Preventie = Op voorhand iets ondernemen om problemen achteraf te voorkomen.
Primaire preventie = voorkomen dat mensen ziek worden of een aandoening
ontwikkelen.
—> bv. vaccinatie baarmoederhalskanker
Secundaire preventie = ziekten vroegtijdig opsporen om ernstigere ziektetoestand
te vermijden.
—> bv. borstkankerscreening voor vrouwen vanaf 50 jaar
Tertiaire preventie = voorkomen dat een al aanwezige ziekte zich opnieuw
manifesteert of leidt tot nog zwaardere complicaties (aanpassen levensstijl)
—> bv. stoppen met roken na succesvol behandelde NKO-tumor
Wat is screening?
- Door de overheid systematisch georganiseerd programma voor
kankerpreventie waarbij een gezonde groep van mensen onderzocht wordt op
mogelijke aanwezigheid van kanker
- Doel = aandoening in vroeg stadium ontdekken omdat ze dan minder agressief
te kunnen behandelen
- Gaat om een groep mensen die op basis van bepaalde kenmerken (bv. leeftijd)
een risico lopen
Voorwaarden voor het een bevolkingsonderzoek?
- Er moet een test bestaan met hoge specificiteit en sensitiviteit, zodat het
percentage fout- positieven en fout-negatieven beperkt blijft
- De aandoening moet bij behandeling in een vroeg stadium een duidelijk betere
prognose hebben dan bij latere ontdekking
- De test zelf mag geen aanleiding geven tot ziekte of bijwerkingen
- Het onderzoek moet betaalbaar zijn
Problemen van het bevolkingsonderzoek:
- Lage respons
- Bescheiden opbrengst in de vorm van aantal vroege diagnosen
- Grote groep fout-positieven
- Duur
Kernpunten:
- Screening heeft als doel een bepaalde ziekte in een vroeg stadium te
ontdekken om zo een behandeling te kunnen instellen met een hogere kans op
.
, genezing
- Screening is duur en heeft vaak een bescheiden opbrengst
- In België bestaat een georganiseerde screening naar borst-, baarmoederhals-
en darmkanker
Remissie:
- Nadat een patiënt voor kanker behandeld werd zijn er verschillende situaties of
gevolgen mogelijk
- Een remissietoestand kan volledig of gedeeltelijk zijn
- Concreet: door de behandeling een tijdelijke vermindering van de
ziekteverschijnselen optreedt (partiële remissie)
- Of dat er geen enkele aanwijzing meer is voor de aanwezigheid van de ziekte
(complete remissie)
- Zowel klinisch aantoonbare ziekteverschijnselen als de resultaten van
technische onderzoeken (bv. CT, PET scan) en labo onderzoeken
(tumormerkers, bloedbeeld, cytologie) zijn in het laatste geval negatief
Recidief:
- Na periode van complete remissie kan ene recidief optreden
- Opnieuw ziek worden
- Verschillende vormen:
Primaire ziektelocatie (lokaal recidief)
In de omgeving van de primaire ziektelocatie (regionaal recidief)
Als metastasen op afstand van de oorspronkelijke ziektelocatie
Als combinatie van de voorgaand verschijnselen
Progressieve ziekte
= als de ziekte toeneemt nadat een partiële remissie bereikt werd of de behandeling
geen verbetering gebracht heeft
Kan lokaal, regionaal of metastase
Classificatie van tumoren, TNM classificatie
- Beschrijft de grootte of lokale uitbreiding van de primaire tumor (= T)
- De aantasting van de lymfeklieren (N)
- Metastasen (M) op afstand
Elke tumor eigen classificatiesysteem
Oncologische diagnostiek:
- Relevante informatie leveren over het ziektebeeld
- Uitsluitsel kunnen geven over het al dan niet kwaadaardig zijn
- De uitgebreidheid en prognose van de ziekte beschrijven
- Het diagnostische proces moet resulteren in een behandelingsplan
Diagnostische onderzoeken:
.
