100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting inleiding tot de bedrijfskunde $5.89   Add to cart

Summary

Samenvatting inleiding tot de bedrijfskunde

 18 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van het vak "Inleiding tot de bedrijfskunde" op de Universiteit van Antwerpen.

Preview 4 out of 99  pages

  • June 14, 2023
  • 99
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Inleiding tot de bedrijfskunde


INTRODUCTIE

3 belangrijke factoren: Kost (K), Prijs (P) en Waarde (W).



DEEL 1: EEN ZAKELIJKE INSTELLING ONTWIKKELEN

GRONDBEGINSELEN VAN ONDERNEMERSCHAP EN ECONOMIE


CONTEXT


BEDRIJVEN ALS EEN OPEN SYSTEEM

Organisaties bekijken als open systemen, hierbij geldt dat organisaties een invloed krijgen
van een externe partij.

Organisatie staat niet op zichzelf (gesloten), maar is onderdeel van een omgeving
(interactie, uitwisselingen).

Systeem: groep componenten die interactie hebben met elkaar en afhankelijk zijn van
elkaar om een gedeeld doel te bereiken.




Vb: Voorbeeld: boer (= ARBEID) ploegt zijn land (= NATUUR)
met zijn tractor en ploeg (= KAPITAAL). De boer zaait in het
voorjaar, oogst in het najaar en zorgt voor extra bemesting
(= KENNIS/ ONDERNEMERSCHAP)

,Andere onderverdeling van type bedrijven:

1. Producenten (industriële onderneming)
 Kapitaalintensief
 = Nood aan kapitaal/voldoende capaciteit om schaalvoordelen te kunnen
bekomen = toetredingsdrempel
 Vb: fabricage van lucht- en gascompressoren bij Atlas Copco

2. Dienstverleners
 Gaat vaak om gespecialiseerde kennis
 Arbeidsintensief
 = handel wordt in deze tweedeling dan een dienstverlener
 Vb: transportbedrijven in dienst van een producent/industriële onderneming,
verzekeraars, groot- en detailhandel, …



Tegenwoordig: Servitizatie (servitization) = product wordt uitgedacht in functie van het
oplossen van een probleem voor de klant

 Dienstverlening wordt een steeds groter component van producenten/maakbedrijven




WAARDE CREATIE

Doel van organisaties:

Winst creëeren= bedrijf/onderneming

Non-profit= organisatie

 Hebben géén winstuitkering maar dienen wel op financieel efficiënte wijze te opereren!
Break-even mét ruimte voor investeringen

Doel voor elke organisatie/bedrijf = waardecreatie voor klanten/consumenten/doelgroep



Klantenwaarde adhv KPW-schema:

Kosten < Prijs < Waarde

,Waarde van onderneming hangt af van de prijs dat de consumenten willen betalen

 Is dus sterk afhankelijk van de perceptie van klanten

Superieure klantenwaarde ALS

 De waargenomen voordelen van het product/de dienst GROTER ZIJN dan de
verwachte voordelen
 Voordelen van jouw product/dienst GROTER ZIJN dan de voordelen van het
product/de dienst van concurrenten




Creatie van klantenwaarde:

1. Realisatie van DIRECTE kostenbesparingen bij de afnemer, door een product/dienst
aan te bieden met een lagere PRIJS = Financieel voordeel
2. Realisatie van INDIRECTE kostenbesparingen (vb: dankzij jouw bedrijf kan de klant
zijn voorraad verkleinen, efficiënter werken door nieuw besturingssysteem, …)
3. Bijdragen aan de DIFFERENTIATIE van de afnemer (impact op de kerncompetenties
van de klant, vb. Producten van je klant worden innovatiever door een materiaal dat
jij aanbiedt – Night vision BMW)




VERSCHILLENDE SOORTEN KOSTEN

Schaalvoordelen: of economies of scale: vaste kosten van een organisatie neemt af over de
spreiding van eenheden. De vaste kost is al gemaakt (vb fabriek) dus de eenheden die van de
band rollen vermindert telkens de vaste kost.

Dus…

 Wanneer de gemiddelde kosten dalen met stijgende output= schaalvoordelen
 Wanneer de gemiddelde kosten constant blijven t.o.v. veranderingen in de output
=constante schaalopbrengsten

,  Wanneer de gemiddelde kost stijgt met stijgende output (bv. Nood voor meer
toezicht, onderhoud, overwerk…) = schaalnadelen




 Meestal U-vormige curve




Omdat:

 Vaste kosten = onafhankelijk van de totale output, heeft bedrijf bepaalde vaste
kosten (vb.: huur gebouw, machine, …)
Bij meer output, kunnen deze kosten over grotere volumes verspreid worden

 Variabele kosten kunnen echter ook stijgen wanneer de output stijgt, zoals
loonkosten, materiaal, …
Dikwijls: wanneer output stijgt  capaciteitsproblemen
Hierdoor ontstaan er “bottlenecks”, waardoor de variabele kosten proportioneel
sterker stijgen

Vb: operagezelschap moet op zoek naar extra zangers, nieuwe kostuums, … wanneer
er extra voorstellingen op het programma staan

 “Minimum efficient scale” (“minimale efficiëntie schaal”)
= punt waarop de schaalvoordelen uitgeput zijn (= laagste punt op de curve)



Voordelen van bereik: of economies of scope: investeringen gemaakt die ook voor andere
producten gebruikt kunnen worden. Vb de fabriekslijn van nutella kan ook gebruikt worden
om nutella met een andere smaak te produceren.

Vb examenvraag:

Totale kost voor productie van product A = 5000 in bedrijf A; totale kost voor productie
product B = 3000 in bedrijf B. Bedrijf C produceert producten A en B voor een totale kost van
6000 euro, wat voor soort voordelen behaalt bedrijf C?

 Je wordt verondersteld om dan te weten dat bedrijf C economies of scope behaalt

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller cedricgeivers. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.89  1x  sold
  • (0)
  Add to cart