Forensisch sociaal werk
LES 1: 16 februari
Individuele verwerkingsopdracht indienen op 6 mei. Zie ppt voor meer info.
1. WAT IS FORENSICH SOCIAAL WERK
= Sociaal werk binnen forensisch veld (forensisch betekent gerechtelijk)
Dit wil zeggen het domein waar sociaal werk en (straf)recht elkaar raken:
1) Activiteiten en disciplines die linken hebben met strafrecht: politie, parket, strafuitvoering
binnen en buiten gevangenissen, re-integratie
2) Algemene hulp- en dienstverlening aan justitiabelen mensen die rechtstreeks of
onrechtstreeks geconfronteerd worden met een strafrechtelijke interventie (of hiermee in
aanraking dreigen te komen)
Hetzij als dader (verdachte/ pleger van een delict),
Hetzij als slachtoffer,
Hetzij als naastbestaande van dader en/of slachtoffer,
Deze vormen lopen door elkaar of kunnen elkaar aanvullen of versterken.
Dit zorgt dus voor een steeds ontwikkeld concept. En zorgt voor enkele vragen:
o Hoe kunnen we het recht op maatschappelijke dienstverlening in confrontatie met
strafrechtsbedeling verzekeren?
o Hoe kunnen we op een menswaardige manier omgaan met ervaringen van
criminaliteit en onveiligheid?
o Wat is de rol van SW binnen forensische context? (Instrument of tegengas geven?)
Deze stellen grenzen, ze geven aan wat er in een maatschappelijke context wel en niet toegelaten is.
Ze hebben een normerende functie, dit wil zeggen dat als er een grens overtreden wordt dit zal
worden gesanctioneerd of bestraft. Veiligheid is het hoogste goed. MAAR dit is niet neutraal: regels
worden bepaald door de heersende rechtsorde en verbonden met sociaal- economische context.
Andere doelen: Veiligheid, controle, ordehandhaving.
VS
1
, Doelstelling SOCIAAL WERK
Zij stellen bevorderen van welzijn tot doel. Tegelijk heeft sociaal werk steeds meer andere
finaliteiten: controlerende, corrigerende, normerende, …. Maar ook sociaal werk is niet neutraal, ze
zijn verbonden met de historische en maatschappelijke context. Andere doelen: sociale
rechtvaardigheid, mensenrechten, collectieve verantwoordelijkheid en respect voor diversiteit,
sociale verandering, empowerment mensen.
3. SPANNINGSVELD STRAFRECHT – SOCIAAL WERK
1. FSW werkt binnen de context van het strafrecht. Aantal krijtlijnen en het speelveld zijn al
bepaald. Hierdoor geen is het geen neutrale ruimte.
2. Het speelveld is steeds in conceptuele ontwikkeling: Wat strafbaar is, wat prioriteit krijgt … is
maatschappelijk steeds in verandering (Vb: Zaak dutroux en rol slachtoffers, Terrorisme-
radicalisering, # Me Too…)
3. Individuele benadering vanuit strafrecht VS structurele benadering en interventies
SW (Hoe benadert SW het probleem, hoe ziet SW-relatie tussen individu en maatschappij)
4. SFW IS NIET NEUTRAAL EN IN ONTWIKKELING
Strafrecht en SW worden beiden beïnvloed door politieke en sociaal - economische context en zijn
steeds in ontwikkeling. Ook de verhouding tussen strafrecht en SW worden beïnvloed door de
politieke en sociaaleconomische context. Hierdoor is het belangrijk maatschappelijke en historische
context te kennen en te begrijpen. We gaan dieper in op geschiedenis van strafrecht modellen en
hun evolutie + de politieke vertaling hiervan.
5. FSW: GESCHIEDENIS SFW EN STAFRECHTMODELLEN
Doel van een straf:
Wraak
Vergoeding
Afschrikken (inividueel en groep)
Beschermen van de maatschappij
Verbetering van het individu (pas later in tijd)
Controle in samenleving
Leed (terug)toebrengen
5.1. Middeleeuwen en vroegmoderne tijd
In deze tijd werden wetgeving, rechtbanken en rechtspraak lokaal geregeld. Er was toen ook geen
beroep mogelijk op je veroordeling. De gevangenis was toen geen straf, het was een voorlopige
hechtenis. Met andere woorden een maatregel in afwachting van je proces. In het geval van civiele
gevangen werd de gevangenis gebruikt als dwangmiddel om schulden of boetes te betalen. Men had
straffen zoals: geldstraf, erestraf, lijfstraf en doodstraf. Vanaf de 16de en 17de eeuw werd opsluiting
2
,ook een straf. Zo werd het een alternatief voor boetes die men niet kon betalen. Ook ontstonden er
tuchthuizen voor probleemjongeren, armen, etc om hen te werk te stellen. Deze waren om
landloperij te voorkomen. Later werden deze huizen gevuld met ter dood veroordeelden voor
dwangarbeid.
