100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting fiscaal recht $5.51   Add to cart

Summary

Samenvatting fiscaal recht

 44 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Overzichtelijke samenvatting fiscaal recht, bijna volledige samenvatting van de cursus. Speciaal voor de studenten van VIVES inclusief examenvragen ( mevr Willems), plus oefeningen.

Preview 6 out of 62  pages

  • June 13, 2023
  • 62
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Fiscaal recht
Boek: Praktisch belastingrecht
1. Algemene principes fiscaal recht
1.1 begrip en kenmerken van belasting




Op welke soort belastingen moeten zij betalen? => btw ( toog van tennisclub) / btw ( huis gebouwd
op grond)/ successierechten ( erven) / loon: verpleegster = bedrijfsvoorheffing – notaris:
vennootschapsbelasting ( zie dividenden)

- begrip
 gn wettelijke definitie
 “De belasting is een bijdrage die volgens bepaalde rechtstregels door de overheid wordt
opgelegd met het oog op het verzamelen van financiële middelen die nodig zijn om
uitgaven te doen in het algemeen belang en voor zover die bijdrage bij wet of decreet als
belasting wordt erkend”
 Belasting= belastbare basis maal een tarief ( tarief staat in de wet)

- Kenmerken van een belasting
1) Financieel doel
 Dekken van overheidsuitgaven
 Geen rechtstreekse en individuele tegenprestatie
o Belasting: gn aantoonbare tegenprestatie van de overheid
o Als we belasting betalen weten we niet wat er met ons geld gebeurd
 heffing bestemd om door overheid verstrekte dienst te laten vergoeden = retributie

2) Dwingend karakter= publiekrechtelijk (je moet betalen)
 Eenzijdig opgelegd
 Sancties mogelijk: administratieve en strafrechtelijk
o Administratief
o Strafrechtelijk: uitgesproken door de rechtbank
 Una via-principe
o = maar 1 weg kiezen
o De overheid mag maar 1 weg kiezen; ofwel administratieve boete ofwel
strafrechtelijk vervolgen

,WAT IS GEEN BELASTING

 Retributie
= meer een vergoeding voor geïndividualiseerde dienstverlening vanwege de
overheid die daarbij over een juridisch of feitelijk monopolie beschikt
o Vergoeding voor individuele tegenprestatie
o Vrijwillig ( belastingplichtige is niet verplicht om dienst af te nemen)
o Persoonlijk voordeel
o (overheid zelf moet geen belasting betalen enkel retributie
o Tegenprestatie vn openbare instelling

Verschil met belasting = je moet betalen aan de overheid maar hier wel voor individuele
tegenprestatie, je weet waarom je dit betaald , dit is vrijwillig  belasting niet vrijwillig

Bv je wil gaan badmintonnen, je gaat de zaal huren (eigendom van de gemeente) het huurgeld is
retributie, gemeente krijgt het geld maar men moet ene individuele tegenprestatie leveren

Bv parkeergelden, stad heeft ondergrondse parking, je gaat betalen en je mag daar parkeren (je weet
wat er met je geld gebeurd bv onderhoud vn parking)

 Parafiscale bijdragen
o Vb sociale bijdragen gaan naar rsz
o Aantoonbare tegenprestatie



2. noodzakelijk karakter van belastingen in een
moderne samenleving
- noodzakelijk karakter
 overheid moet haar taak kunnen vervullen
 belangrijkste taak van belastingen
 sociale functie: met belastingen proberen om de sociale aspecten in te brengen
( proberen om de hoge inkomens meer belasten dan de lage inkomens)

3. functies van belasting
1) financiële functie
- belangrijkste inkomensbron voor de overheid
- dekken van overheidsuitgaven
- jaarlijkse begroting ( uitvoerende macht mag dit uitvoeren en wetgevende macht maakt
begroting)

2) economische functie
- invloed prijsvorming
hoe meer belasting op bepaald product hoe duurder voor consument
- invloed op spaarwezen ( bv pensioensparen inbrengen in personenbelasting en daar bedrag
van terug krijgen)
- invloed op consumptie
- invloed op belasting op investeringen

, (bv investeringsaftrek in vennootschappen , bep percentage investeringsaftrek aftrekken van
hun belasting)
- invloed op tewerkstelling
( bv x aantal personeelsleden hebt dat je minder belasting moet betalen)
 economische functie= met belasting invloed leggen op economie ( bep producten meer
gaan belasten zodat mensen minder zouden doen bv roken)

3) sociale functie
- mogelijkheid tot meer belasten naarmate hoger inkomen
vb hoe meer je verdiend hoe meer belast
vb registratiebelasting, bv wnr wij ons eigen huis kopen gaan we ‘korting’ krijgen op
registratiebelasting (belangrijk het moet je 1 e huis zijn)

