Introductie
Termen hermafrodieten, pseudohermafrodieten, 46 XX testiculaire DSD, 46 XX ovotesticulaire DSD
misschien nog hierin verwerken?
Disorders of sexual development (DSD) is een overkoepelende term voor congenitale aandoeningen
waarbij een atypische ontwikkeling heeft plaatsgevonden van interne en externe geslachtskenmerken.
(1)
Bij DSD beschikt een lichaam over fenotypische kenmerken die niet overeenkomen met het genotype of
het type gonade van het individu. Deze fenotypische kenmerken hebben betrekking op de
geslachtsorganen zelf, accessoire geslachtsklieren en/of de secundaire geslachtskenmerken, waaronder
gedrag en uiterlijk. Het genetisch geslacht wordt bij zoogdieren bepaald door de combinatie van
geslachtschromosomen afkomstig van de mannelijke en vrouwelijke pro-nucleus. De geslachtsorganen,
testis of ovaria, die worden aangelegd is afhankelijk of de zygote XY of XX-chromosomen heeft. Op het Y
chromosoom bevindt zich het SRY gen, de aanwezigheid van het SRY-gen in XY-embryo’s zorgt ervoor
dat de testis worden aangelegd, terwijl de afwezigheid van het SRY-gen in XX-embryo’s ervoor zorgt dat
de ovaria worden ontwikkeld. Het fenotypische geslacht wordt vervolgens bepaald door de
ontwikkelende gonaden. Bij mannelijke dieren worden door de testis androgenen geproduceerd en
afgegeven aan de circulatie, de aanwezigheid van deze androgenen zorgt voor de ontwikkeling van het
mannelijk fenotype. Bij vrouwelijke dieren waar geen testis aanwezig zijn, zijn ook de androgenen
afwezig waardoor het vrouwelijk fenotype tot ontwikkeling komt. (2,3)
Onder DSD vallen veel aandoening waar onderscheid in gemaakt kan worden. Er zijn 3 grote
hoofdcategorieën namelijk, geslachts-chromosomaal DSD, XX DSD en XY DSD (4). Bij geslachts-
chromosomaal DSD gaat het om een abnormaal aantal geslachtschromosomen of een abnormale
structuur van de geslachtschromosomen. Geslachts-chromosomaal DSD bijvoorbeeld een trisomie of
monosomie kunnen ontstaan door een non-disjunctie (4,5). Een ander gevolg van een non-disjunctie is
mozaïcisme (4,5,6,7). Een andere vorm van geslachts-chromosomaal DSD zijn chimeren (5,6,7,8).
Chimeren hebben twee genetisch verschillende cellijnen in één individu. Chimeren kunnen ontstaan
door het samensmelten van twee embryo’s in de baarmoeder (5,6,7). XX DSD en XY DSD kunnen worden
veroorzaakt door het sex reversal syndrome (SRS) is een voorbeeld van een verstoring in de seksuele
ontwikkeling. Er zijn 2 verschillende vormen van het SRS te onderscheiden, namelijk primary sex reversal
syndrome en secondary sex reversal syndrome. Bij primairy SRS komt het genotypisch geslacht niet
overeen met de ontwikkelde gonaden (XX met testis, XY met ovaria). Bij secondary SRS komen de
ontwikkelde gonaden niet overeen met de andere fenotypische geslachtskenmerken. (2) In dit verslag
ligt de focus op 46 XX testiculaire DSD en 46 XX ovotesticulaire DSD bij mens, hond en kat. Bij de kat zal
ook mozaïcisme worden besproken.
Daarnaast is XX SRY positief ook in een mannelijke kat aangetoond (4,7). En zelfs 1 kat met XX SRY
negatief mannelijk fenotype (5).
,Humaan
Sex reversal syndroom
Binnen humane geneeskunde is er een vorm van het SRS bekent als het 46 XX male sex reversal
syndroom. Bij dit syndroom is er sprake van de aanwezigheid van twee X-chromosomen in een individu
in combinatie met een mannelijk uiterlijk. 46 XX male SRS komt voor bij 1 op de 20000-25000 mensen.
