL; CD8+ T cel):
doden cellen met intracellulaire microben.

Ontwikkeling
Productie stamcellen van lymfocyten in beenmerg. Maturatie in generatieve (primaire) lymfoïde organen  beenmerg
(B-cellen) of thymus (T-cellen). Via lymfe en bloed circulatie naar perifere (secundaire) lymfoïde organen 
lymfeknopen (B), milt (B+T) en mucosale en cutane (huid) lymfoïde weefsels (T) waar antigeen interactie plaatsvindt.
Gezwollen hals klieren  gezonde immuunreactie.

,Levensloop




Naïve cel Effector lymfocyt Geheugen lymfocyt
T lymfocyt
Migratie Preferentieel naar perifere Preferentieel naar ontstoken Lymfeknopen en, mucosa en ontstoken
lymfeknopen weefsel weefsels.
Celfrequentie bij Zeer laag Hoog Laag
specifiek antigen
Stimulans Primaire antigeen herkenning Secundaire antigeen herkenning
Overleving Weken-maanden, indien geen Kort, degenereren na eliminatie Lang, ook in afwezigheid van antigenen 
activatie door antigeen  van antigen. algehele frequentie stijgt met leeftijd
apoptose en vervangen door (compenseert voor gereduceerde output
nieuwe cellen. van nieuwe T cellen.
Effector functie Cytokine secretie  activatie B
cellen, macrofagen… en
vernietigen van geïnfecteerde
gastheercellen.
B lymfocyt
Affiniteit voor Relatief laag Stijgt tijdens immuunrespons Relatief hoog
immunoglobuline
Effector functie Antilichaam secretie door plasma
cellen


Antigeen-presenterende cellen (APC)
Opvangen van antigenen, transporteren naar perifere lymfoïde weefsels, presenteren aan lymfocyten. Produceren
ook oppervlakte en secretie proteïnen die nodig zijn om naïve T-cellen te activeren (professionele APC’s).

- Dendritische cellen: vangen antigenen van microben die door epitheel komen of het lymfoïde orgaan zijn
binnengedrongen  transport naar lymfeknoop  presentatie aan T- lymfocyten. Meest effectieve
(professionele) APC’s.
- Macrofagen: microben of antigenen fagocyteren die door epitheel zijn gebroken of presenteren als ze het
lymfoïde orgaan zijn binnengedrongen (cel-gemedieerde immuunrespons). Professionele APC.
- Folliculaire dendritische cellen (FDC): in centrum van lymfoïde follikels in perifere lymfoïde organen. Bevatten
antigenen die differentiatie van follikelcellen stimuleert. Presenteren antigenen aan B lymfocyten in humorale
immuun responsies.
- B-cellen: professionele APC.
- Mastcellen: recruteren leukocyten voor microbe vernietigen

Effector cellen
Eliminatie van antigenen

- T lymfocyten: activatie van fagocyten, vernietigen van geïnfecteerde cellen.
- Macrofagen: fagocytose en vernietigen van microben + weefselherstel.
- Granulocyten (leukocyten (WBC)  neutrofielen en monocyten): vernietigen van microben.

Lymfoïde weefsels
Organen
- Generatieve lymfoïde organen: maturatie van T en B lymfocyten in beenmerg en thymus.
- Perifere lymfoïde organen: initiatie van adaptieve immuunresponsies in 

, Lymfeknopen: omkapselde accumulaties van lymfoïd weefsel in de
lymfevaten. Lymfevaten draineren gelekt lymfe afkomstig uit bloed. APC’s in
de knopen scannen de lymfe op antigenen en dendritische cellen
transporteren perifeer opgenomen antigenen naar de knopen 
concentratie van antigenen in lymfeknopen. Aparte zones voor T en B cellen!
Follikels van B cellen met evt germinaal centrum in cortex  productie
antilichamen. T cellen in de paracortex.

Milt: sinusoïdaal netwerk met veel fagocyten die opgevangen antigenen uit
het bloed (door dendritische cellen en macrofagen) vernietigen. Het
arteriool wordt omgeven door PALS (T) en follikels (B) met een germinaal
centrum  witte pulpa, omgeven door rode pulpa.

Cutane en mucosale immuunsysteem: lymfoïd weefsel en APC’s in en onder
epitheel van huid en gastrointestinale (platen van Peyer) en respiratoire
(tonsils) wegen. Bevatten minimaal ¼ van de lymfocyten, vnl
geheugencellen. Reageren op pathogenen, maar niet op de grote hoeveelheden
commensale microben in epitheliale barrières (regulerende T cellen die T
lymfocyten inhiberen).

Separatie van T en B cellen in zones door aantrekking/repulsie van chemokines.

- B cellen receptor voor CXCR5.
- T cellen receptor voor CCR7.

Recirculatie en migratie
Naïve T lymfocyten circuleren continu tussen bloed en perifere
lymfoïde organen.

1. Migratie van mature naïve T cellen naar lymfeknoop
 binnen via high endothelial venules (HEV’s).
2. Migratie naar T cel zones (oiv CCR7 chemoattractie).
Naïve B cellen migreren naar follikels oiv CXCR5.
3. Dendritische cellen presenteren antigenen aan T cel.
Herkenning antigen  activatie lymfocyt (evt.
productie antilichamen). Bevordert door
concentreren van microben in lymfeknopen en herhaaldelijke circulatie van lymfe langs knopen.
4. Effector cellen (T cellen) verlaten de lymfeknoop via efferente lymfevaten en migreren naar geïnfecteerd
weefsel. Antilichamen blijven in de lymfeknoop of migreren naar het beenmerg.
5. Geheugen T cellen recirculeren door lymfeknopen (secundaire immuunrespons) of migreren naar
infectiehaard (infectie elimineren).

Immuunresponsies
Vroege aangeboren immuunrespons
Continue bescherming tegen microben in omgeving en tegen commensale organismen. Alle weefsel bevatten
wakende cellen (macrofagen, dendritische cellen, mastcellen) die microbiale producten herkennen.

- Inflammatie
o Recrutering van leukocyten (fagocyten, lymfocyten) en plasma proteïnen naar locatie infectie.
o Vernietigen van microben + herstellen van beschadigd weefsel.
- Antivirale mechanismen
o Voorkomen virale infectie en reproductie van gastheercel.

Andre functie: herkennen en opruimen of herstellen van dood of beschadigd materiaal.

Oplosbare moleculen in bloed en weefselvloeistof kunnen ook microben herkennen en evt. het oppervlak ervan
modificeren  betere opname door fagocyt.
$15.79
Get access to the full document:
Purchased by 26 students

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached


Also available in package deal

Reviews from verified buyers

Showing all 6 reviews
6 year ago

6 year ago

7 year ago

8 year ago

8 year ago

6 year ago

Day ahmed_layla, would you like to explain your review? Because your review is very different from the other reviews. Greetings, biomedicalsciencestudent

8 year ago

3.7

6 reviews

5
1
4
4
3
0
2
0
1
1
Trustworthy reviews on Stuvia

All reviews are made by real Stuvia users after verified purchases.

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
biomedicalsciencestudent Universiteit Hasselt
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
428
Member since
9 year
Number of followers
145
Documents
29
Last sold
2 weeks ago

Ik studeer altijd adhv zelfgemaakte samenvattingen. Ik steek hier heel veel werk in, maar het is het waard. Ze hebben ervoor gezorgd dat ik in 1x voor mijn eerste bachelorjaar geslaagd ben, zonder herexamens! Hopelijk helpen ze jou ook daarbij.

3.7

91 reviews

5
10
4
45
3
33
2
2
1
1

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions