Beste Student,
Op basis van mijn eigen samenvatting die ook te koop staat, heb ik geprobeerd vanuit mijn eigen idee oefenvragen op te stellen. Dit zijn dus niet oefenvragen zoals je ze perse op de toets zal krijgen, maar het zijn vragen die je helpen om de stof beter te begrijpen. Er zijn vragen o...
Korte inleiding
Ik heb op eigen gevoel een aantal toetsvragen gemaakt per onderwerp om je voor te bereiden op
Kennistoets 5 in het tweede jaar van de opleiding HBO Verpleegkunde aan de Hogeschool Utrecht.
Deze vragen gaan echter wel over de stof die je moet leren en kunnen je dus wel helpen om de stof
beter te leren begrijpen. Ik heb per onderwerp geprobeerd zoveel mogelijk aspecten eruit in vragen
te behandelen. Dit zijn dus veel meer vragen dan je op de toets krijgt, puur om alles een beetje langs
te gaan. Dit zijn dus geen officiële toetsvragen uit de toets, deze is door mij zelf gemaakt.
Als ik nog vragen toevoeg, pas ik dit bestand aan en krijg je automatisch een mailtje dat je mijn
bestand opnieuw kan downloaden! Eventuele fouten in deze toets kan ik niet uitsluiten. Hou daar
rekening mee.
1
, 1. Vragen AFPF
D-DIMEER KOMT MISSCHIEN OP TOETS. Dat zei een AFPF docent. Laatste vraag gaat erover.
1. Welke classificatie wordt gebruikt bij de risico-inschatting bij preoperatief onderzoek?
a. SAFE-model
b. SURPASS
c. ASA
d. EWS
2. Geef aan welke van onderstaande uitspraken over de voorbereiding op de operatie niet waar is.
a. Bij preoperatief onderzoek moet er vermeld worden dat er gesproken is over risico’s en
complicaties.
b. De patiënt moet voor de operatie geen makeup opdoen, geen piercings, sieraden, gebitsprothesen
en bril dragen, zichzelf wassen en zichzelf scheren op de plek waar geopereerd gaat worden.
c. De patiënt moet vier tot zes uur voor de operatie nuchter zijn om aspiratie van maagzuur tegen te
gaan.
d. De patiënt mag één tot twee uur voor de operatie (eventueel) premedicatie.
3. Welke van onderstaande redenen behoort niet tot de belangrijkste redenen om premedicatie te
geven?
a. Verminderen van angst
b. Sedatie
c. Amnesie
d. Infectiebestrijding
e. Verminderen van preoperatieve pijn
f. Verminderen van de kans op aspiratie van zure maaginhoud
4. Sommige aandoeningen of operaties geven een verhoogde kans op het ontstaan van trombose.
Daarom wordt er in sommige gevallen tromboseprofylaxe gegeven. Dit houdt in dat er voor de
operatie heparine wordt gegeven, om de kans op het ontstaan van trombose te verminderen. Er
wordt gebruik gemaakt van een laag moleculair gewicht heparine, zoals nadroparine (Fraxipirine).
Bij een hoog risico krijgt de patiënt de avond voor de operatie de LMWH toegediend, daarna ’s
avonds gedurende vijf tot zeven dagen of tot volledige mobilisatie. Bij welke van onderstaande
aandoeningen of operaties kan je deze aanpak vanwege hoog risico op trombose verwachten?
a. Orthopedische operaties
b. Decompensatio cordis
c. Liesbreuk
d. Blindedarm ontsteking
5. Wat is niet waar over het verschil tussen epidurale anesthesie en spinale anesthesie?
a. Bij spinale anesthesie worden het onderlichaam en de benen verdoofd middels een naald in de
wervel. Epidurale anesthesie is bedoeld als pijnbestrijding na de operatie, waarbij er een slangetje
wordt achtergelaten in de rug via waar pijnstilling gegeven kan worden.
b. Bij spinale anesthesie kun je je benen niet meer bewegen, bij epidurale anesthesie nog wel.
c. Bij operaties vanaf de borst tot de benen mag er spinale anesthesie gegeven worden. Epidurale
anesthesie kan alleen worden toegepast bij operaties onder de navel.
2
, 6. Welke van onderstaande complicaties behoren tot de meest voorkomende postoperatieve
complicaties?
a. Delier
b. Ademdepressie
c. Shock
d. Urineweginfectie
e. Diarree
f. Decubitus
7. Welke uitspraken over peritonitis is of zijn waar?
a. Bij peritonitis ontstaan snel complicaties, tenzij de aandoening onmiddellijk wordt behandeld.
b. Pelvic Inflammatory Disease is bij seksueel actieve vrouwen een veelvoorkomende oorzaak van
peritonitis.
c. Bij peritonitis moet je maar één antibiotica tegelijk toedienen.
d. Mensen met peritonitis hebben vaak een lage temperatuur en moeten braken.
8. Koppel het juiste voorbeeld aan het juiste soort bot.
1. Pijpbeenderen
2. Korte beenderen
3. Platte beenderen
4. Onregelmatige beenderen
5. Sesambeentjes
a. Handwortelbeenderen
b. Schedelbotten
c. Knieschijf
d. Wervel
e. Femur
9. Welke botcellen zorgen voor de aanmaak van nieuw botweefsel?
a. Osteoclasten
b. Osteoblasten
c. Osteocyten
10. Zet het proces van botgenezing in de goede volgorde.
a. Rijping periostale callus
b. Vorming spongieus botweefsel en periostale callus
c. Bot geneest volledig
d. Hematoom
e. Ontstekingsreactie
11. Welke uitspraken zijn waar?
a. Als gevolg van een botbreuk kan men een vetembolie krijgen.
b. De tussenwervelschijven in het lumbale gedeelte zijn dunner dan de tussenwervelschijven in het
cervicale gedeelte.
c. Het foramina intervertebralia is een wervelgat waardoor spinale zenuwen en bloed- en lymfevaten
lopen.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller michellebenschop. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.56. You're not tied to anything after your purchase.