Van 46 XX male SRS zijn twee verschillende vormen bekent. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen
SRY positieve en SRY negatieve individuen. (10)
SRY positief, 46 XX testiculaire DSD
Bij de mens is bekend dat van de individuen met 46 XX SRS, 80% SRY positief is. Een andere benaming
voor deze individuen is SRY positieve 46 XX testiculaire DSD. Bij SRY positieve individuen vindt er meestal
een normale ontwikkeling van de mannelijke gonaden en de mannelijke secundaire geslachtskenmerken
plaats desondanks dat er geen Y chromosoom aanwezig is. Bij testiculaire DSD is er dus sprake van
pseudo-hermafroditisme, omdat het genotype XX niet overeenkomt met het de mannelijke gonade en
het mannelijke fenotype. (10)
Op basis van de fenotypische kenmerken en de aanwezigheid van testis worden deze individuen als
mannelijk gezien. 46 XX testiculaire DSD wordt vaak pas gediagnosticeerd als het individu volwassen is,
naar aanleiding van onvruchtbaarheid. De diagnose kan gesteld worden op basis van de klinische
bevindingen, endocriene testen en cytogenetische testen. De belangrijkste klinische bevinding bij 46 XX
testiculaire DSD-individuen is een te kleine testis. Op jonge leeftijd kunnen cryptorchisme en hypospadie
ook een aanwijzing zijn voor 46 XX testiculaire DSD. Daarnaast kunnen een verminderde haargroei en
borstontwikkeling, ook wel gynaecomastie genoemd, gezien worden. Met endocriene testen kan
hypergonadotroop hypogonadisme gediagnosticeerd worden als gevolg van testiculaire insufficiëntie. En
met behulp van cytogenetische testen kan de aanwezigheid van twee X-chromosomen worden
bevestigd. (11)
De aanwezigheid van het SRY-gen is geslachtsbepalend en zorgt voor de ontwikkeling van de testis. Het
SRY-gen bevindt zich normaal op het Y-chromosoom. Bij 46 XX testiculaire DSD zijn er twee X
chromosomen en is het Y-chromosoom niet aanwezig, desondanks heeft er wel testis ontwikkeling
plaatsgevonden. In het onderzoek van Berglund et al. is aangetoond dat deze individuen Y-
chromosomaal materiaal bezitten. Het chromosomaal materiaal afkomstig van het Y-chromosoom is
door een translocatie van een Y-chromosoom naar een X-chromosoom verplaatst tijdens de vaderlijke
meiose. Op het X-chromosoom dat afkomstig is van de vader bevindt zich dan Y-chromosomaal
materiaal, waaronder het SRY-gen. (12) Met fluorescentie-in-situhybridisatie kan het SRY-gen op een X-
chromosoom aangetoond worden. (10) Tijdens de ontwikkeling vindt er transcriptie van het SRY-gen
plaats waardoor de ontwikkeling van de testis tot stand wordt gebracht. (De ontwikkelende testis
produceren testosteron waardoor ook de secundaire mannelijke geslachtskenmerken tot ontwikkeling
komen). (12)
Mannen met 46 XX testiculaire DSD hebben een verhoogd risico op het ontwikkelen van een tumor in de
gonaden en dan met name een verhoogd risico op het ontwikkelen van een germ cel tumor. Uit
onderzoek van Hersmus et al. is gebleken dat een verstoorde ontwikkeling van de gonaden en de micro-
omgeving tot een abnormale expressie kunnen leiden van POU5F1, KITLG en TSPY, welke betrokken zijn
bij de ontwikkeling van germ cel tumoren. (13)
, Osaka et al. heeft ook onderzoek gedaan naar tumoren en 46 XX testiculaire DSD. De belangrijkste
klinische verschijnselen die bij de patiënt waren aangetoond waren onvruchtbaarheid, azoöspermie en
een toename van de linker testis. Uit onderzoek bleek er sprake te zijn van een goedaardige Leydig cel
tumor. Dit is het eerste onderzoek gericht op Leydig cel tumoren in combinatie met 46 XX testiculaire
DSD. Het verband tussen de ontwikkeling van leydigcel tumoren en 46 XX testiculaire DSD is nog niet
volledig opgehelderd. Wel is er bekend dat chronische en permanente stimulatie van LH receptoren, die
