HC 1: Steden en Burgers in de lage landen (1050-1700)
1.1 Opbloei van de handel en nijverheid in Vlaanderen
1. Waar en waardoor de bevolkingsgroei in de Nederlanden in de elfde eeuw versnelde
In Vlaanderen was er een flinke bevolkingsgroei, dit had een paar redenen. Ten eerste waren er
agrarische ontwikkelingen; het drieslagstelsel werd ingevoerd, waarbij ze de grond in drie
delen verdeelden waardoor de grond minder snel uitgeput raakte. Ook werd er gebruik gemaakt
van een betere ploeg, denk aan wendbare paarden in plaats van ossen. Door al deze zaken
steeg de voedselproductie en hierdoor ook de bevolkingsgroei sterker dan voorheen. Deze
bevolkingsgroei maakte nieuwe ontginnen noodzakelijk, die vervolgens weer bijdroegen aan
verdere bevolkingsgroei. Deze ontwikkelingen begonnen in de Nederlanden in Noord-
Vlaanderen, in de omgeving van Brugge en Gent en later breidde Vlaanderen de ontginningen
zich in de elfde en twaalfde eeuw uit naar het vruchtbare zuidelijke deel van Vlaanderen,
vervolgens Brabant en daarna Holland en Zeeland. Ook nieuwe uitvindingen zorgden ervoor dat
ze bevolkingsgroei versnelde.
2. Hoe de bevolkingsgroei leidde tot specialisatie in beroepen, handel en de groei en stichting
van steden
Door de toename van de voedselproductie en daarmee ook de toename van de bevolking, kon
een deel van de bevolking zich richten op de productie van aardwerk en textiel en konden ze
zich dus gaan specialiseren. Door de toename van de handel ontwikkelde zich een monetaire
economie, wat de handel bevorderde en ook winst opleverde omdat het materiaal goedkoper
was dan de waarde van de munt. Er kwam een heropleving van de handel en ambacht waardoor
veel mensen ook van het platteland naar de stad trekken.
3. Waarom steden zelfstandiger worden, doordat zij, als gevolg van hun groeiende macht,
stadsrechten konden verwerven
Handelaren en ambachtslieden trekken steeds meer naar elkaar toe en vormen een stad,
meestal in de buurt van een kasteel of kathedraal, op een druk kruispunt van handelswegen of
een monding bij een rivier. Burgers werden steeds onafhankelijker doordat stadsrechten
werden vastgelegd, omdat ze steeds meer geld konden verdienen en ze wilden meer invloed in
het bestuur en de rechtspraak. De stedengroei werd gestimuleerd door de adel. Rijke
stedelingen konden namelijk veel belasting betalen aan de adel/graaf. Ook horigen trokken
naar de stad, ondanks dat dit eigenlijk niet mocht omdat ze verbonden waren aan hun domein,
mochten ze dit toch doen omdat steden graag mensen binnenhaalden voor verdere groei. Deze
mensen werden dan poorters genoemd, nieuwe inwoners van de stad. Om leegloop op het
platteland te voorkomen moest de adel de plichten van de horigen op het platteland
verminderen, dus hij verbeterde hun rechtspositie m.b.v. stadsrechten.
4. Hoe kooplieden en ambachtslieden door het organiseren van gilden opkwamen voor hun
belangen
De belangrijkste stad in de 12e eeuw was de bisschopsstad Atrecht vanwege de lakennijverheid.
Laken is een gladde stof gemaakt van wol en was mogelijk door de bloeiende schapenhouderij
in de regio. Atrechtse handelaren verkochten hun laken op de jaarmarkten in Vlaanderen.
Daarnaast lag Atrecht in een vruchtbaar gebied, er was hoge landbouw productiviteit en
allerlei innovaties in de textielnijverheid. In meerdere steden gingen kooplieden zich
organiseren in gilden (vakverenigingen van mensen met hetzelfde beroep). Binnen een gilde
waren er regels over prijs en kwaliteit van producten maar de gilde fungeerde ook als sociaal
en religieus vangnet in mindere tijden. Ze hadden in de kerk een altaar, ze kwamen samen
voor begrafenissen en feesten en ze zorgden voor de zieken en weduwen van de gildeleden.