4. wie mag belasting heffen?
- Iedereen mag belasting heffen binnen eigen bevoegdheid
 Federale overheid
 Lokale besturen
 Regionale besturen (eigenlijke en oneigenlijke bevoegdheden) (gewesten
&gemeenschappen)
 Publiekrechtelijke instellingen
 Supranationale overheden

5. grondwettelijke beginselen van de belastingheffing
- je kan tegen de grondwettelijke beginselen ingaan als je vindt dat de belastingwetgeving niet
wordt gerespecteerd

5.1 legaliteitsbeginsel= wettelijkheidsbeginsel
- steeds een wet, decreet of besluit nodig om nieuwe belasting in te voeren
- invoering heeft 3 facetten
 vaststelling belastingsubject en grondslag
 vaststelling tarief
 vaststelling modaliteiten
- legaliteitsbeginsel= wetgevende macht die monopolie heeft op het invoeren van het wijzigen
van belastingen
- de fiscus moet zich houden aan hetgeen de wetgevende macht zegt

- wetgevende macht gaat bepalen
1) vaststelling belastingsubject en grondslag
2) vaststelling tarief
3) vaststelling modaliteiten
 enkel wetgevende macht
 alle andere dingen kan de uitvoerende macht wel

- als het niet in de wet, decreet ,besluit staat is het niet belastbaar

,gevolgen legaliteitsbeginsel

- principiële belastingvrijdom (1e gevolg)
 vermoeden niet-belastbaarheid
- gebonden bevoegdheid van administratie (2e gevolg)
 gn kwijtschelding of vermindering aan belastingplichtige
= steeds verplicht om tt inning van wettelijk verschuldigde belasting over te gaan
uitzonderingen mogelijk
 administratieve commentaren geen bindende kracht voor BP
- voorzienbaarheidsbeginsel (3e gevolg)
 duidelijke wetten+ consistentie toepassing
 belastingplichtige moet bepaalde consistentie hebben

5.2 eenjarigheidsbeginsel= annualiteitsbeginsel
- belastingwetten worden voor onbepaalde duur ingevoerd MAAR uitvoerende macht moet
elk jaar opnieuw machtiging krijgen om belasting te heffen op basis van de bestaande
wetgeving (wetgevende macht controle op uitvoerende macht)
- gevolgen:
 als mijn kosten gaan ingeven ,mogen de kosten enkel ingegeven worden in het jaar
dat ze gemaakt zijn ( bij vennootschapsbelasting )
 gevolgen op vlak vn ontstaan fiscale schuld (p35)
 gevolgen inkomstenbelastingen (p35)
- belastingwetten gelden voor slechts 1 jr tenzij ze worden vernieuwd

eenjarigheidsbeginsel = ieder jaar gaat de begroting gestemd worden door de wetgevende macht
(altijd kijken naar 1 jaar)

5.3 gelijkheidsbeginsel
- relatief karakter: alle personen die zich in dezelfde feitelijke toestand bevinden op gelijke
wijze moeten worden belast
- gn voorrechten op vlak van belastingen
- objectieve en redelijke verantwoording nodig
- redelijke verhouding tss aangewende middelen en het beoogde doel
- controle door grondwettelijk hof
 prejudiciële vraag (geldt enkel tss partijen)
o wel van zodra rechter zegt dat het schending is van het gelijkheidsbeginsel
gaan ze het volledig aan de kant schuiven
o wetgevende akte getoetst moet worden grondwet
 schorsing/vernietiging: binnen 6 mnd na uitvaardiging (werkt voor iedereen)
o kan ook rechtstreeks naar grondwettelijk hof ( binnen 6 mnd als de wet is
goedgekeurd)
o binnen 6 mnd na uitvaardigen wet…aan hof vragen omwille van
tegenstrijdigheid te schorsen/vernietigen
- gelijkheidsbeginsel= iedere burger gelijk behandeld worden art 10 en 11 grondwet ( fiscal
wetboek art 172)
- feitelijke inbreuk
 kijken naar 2 personen en kijken als ze hetzelfde behandeld worden , in de identieke
situatie ( identiek hetzelfde)

, - juridische inbreuk
 we gaan uit van het onderscheidt zelf en kijken als het onderscheidt gerechtvaardigd
is , het is oke het onderscheidt als het objectief en redelijk verantwoordt is
(als het redelijk te verantwoorden is)
- marginaal toetsen
= rekening houden met de situatie van de personen en dat de overheid toch een bep marge
heeft om te beslissen
- relatief karakter komt niet vaak voor
- KB’s/MB’s – belastingreglementen => rechtbanken en hoven
- Raad van state kan ook met terugwerkende kracht vernietigen of schorsen