tot expressie worden gebracht op Leydig cel tumoren, tumor ontwikkeling kunnen induceren. (14)
In de literatuur is weinig bekend over de therapie bij DSD. 46 XX testiculaire DSD kent verschillende
verschijningsvormen en daarmee ook verschillende therapien. Verschijnselen zoals cryptorchisme en
hypospadie worden na de geboorte vrij snel gediagnosticeerd en kunnen dan operatief behandeld
worden. Omdat 46 XX testiculaire DSD patiënten er fenotypisch vaak als man uitzien wordt vaak
tijdens/na de puberteit pas duidelijk dat er sprake is van een DSD. Deze patiënten kunnen met
testosteron worden behandeld om de ontwikkeling van de secundaire mannelijke geslachtskenmerken
te stimuleren en borstontwikkeling te voorkomen. (15)
SRY negatief, 46 XX ovotesticulaire DSD
De overige 20% van de individuen met 46 XX SRS zijn SRY negatief, ofwel 46 XX ovotesticulaire DSD
genoemd. Bij deze individuen is sprake van ware hermafroditisme, omdat er zowel ovarieel als
testiculair weefsel aanwezig is. Vlak na de geboorte kunnen bij deze patiënten als eerste aanwijzing van
geslachtsontwikkelingsstoornis, cryptorchisme en hypospadie gediagnosticeerd worden. Na de geboorte
kan er twijfel zijn over het geslacht van de baby, omdat er vaak atypische genitaliën zijn ontwikkeld. 46
XX ovotesticulaire DSD individuen kunnen op basis van het fenotype zowel man als vrouw zijn. In
sommige gevallen is er bij de geboorte op basis van de geslachtskenmerken niet duidelijk of er sprake is
van een vrouwelijk of mannelijk individu. (12)
Op laterale leeftijd wordt bij deze individuen duidelijk dat de mannelijke secundaire geslachtskenmerken
niet duidelijk aanwezig zijn, daarnaast kan er borstontwikkeling en ontwikkeling van vrouwelijke
secundaire geslachtskenmerken worden waargenomen. (10)
Met aanvullende onderzoeken kan bij deze individuen zowel ovarieel als testiculair weefsel worden
aangetoond. Testiculair weefsel ontwikkelt normaal gesproken alleen onder invloed van het SRY-gen dat
afkomstig is van het Y-chromosoom. Bij 46 XX ovotesticulaire DSD-individuen is aangetoond dat het SRY-
gen niet aanwezig is in het genoom. Dat roept de vraag op hoe het mogelijk is dat er toch testiculair
weefsel wordt ontwikkeld? De pathogenese hierachter is niet volledig bekent. Er zijn twee mechanismen
ontdekt die de aanwezigheid van testiculair weefsel bij een SRY negatief 46 XX individu kunnen
verklaren. Zo kan er sprake zijn van een verhoogde expressie van pro-testiculaire genen of een
verminderde expressie van pro-ovariële/antitesticulaire genen. (12)
In het onderzoek van Berglund et al. is bij een XX-jongen bilateraal zowel ovarieel als testiculair weefsel
aangetoond door een over expressie van SOX 3. SOX 3 codeert voor een eiwit dat op SRY lijkt en
overexpressie, als gevolg van een duplicatie van een fragment op het X-chromosoom dat SOX 3 bevat
kan dus leiden tot de ontwikkeling van testiculair weefsel. (12)
Mengen et al. hebben in een studie aangetoond dat een duplicatie van SOX 9 ook verantwoordelijk kan
zijn voor het ontwikkelen van ovotesticulair weefsel in 46 XX individuen. (16)
In het onderzoek van De Lorenzi et al. wordt beschreven dat mutaties van FOXL2, RSPO1 en NR5A1 ook
ovotesticulaire DSD kunnen veroorzaken. (17)
Zoals al eerder besproken hebben patiënten met DSD een verhoogd risico op germ cel tumoren maar in
het onderzoek van Zixiang et al. is gebleken dat ovotesticulaire DSD-patiënten een risico lager dan 3%
hebben op het ontwikkelen van germ cel tumoren. In zeldzame gevallen zijn seminomen,
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mbos7. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.68. You're not tied to anything after your purchase.