, Het gilde dekte de eigen leden af tegen een flink aantal risico's. Zo kon men in geval van nood
rekenen op de volgende vormen van financiële steun. Daarnaast regelden de gilden betere
werkomstandigheden, zoals minder werkuren en vakantiedagen. De ambachtsgilden
verwierven bestuurlijke invloed naast de kooplieden en patriciërs die doorgaans de stad
bestuurden. Daar waar de besturen zich steeds meer met de economie van de stad bemoeiden,
drongen de gilden zich in toenemende mate op aan het bestuur. Uiteindelijk zouden alle
sociale lagen binnen een gilde van de toegenomen macht profiteren en er een gunstige
economische positie aan overhouden. De kloof tussen arm en rijk was in de steden dan ook
niet zo groot. Ook zorgden ze voor het bonum commune, want ze bevorderden nijverheid en
handel, en daarmee de welvaart van de stad.
5. Het belang van de Hanzen
Een aantal koopliedengilden uit steden in Vlaanderen en Namen sloot een onderling verbond om
elkaar te steunen bij interregionale handel. Deze zogenaamde ‘Hanze van zeventien steden’
zorgde voor gewapende bescherming bij het vervoer van handelswaren, verdedigde de belangen
van de handelaren en gaf juridische hulp bij rechtszaken. Het was dus een machtig
stedenverbond, die Vlaamse producten uit het middellands zeegebied meenam naar het
Noorden. Ook hadden ze later privileges in Brugge
6. Verschil tussen sociale groepen in de Vlaamse steden en de onderlinge spanningen
7. Hoe de steden een rol gingen spelen in het krachtenspel tussen adel en de koning
De burgerlijke elite in de stad, patriciërs, gedroegen zich met hun rijke levensstijl als een soort
nieuwe edelen doordat ze kostbare kleding en duur voedsel van de adel imiteerden. Door hun
toezicht op de gilden beheersten ze niet alleen de handel, maar ook de nijverheid. De gilde
leden vormden de derde sociale laag, waarbinnen de gildemeesters de hoogste status hadden.
De arbeiders die niet waren georganiseerd en die vaak geen vast werk hadden, golden als de
laagste groep, oftewel het gemeen (gewone ambachtslieden, knechten hulpjes, diensters,
etc.). Het gemeen was niet tevreden omdat ze hoge belastingen moesten betalen en zware
straffen kregen. Daarnaast wilde de adel meer macht, terwijl de koning deze macht beperkt.
Door deze aanhoudende botsingen tussen de patriciërs en de koning tegen de Vlaamse graaf en
het gemeen, vond de guldensporenslag plaats waarin. Het gemeen wint en zo krijgen de
ambachtslieden, georganiseerd in gilden, meer macht. Het patriciaat herstelt uiteindelijk wel
de macht, met steun van de Vlaamse graaf die groot macht wil behouden en dus moet meegaan
met het patriciaat.
1.2 Van Brugge naar Antwerpen
1. Waardoor Brugge steeds belangrijker werd in de interregionale handel
Er waren een aantal redenen waardoor Brugge de rol van de belangrijke handelsstad Atrecht
overnam. Ten eerste omdat Noord-Frankrijk steeds onveiliger werd door onder andere de oorlog
tussen de Fransen en de Engelsen en de onrust die hieruit voortkwam. Hierdoor gingen handelaren
liever over zee naar Vlaanderen. Daarnaast groeide de textielnijverheid in Brugge en Gent heel erg,
waardoor een tekort ontstond aan inheemse wol. De wol import uit Engeland nam snel toe en deze
liep via de Brugse haven. Ten derde was er door de verstedelijking van Vlaanderen invoer van graan
vanuit het Oostzeegebied noodzakelijk. Deze handel werd beheerst door de grootste Hanze van
Europa, die behalve graan ook kostbare producten zoals bont en barnsteen aanvoeren. Vanuit
Brugge namen zij Vlaamse lakens, wijn en producten vanuit het Middellandse Zeegebied mee naar
het noorden. Verschillende Hanzen, handelshuizen en groepen handelaren kregen handelsprivileges
in Brugge. Ook zorgde de Brugse schepenen voor snelle en zorgvuldige rechtspraak als er onenigheid
was tussen handelaren of als bemiddeling niet succesvol was. De patriciërsfamilie van der Beurse
specialiseerde zich in de wissel- en geldhandel. Deze familie wisselde vreemde munten om,
betaalde wissels uit, nam geld in bewaring, etc. Brugge groeide in de veertiende en vijftiende eeuw
dus uit tot de belangrijkste internationale handelscentrum, maar ook tot een belangrijk centrum
van financiële dienstverlening.
