Week 1
Structuur IPR: arbeidsrecht tracé
1. Algemeen kader en context
2. Internationale werknemers met een vaste werkplek
3. Transnationale detachering van werknemers
4. Werknemers werkzaam in meerdere landen
5. Handhavingsaspecten bij internationale arbeidssituaties
Agenda voor vandaag
- Context: vrij verkeer van (gedetacheerde) werknemers
- Algemeen kader: verwijzingsregels voor toepasselijk arbeidsrecht + bevoegde rechter
Jp: kaders worden bepaald door de voorgeschreven jurisprudentie van week 1
Bleichlauf = in het IPR vak bewust geprobeerd wordt dat Brussel I en Rome I om vooral zoveel
mogelijk hetzelfde uit te leggen voor zover er dezelfde begrippen zijn.
1. Context
De EU en transnationale arbeidsmobiliteit
Steeds meer grensarbeiders dus wordt IPR ook steeds belangrijker. Daarmee komen ook Europese
IPR.
EU labour mobility --> nieuw
3 toegangspoorten voor vrije intra-EU arbeidsmobiliteit
Moet op achtergrond weten dat er verschillende toegangspoorten zijn. Hier zie je hoe dit juridisch is
,vertaald voor die vrije arbeidsmobiliteit. Voor arbeiders is het voornamelijk vrij verkeer van
werknemers. Lex loci laboris --> recht van de gewoonlijke werkplaats.
Situaties waar werkgever tijdelijk naar ander land uitzendt. Dit komt veel in een ander hokje,
namelijk vrij verkeer van dienstverlening. Ondernemer neemt namelijk het initiatief en mobiliteit
loopt daarmee via vrij verkeer van diensten. Hier is dan de Detacheringsrichtlijn van toepassing.
Verordening 883 is de sociale zekerheid en hier staan ook verwijzingsregels.
Steeds meer zzp’ers die werk doen waarbij ook gezegd kan worden dat het een werknemer is. Dan
gaan we meestal eerst kijken naar het hokje van vrijheid van vestiging.
Vormen van intra-EU werknemersmobiliteit
- Art. 45 VWEU
o Permanente migrant
Structureel voor aok voor onbepaalde tijd is gaan werken in ander land
o Seizoenarbeider
o Grensarbeider
o Werknemer gelijktijdig werkzaam in meerdere landen
- Art. 56 VWEU
o Detachering van werknemer in kader van aangenomen opdracht dienstverlener
o Gedetacheerde uitzendkracht
Uitzendkracht in NL uitgezonden naar bijv. België
o Werknemer uitgeleend in intra-concern verband
Bijv. Multinational en WN intern wordt gestuurd naar ander onderdeel van
dat bedrijf
Rechten bij gebruik van vrij verkeer werknemers
- Afschaffing van elke discriminatie
- Ongeacht aard en ernst op grond van nationaliteit tussen de werknemers der lidstaten wat
betreft werkgelegenheid, beloning en overige arbeidsvoorwaarden
o Art. 45 lid 2 VWEU/art. 7 Vo 492/2011
o Recht van gelijke behandeling speelt ook een rol. Soort spanningsveld. IPR is achilles
van gelijke behandeling omdat het kan doorkruizen. Een ander valt opeens onder
een ander stelsel en in hoeverre kan je gelijke behandeling dan garanderen?
De rechtspositionele schijf van vijf
,Arbeidsrecht, belastingrecht en socialezekerheidsrecht zijn de belangrijkste
Pensioenrecht --> we hebben in NL grote pensioenfondsen en is het een belangrijke
arbeidsvoorwaarde en het is onderdeel van szr.
Migratie en verblijfsrecht --> in EU situatie niet heel van belang meer omdat we vrij verkeer hebben
maar voor familieleden en mensen buiten de EU kan dit een rol spelen.