,Anamnese en lichamelijk onderzoek
Om een schematisch en relevant beeld van de patiënt en zijn voorgeschiedenis te
vormen
—> leeftijd, gewicht, gezondheidsgewoonten, familiale ziektegeschiedenis…
—> ook psychosociale status onderzoeken
—> lichamelijk onderzoek
Cytopathologisch onderzoek:
Weinig directe diagnostische waarde.
—> Wel alarmsignalen opwekken om verder onderzoek uit te voeren
Algemeen bloedonderzoek:
- Celtelling, erytrocyten, leukocyten en trombocyten, ijzer, elektrolyten
- Weinig diagnostische waarde
- Wel richting geven
Tumormarkers
Enzymen, eiwitten, antigenen, immunoglobulinen of hormonen afkomstig van de
tumor.
—> Geen enkele tumormarker is specifiek of betrouwbaar genoeg om als volwaardig
diagnostisch onderzoek te kunnen dienen
Cytologisch onderzoek
= Cellen microscopisch bestuderen.
—> Staalname (sputum, urine) of punctie (ascites of pleuravocht), beenmergpunctie
Histologisch onderzoek
= Weefselmonsters onderzoeken.
—> Techniek afhankelijk van lokalisatie en aard van de bron
—> Punctie, endoscopische technieken of klassieke excisie
—> Vriescoupe (weefsel bevriezen)
Sentinelklierbiopsie
= Onderzoek naar de schildwachtklier (eerste klier waarnaar een tumor zal
draineren) of sentinelklier
—> De klier die als eerste het lymfevocht vanuit de tumor draineert
—> Wordt als eerste aangetast bij een uitbreiding van de ziekte
—> Kleurstof inspuiten om lymfedrainage te volgen (bv. diagnose borstcarcinoom)
Beelvormende technieken:
Groot belang binnen oncologische diagnostiek
Duidelijke plaatsbepaling, visueel beeld, lokale uitbreidingen of omvang van
metastering in kaart brengen
.
, RX
= Met röntgenstraling een fotografisch beeld maken.
—> digitaal, eventueel met contraststof
CT = comuted tomografie
= Een groot aantal digitale dwarsdoorsneden van het lichaam nemen door
röntgenstraling
- Getailleerd, twee dimensioneel beeld
- Zowel bot als zachte weefsel worden getoond
—> Contrastmiddel gebruikt (aandachtspunt flush = warmte gevoel, AH
problemen, klam gevoel, jeuk, tintelingen allergische reactie!)
MRI: magen ic resonance imaging
- Werkt met maagneetveld en radiogolven, organen worden zichtbaar in het lichaam
Zachte weefsels
Echografie
= Beeldmateriaal door het maken van geluidsgolven met een echo-toestel.
—> lage belasting patiënt
—> minder duidelijk beeld
—> ook bij het uitvoeren van een biopsie/punctie
Anatomapathologische onderzoek APO
- Na biopsie name (type tumor)
- Na heelkundige ingreep (type tumor, TNM, agressiviteit,…)
Interventieradiologie
- Minimale invasieve procedures ondersteund door radiologisch beeldmateriaal
- Vele ingrepen onder lokale verdoving en dagbehandeling
- Echo, MRI of CT op punctie visueel te ondersteunen
Chemo-embolisatie
- Chemotherapie wordt door middel van katheterisatie in een slagader
ingespoten
- Specifiek orgaan bereiken met een zeer hoge dosage van cytotoxische
middelen
- Rest van lichaam krijgt zeer beperkte dosis, bijwerkingen dus minder
Radio-emobilsatie
- Lijkt op chemo embolisatie
- Verschil in ingespoten stof
- Bij radio, radioactieve partikels
- Gericht een orgaan of zone bereiken
.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lenemichiels. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.05. You're not tied to anything after your purchase.