6. beginselen en kenmerken die voortvloeien uit de
aard van de belastingen en uit het recht in het
6.1 geen volstrekte autonome rechtstak
- geen algemeen fiscaal wetboek
- gemeen recht van toepassing, tenzij afwijking
- als het niet in specifiek boek staat dan valt het onder gemeen recht (algemeen recht)

6.2 openbare orde (p40)
- raakt de belangen van de maatschappij
- belastingswet bepaalt zelf wie de SA is van de belastingen
 schuldenaar ≠ belastingsdrager
- fiscaal recht= dwingend recht
- je kan de overeenkomst niet tegenwerken aan de fiscus (fiscus bepaald schulden?)
- schuldenaar= diegene dat fiscus zegt die moet betalen
- belastingsdrager= diegene die belasting draagt, niet noodzakelijk dezelfde persoon

(bv je koopt iets aan ondernemer voor 100 euro waar er 21 pr btw op is dus totaalbedrag 121 euro,
de ondernemer gaat de btw doorstorten naar de fiscus(?) – ondernemer moet doorstorten,
ondernemer moet betalen aan overheid, consument is de belastingsdrager want jij hebt die betaald,
de btw heeft de consument betaald)

onroerende voorheffing moet betaald worden door bv de huurder- huurder betaald aan verhuurder-
die doorstort aan fiscus => schuldenaar= eigenaar onroerend goed /belastingsdrager= huurder
onroerend goed ( die betaald effectief)

- ovk met belastingontduiking tot doel => nietig
- verschil met belastingontduiking en belastingvermijding
 belastingontduiking
= wnr een persoon die zich in de voorwaarden bevindt waarin een bepaalde
belasting verschuldigd is, dr een of ander middel aan die belasting tracht te
ontsnappen
o verboden
o bv in het zwart betalen (bv herstellen vn wagen zonder factuur)
o effectief gaan ontduiken

,  belastingvermijding
= wnr een persoon zich niet in belastbare omstandigheden bevindt en er alles aan zal
doen om zich daar niet in te begeven
o wel toegelaten
o recht om minst belastbare weg te gaan kiezen
o je mag kiezen voor de optie met de minste belastingen

 BP recht minst belaste weg te kiezen
 brepolsdoctrine – 2 voorwaarden
1) overtreden gn wettelijke verplichtingen
2) je moet alle gevolgen dragen van je keuze ( indien niet geval: veinzing/
simulatie= belastingontduiking )
o cassatiearrest waardoor we belasting vermijding toelaten
o ging over huur en onderhuurovereenkomst

- bedrijfseconomische werkelijkheid vs juridische werkelijkheid
administratie draagt bewijslast vn veinzing/ simulatie
(p42)
Bv vennootschap betaalde aan haar vennoot-zaakvoerder een abnormaal hoge huurprijs voor bedrijfsgebouw.
De administratie wou obv bedrijfseconomische werkelijkheid een deel van de ontvangen huurvergoeding als
een bezoldiging herkwalificeren


- tussenkomst vd wetgever- invoering antimisbruikwetgeving art 344 §1 WIB92
= antimisbruikwetgeving: fiscus kan bepalen om door de wetgeving te kijken en kijken naar
de economische werkelijkheid
= rechtshandelingen of geheel van rechtshandelingen niet tegenstelbaar indien sprake fiscaal
misbruik
 aantonen dat er toch economisch belang was
 fiscus bewijzen: rechtshandeling gesteld om belastingvoordeel te krijgen
 altijd rekening houden met de antimisbruikbepaling
 enkel en alleen gedaan om geen belasting te betalen => nu kijken ze hierdoor als dit
de enige reden is

- gn ovk mogelijk tussen fiscus en BP ivm rechtskwesties
 wel feitelijke kwesties
 rechtshandeling niet tegenstelbaar aan fiscus
 akkoorden ( preventief)
 ruling = in de toekomst, sluiten voor een handeling dat je in de toekomst gaat stellen
o preventief akkoord sluiten omtrent fiscale aanvaardbaarhei
o voorwaarde= je hebt de handeling nog niet gesteld
o stel dat ik die handeling sluit ben je dan akkoord om die handeling niet te
belasten- als de fiscus akkoord gaat dan geld dit voor 5 jaar
o enkel bindend voor de fiscus ten opzichte van de persoon die hem heeft
aangevraagd
o na 5 jr : nieuwe ruling aanvragen die opnieuw voor 5 jaar geldig is maar als er
niets veranderd is dan geld de ruling voor onbepaalde duur

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Julie2000. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.51. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

78998 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.51  1x  sold
  • (0)
  Add to cart