Vrij verkeer & gelijke behandeling maar.. Hoe te verenigen met 27+ nationale rechtsstelsels?
- Sociale zekerheid: Vo 883/2004 en Vo. 987/2009
- Arbeidsrecht: (Rome I, Brussel I-bis en Detacheringsrichtlijn)
- Belastingrecht: OESO-modelvo. -> bilaterale verdragen
2. Toepasselijk recht & bevoegde rechter
Verdragen moeten worden geratificeerd voordat ze gaan gelden. Pas in 2004 heeft het Hof EU
, bevoegdheid gekregen om Rome I te interpreteren. Tot die tijd speelde de traditie nog een enorme
rol. België en Frankrijk gaan er bijvoorbeeld traditioneel gezien dat hun nationale recht van
toepassing is ten opzichte van NL. Wij hebben het met name over artikel 8, maar je zie ook veel
artikel 6 EVO. Artikel 6 lid 2 a,b,c EVO, is hetzelfde als artikel 8 lid 1,2,3,4 Rome I.
Verordening Rome I: toepasselijk recht
Van toepassing als:
- Moet sprake zijn van internationale (arbeids)overeenkomst (art. 1 lid 1) en
- Het geschil voor een rechter komt die zetelt in een land waar Rome I geldt (art. 2)
- t.a.v. overeenkomsten gesloten op of na 17 december 2009
o Nog daarvoor gesloten? Terugvallen op EVO. Inhoudelijk is er geen verschil
Toepassleijk arbeidsrecht
- Art. 3, 8, 9 Rome I
- (EVO art. 3, 6, 7)
o EVO is afkorting van Rome I conventie
- Hoofdregel: keuzevrijheid/partijautonomie
o Keuzevrijheid en partijautonomie sluit aan bij contractsvrijheid van het privaatrecht
o Mogen zelf bepalen welk recht van toepassing is
- Maar sommige regels zijn keuzebestendig
o Uitzonderingen waar grote bescherming is voor zwakkere partij. Zowel voor
consument als werknemer, ongelijke machtsverhoudingen --> tegenhanger van
contractsvrijheid. Zwakkere partij wordt extra beschermd.
Partijautonomie? Art. 8 lid 1 Rome I
‘De keuze mag er evenwel niet toe leiden dat de werknemer bescherming verliest welke hij geniet
op grond van bepalingen waarvan niet bij overeenkomst kan worden afgeweken op grond van het
objectief toepasselijk recht’ --> Gunstigheidsbeginsel
- Je bent er niet als het recht gekozen wordt (subjectief toepasselijk recht). Dan moet je
alsnog kijken wat het objectieve recht is, want werknemer wordt beschermd tegen de keuze
die hij heeft gemaakt als het objectieve recht gunstiger is --> dat is het gunstigheidsbeginsel
--> is daarmee bescherming van de zwakkere partij.
- Voor de werkgever is het ook van belang om in het oog te houden. Als er zo weinig belang is
bij het gekozen recht kan je het laten aansluiten bij het objectieve recht.
Objectief toepasselijk recht: art. 8 lid 2-4 Rome I
- Recht waar of, bij gebreke daarvan, van waaruit de werknemer ter uitvoering van de
overeenkomst gewoonlijk zijn arbeid verricht (lid 2)
o Lex loci laboris
- Subsidiair: vestiging die de werknemer in dienst heeft genomen (lid 3)
- Met mogelijkheid om af te wijken op grond van nauwere band (lid 4)
Kijken naar rechtskeuze, artikel 3 en dan artikel 8.
Voorbeeld casus: werken in vele landen
- Stel een consultant woont in Groningen en werkt daar voor een nevenvestiging van een
Amerikaans bedrijf. In de aok is de rechtskeuze gemaakt voor het Amerikaans recht. De
afgelopen drie jar was de verdeling van zijn werktijd over Europa als volgt:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mitchelwelling. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.27. You're not tied to anything after your purchase.