5.2. Na het Ancien Regime (1789)
Er ontstaat een reactie op de willekeur van machthebbers, door verzet van verlichtingsfilosofen. Ze
pleiten voor een totale hervorming van het strafrechtsysteem. Het recht op bestraffing moet
steunen op 3 principes:
1. Legaliteit = straffen op voorhand in de wet vastgelegd
2. Proportionaliteit = straftoemeting, in verhouding tot ernst misdrijf
3. Subsidiariteit = strafrecht als laatste middel, als al de rest faalde
5.3. Klassiek strafrecht
Rationeel mensbeeld= de dader overtrad de wet uit vrije wil = vrije wilskeuze & idee sociaal contract
= wanneer een delinquent een straf onderging zou hij in de toekomst geen nieuwe feiten plegen
(indien nieuwe feiten = vergelding voor niet naleven sociaal contract),
Schuld speelt een rol: geen straf zonder schuld
Wie over geen vrije wil beschikt heeft geen schuld, kan niet gestraft worden.
Veel ideeën van het klassieke strafrecht zijn opgenomen in ons strafrecht (/wet). In 1810 kwam de
Franse code Pénal uit, deze is nog steeds de basis van ons Belgisch strafwetboek. Bestraffing is niet
langer een dreiging of repressie, maar een zekerheid dat je gestraft zou worden voor een misdrijf via
een humaan geachte gevangenisstraf. Het individuele cellulaire gevangenisregime werd ingevoerd
door Edouard Ducpétiaux. Individuele opsluiting was de manier om gevangenen moreel bij te
spijkeren. Bezinning, arbeid, scholing, godsdienst. Het uitgangspunt was een humane straf. Dit was
onder andere gekant tegen doodstraf. Er werden 30 gevangenissen gebouwd in België naar dit
model tussen 1840 en 1919.
3
, 5.4. Sociaal verweer of de sociale gevaarlijkheid van de dader
In de tweede helft van de 19de eeuw was het forensische onder invloed van nieuwe wetenschappen
(fysiologie, erfelijkheidsleer, sociologie, psychologie…). Er is een nieuw mensbeeld: de
gedetermineerde mens. De mens kiest niet bewust maar wordt bepaald door een aantal interne of
externe oorzaken tot delinquentie. De focus ligt niet meer op het misdrijf maar op persoonlijkheid
van de dader. Het misdrijf is geen doelbewuste overtreding van de strafwet, maar een samenspel
van diverse omstandigheden.
Drie scholen die andere factoren naar voor brengen die zorgen voor gedetermineerd gedrag:
1) De Italiaanse Antropologische school: Criminaliteit is aangeboren onder andere de studie
van de schedel (frenologie), uitwendige kenmerken
2) De Franse Milieuschool: sociale factoren; zij zagen voornamelijk de omgeving als
hoofdoorzaak van crimineel gedrag. Het sociale milieu waarin een individu opgroeit is
volgens deze leer doorslaggevend of een persoon een crimineel is of niet.
3) Bio-sociale school: fysieke, individuele & sociale factoren. Synthese van bovenstaande
theorieën.
5.5. Positivisten
Verschillende disciplines bestudeerden misdaad (misdaad meten), wat zorgde voor nieuwe
opvattingen. Strafrecht is een middel om doelen te bereiken (minder recidive, veilige maatschappij).
Door de positivisten is de functie van straffen gewijzigd. Straf op zich zinloos, sanctie die delinquent
zo behandelde dat hij weer in de maatschappij kon worden opgenomen (resocialisering!). Strafmaat
is niet automatisch uit de wet, oordeel van de rechter.
Geen schuldnotie, wel gevaarsnotie (geen vrije keuze dus geen schuld, wel kans op recidive).
Een maatschappij moet kunnen optreden vooraleer het misdrijf gepleegd wordt VS
proportionaliteitsbeginsel
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller aliciasalomez1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.30. You're not tied to anything after your purchase.