een uitgebreide samenvatting van de pathologie, met verschillende thema's ; farmacologie, aandoeningen hart en vaatstelsel, aandoeningen van ademhalingsstelsel, bloedvorming, speciale farmacologie, aandoeningen van spijsverteringskanaal, nieren, urine wegen, lever. aandoeningen van zenuwstelsel, z...
Inhoud
seminair 1 : hoofdstuk 1 in pathologie voor verpleegkundige ‘..............................................................2
Seminair 2: farmacologie en de operatie................................................................................................4
Seminair 3 ziekteoorzaken en basisziekteprocessen..............................................................................9
Seminair 4 : aandoeningen van hart- en vaatstelsel.............................................................................16
Seminair 5 ; aandoeningen van bloed, bloedvorming en lymfesysteem. En aandoeningen van
ademhalingsstelsel...............................................................................................................................27
Seminair 6 ; speciale farmacologie & laboratoriumdiagnostiek...........................................................40
Seminair 7 ; aandoeningen van het spijsverteringskanaal....................................................................49
Seminair 8 ; aandoeningen nieren , urine wegen, voortplanting, hormonale......................................64
Seminair 9 ; aandoeningen van zenuwstelsel, zintuigen, huid en bewegingsapparaat........................79
Seminair 10 ; kinderziekten, psychiatrische ziektebeelden, ziekte door en tijdens de zwangerschap. 93
1
,seminair 1 : hoofdstuk 1 in pathologie voor
verpleegkundige ‘
homeostase = inwendig evenwicht van het lichaam
ziekte kun je omschrijven als verstoring van de homeostase
Pathologie = leer van de ziekten of aandoeningen
Morbiditeit = de mate waarin een bepaalde aandoening voorkomt in een populatie
Incidentie = het aantal nieuwe gevallen van een aandoening in bepaalde periode
Prevalentie = het aantal gevallen van een aandoening op bepaald tijdstip in bepaalde
populatie
Mortaliteit = een maat voor de sterfte
Endogene factoren ontstaat de aandoening van binnenuit
Exogene factoren ontstaat de aandoening door een oorzaak van buitenaf
Bij een idiopathische aandoening is de etiologie niet bekend. (Exogeen of endogeen)
Iatrogene aandoening = is als gevolg ontstaan van een ingreep door zorgdeskundige
Congenitaal = aangeboren
Pathogenese = beschrijft de processen in lichaam die in reactie op een eventuele
oorzaak tot ziekte leiden.
De processen:
Inflammatie (ontsteking) Ontsteking is beschermende reactie van
lichaam
Abnormale activiteit van het Immuunsysteem kan ongewenste
immuunsysteem activiteit vertonen en leiden tot auto-
immuun ziekte
Neoplasie(nieuwvorming) Tumoren ontstaan door abnormale en
ongecontroleerde cel- of weefselgroei.
Ischemie(doorbloedingsstoornissen) Zuurstoftekort door onvoldoende
(Infarct) doorbloeding ten gevolge van hart-vaat
en stollingsafwijkingen, leidt tot
verkeerde functie van diverse
orgaansystemen
Metabole stoornissen Hierbij is er sprake van een gestoorde
stofwisseling op celniveau
Degeneratie Het afnemen van de normale functie
bijvoorbeeld ten gevolge van
veroudering of slijtage
Risicofactoren is belangrijk voor het ontwikkelen en opstellen van preventieve
maatregelen.
Endogene risicofactoren: leeftijd, geslacht, erfelijke factoren
2
,Exogene risicofactoren: straling, kankerverwekkende stoffen blootstelling
Symptomen: zijn kenmerken/ verschijnsels waaraan een aandoening te herkennen is.
Subjectieve symptomen: zijn pijn, jeuk, benauwdheid kan je niet meten
Objectieve symptomen: versnelde hartslag, transpireren, koorts kan je meten
Asymptomatisch: aandoening zonder ziekteverschijnselen.
Als symptomen bij een aandoening altijd in een bepaalde kenmerkende combinatie
voorkomt = het een syndroom
Anamnese: subjectieve verhaal van de zorgvrager over zijn klachten
Auto-anamnese: patiënt zelf
Hetero anamnese: van iemand anders, kind, handicap
Tractus anamnese: vragen over gehele lichaam.
ABCDE-METHODIEK
- A – airway
- B- breathing
- C- circulation
- D-disability
- E – exposure
Lichamelijk onderzoek vaak in deze volgorde:
- Inspectie: kijken en ruiken en houding
- Percussie: trommelen, bekloppen van lichaamsdelen
- Auscultatie: luisteren naar organen
- Palpatie: voelen van lichaamsdelen.
Differentiaaldiagnose:
Op basis van de anamnese en lichamelijk onderzoek kan de arts een
waarschijnlijkheidsdiagnose opstellen. Bij meerdere waarschijnlijkheidsdiagnose
spreken we van een differentiaaldiagnose. Aanvullend onderzoek wordt
ingezet om tot de uiteindelijke diagnose te komen.
Onderzoeken:
- Laboratoriumonderzoek onderzoek samenstelling en onderzoek
aanwezigheid.
- Beeldvormend onderzoek röntgenonderzoek en computertomografie en
MRI en PET en echografie en endoscopie.
- Functieonderzoek ecg en eeg en longfunctieonderzoek.
Soorten behandeling:
3
, Curatieve behandeling: is gericht op de genezing: keelontsteking – antibiotica
Palliatieve behandeling: is gericht op behoud van kwaliteit van leven,
verlichting van pijn.: kanker- chemotherapie
Causale behandeling: het geneesmiddel bestrijdt de oorzaak.: penicilline –
pneumokokkenpneumonie
Symptomatische behandeling: pijnbestrijding: paracetamol.
Aanvullend onderzoek: wat kan er nog verder gevonden worden?
Differentiaaldiagnostiek: waar lijkt het op?
Diagnose: het meest waarschijnlijke ziektebeeld bij de patiënt
Therapie: hoe kan de ziekte behandeld worden
Complicatie: bijkomende ziektes
Prognose: is verwachte verloop en de uitkomst van de ziekte of aandoening.
Comomorbiditeit/ Multi morbiditeit: als er sprake is van 2 of meer aandoeningen bij
een persoon.
Seminair 2: farmacologie en de operatie
Indelingen therapie:
- Preventief (= nog voordat er iets is; vaccinatie)
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller zoe1440. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.06. You're not tied to anything after your purchase.