100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Financieel Risicomanagement en bedrijfsvoering $6.29
Add to cart

Summary

Samenvatting Financieel Risicomanagement en bedrijfsvoering

 39 views  4 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Hoofdstuk 1 t/m 5, 7,9 en 10 Gebruikt voor het tentamen

Preview 3 out of 16  pages

  • No
  • 1 t/m5,7,9,10
  • June 13, 2023
  • 16
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
financieel risicomanagement:

Risico= het effect van onzekerheid op het behalen van doelstellingen.

Risicomanagement= gecoördineerde activiteiten om een organisatie te sturen en te beheersen met
betrekking tot (financiële) risico´s.

PDCA- cyclus:

Identificeren- wat kan er gebeuren (plan)

Analyseren- kans en gevolg (do)

Evalueren- aanvaardbaarheid (check)

Preventiemaatregelen (act)

Bedrijfsvoering= de sturing en beheersing van bedrijfsprocessen binnen een organisatie om de
doelstellingen te kunnen realiseren.

Hoofdstuk 1 De balans

Activa en passiva

1. Activa (debet) 2. Passiva (credit)
- vaste activa - eigen vermogen
- vlottende activa - vreemd vermogen
- Totaal activa - totaal passiva

De posten op de balans zijn geordend van ´vast´ naar ´vlottend´

Vast = de bezittingen of het kapitaal zijn voor een langere termijn in de onderneming vastgelegd.
Vlottend = de activa wordt op de korte termijn, in beginsel binnen een jaar verbruikt.

Activa

Vaste activa zijn duurzame productiemiddelen, zoals terreinen, gebouwen, machines en auto´s. Deze
middelen kunnen worden verkocht, maar de bedoeling is om ze voor een langere tijd in de
onderneming te gebruiken.

Immateriële vaste activa bv. Goodwill, grond, gebouwen, machines, inventaris, auto, deelnemingen
in andere bedrijven.

Materiele vaste activa bv. Grondstoffen/ gereed product, debiteuren, vorderingen op korte termijn,
overlopende activa, banksaldi

Afschrijvingen

Iedere periode dat de productiemiddelen minder waard worden, zal de waardevermindering als
afschrijvingskosten in de winst- en verliesrekening worden opgenomen.

De aanschafwaarde (AW) wordt onder de vaste activa op de balans geplaatst.

De waarde van de activa op het moment van opstellen van de balans is de boekwaarde.

Boekwaarde= AW- afschrijvingen

,De restwaarde van een duurzaam productiemiddel is de geschatte verkoopwaarde aan het einde van
de levensduur. Vaste activa wordt afgeschreven totdat de waarde gelijk is aan de restwaarde.

Lineaire afschrijving= meest gebruikte methode



Afschrijvingskosten= (AW- R) / N

Investeringsvormen:

1. Initiele investeringen;
2. Vervangingsinvesteringen;
3. Uitbreidingsinvesteringen;

Initiele investeringen: vinden plaats bij de oprichting van een onderneming. Het gaat om de kosten
van de oprichting en de bedrijfsuitrusting.

Vervangingsinvesteringen: deze zijn ter vervanging van verouderde productiemiddelen met een
vergelijkbare productiecapaciteit.

Uitbreidingsinvesteringen: dient om de productiecapaciteit te vergroten.

Vlottende activa

De vlottende activa bestaan uit onder andere de voorraden courante goederen en de liquide
middelen.

Courant= de goederen zijn voor productie bruikbaar en verkoopbaar.



Liquide middelen = alle direct opeisbare tegoeden op bank- en spaarrekeningen + kasgelden

Passiva

De passiva kan worden verdeeld in eigen vermogen en vreemd vermogen.

Het eigen vermogen staat bovenaan: het kapitaal en de reserves
Definitie eigen vermogen: het eigen vermogen is geen fysieke pot met geld, het eigen vermogen op
de balans is feitelijk een boekhoudkundige restpost, waarmee het totaal van de passiva gelijk wordt
gemaakt aan het totaal van de activa.

Reserves:
Deze vormen een buffer om tegenvallers in de toekomst te voorkomen.

 Agioreserves
 Herwaarderingsreserves
 Wettelijke reserves
 Statutaire reserves
 Overige reserves

Het vreemd vermogen: de voorzieningen en de schulden.

 Lang vreemd vermogen
- Voorziening groot onderhoud
- Leningen

, - Hypotheek
 Kort vreemd vermogen
- Leningen < 1 jaar
- Crediteuren
- Vooruit ontvangen bedragen

Btw (belasting toegevoegde waarde)

Er zijn 3 btw-tarieven:

1. 21%
2. 9% - geldt voor levensmiddelen en goederen die in het algemeen tot eerste levensbehoeften
behoren
3. 0% - geldt voor export van goederen en diensten

Hoofdstuk 2 De winst- en verliesrekening

De winst- en verliesrekening of ook wel resultatenrekening genoemd, toont het in een bepaalde
periode behaalde financiële resultaat van een onderneming. Dit financiële resultaat toont of een
organisatie spreekwoordelijk gezond is.

Winst= als de opbrengsten hoger zijn dan de kosten > positief saldo

Verlies= als de kosten hoger zijn dan de opbrengsten > negatief saldo

Technische levensduur is de periode dat het productiemiddel technisch gezien in staat is te
produceren

Economische levensduur is de tijd dat het productiemiddel op een economisch efficiënte manier
gebruikt kan worden ofwel dat het nog voldoende waarde toevoegt aan de productie.

Als er door nieuwe technologieën productiemiddelen beschikbaar komen die efficiënter produceren
neemt de economische levensduur af.

Effectiviteitscriterium

Productiemiddelen zoal een autoladder van de brandweer, moeten altijd 100% inzetbaar en
betrouwbaar zijn. Productiemiddelen worden daarom vervangen, gerepareerd of gereviseerd als ze
niet meer 100% betrouwbaar zijn.

Hoofdstuk 3 Begroten van kosten

De begroting van de kosten moet altijd in relatie tot de begroting van de omzet worden bezien,
omdat de kosten samenhangen met de omzet. Dit speelt vooral bij directe, variabele kosten, zoals
grond- en hulpstoffen die voor de productie noodzakelijk zijn. De toe- of afname van deze kosten
kan als vast percentage van de omzet worden begroot indien er een lineair verband is tussen de toe-
of afname van de kosten.

Kostensoorten kunnen bijvoorbeeld bestaan uit salariskosten, autokosten, advieskosten en
afschrijvingskosten. De systematiek gaat ervan uit dat de aard en omvang van de huidige activiteiten
ongewijzigd doorgezet wordt. Het risico van die benaderingswijze is dat alternatieven uit het oog
worden verloren.

Als bij het begroten rekening wordt gehouden met een verandering van activiteitenniveau, is er
sprake van een incrementele begroting. Bij een systeem van incrementeel begroten onderbouwen

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rooshoogeboom12. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.29. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

48298 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$6.29  4x  sold
  • (0)
Add to cart
Added