, 2. Welke instellingen die zich bezighielden met sociale zorg en veranderingen in de sociale
zorg
Helemaal onder aan de maatschappelijke ladder, nog onder de ongeschoolde arbeiders, stonden
gehandicapten, langdurig zieken, weduwen en wezen. Aan deze sociale onderlaag werd zorg
geleverd door verschillende instellingen. Volgens de christelijke leer konden gelovigen verlossing
van zonden krijgen en in de hemel komen door voor hun medemens te zorgen. Op basis van dat
idee was aan de hoofdkerk van een grote stad vanouds een hospitaal verbonden. Ook gilden
organiseerden hun eigen armenzorg als de stedelijke ondersteuning niet voldoende was. Geestelijk
gehandicapte kregen zoveel mogelijk thuis ondersteuning, als die er niet was kwamen ze op
stadskosten in het hospitaal. Daarnaast kregen alleenstaande mannen en vrouwen een plaats in het
begijnhof, waar gedragsregels golden. Rijke burgers schonken namelijk het beginkapitaal van zo
een instelling, die bestond uit een aantal huisjes. Mensen die door luiheid, drankverslaving, etc.
verarmd waren, kregen geen hulp omdat zorg alleen was voor mensen die het verdienen. Dit past
bij het idee van bonum commune, het bereiken van sociaal wenselijk gedrag. Ook ontstonden er
kloosterorden die armoede en persoonlijke vroomheid als ideaal zagen, de kloosterlingen van die
bedelorden bedelden om voedsel.
3. Oorzaak en betekenis van de opkomst van de Moderne Devotie
De inspirator van de Moderne Devotie was Geert de Grote. Hij werd priester, maar keerde zich
tegen de luxe waarmee veel priesters zich omringden. Het geld dat de kerk uitgeeft aan beelden,
schilderijen en kostbare, geborduurde kerkgewaden voor bisschoppen en priesters kon beter
besteed worden aan armen, zieken, weduwen en wezen, vond de Grote. De moderne devotie wilde
ervoor zorgen dat het geloof simpeler werd. Zorgen voor elkaar en de wereld een betere plek
maken waren hoofdgedachten van deze beweging. Ook andere bewegingen zetten zich af van de
kerk in die tijd en wilden verandering, bijvoorbeeld de kathoren (duivelsaanbidders). Deze
bewegingen worden ook wel als proto-protestants gezien omdat ze kritiek hadden op de kerk en de
kerk en het geloof wilden verbeteren zodat het zuiver wordt en een hervorming plaatsvindt.
4. Waarom het streven van de hertogen van Bourgondië naar centralisatie en uniformering
botste met het particularisme van steden en gewesten
Terwijl de steden, maar ook edelen, streefden naar zoveel mogelijk zelfstandigheid, probeerden de
koningen juist de macht van de adel en burgerij te beperken. De zoon van de Franse koning van
Bourgondië, trouwde met de dochter van een Vlaamse graaf waardoor ze Vlaanderen, Antwerpen,
Mechelen en Artesië ook in handen hadden. Via huwelijkspolitiek en oorlog proberen ze hun macht
uit de breiden. Ze passen centralisatie toe via uniformeren van wetgeving (overal gelijke wetten),
instellen van de rekenkamer en rechtbank en het instellen van een Staten-Generaal. Brugge,
Antwerpen en Gent kwamen daarentegen in opstand, want zij wilden vasthouden aan privileges die
ze in de loop van de tijd hadden verworven. Hertog Filips de Goede bestreed dit particularisme en
onderdrukte de opstanden. De Franse troepen belegerde Atrecht en veroverde de stad, waardoor
de economische rol van Atrecht minimaal werd. Maria van Bourgondië komt bij de Habsburgers
terecht door te trouwen met Maximiliaan van Habsburg. Na de dood van zijn echtgenote pakte
Maximiliaan, nadat de steden en gewesten weer aan de macht waren gekomen, de politiek van
centralisatie en uniformering weer op en nam de privileges af. Zijn kleinzoon Karel V had niet
alleen bestuursmacht over de Bourgondische Nederlanden, maar ook Spanje en haar koloniën. Hij
zette de politiek van centralisatie en uniformering door door een einde te maken aan de invloed
van gilden, door alleen schepenbenoemingen plaats te laten vinden onder zijn gezag,
geüniformeerde wetten en belastingen en ook op religieus gebied. Lutheranisme en Calvinisme
pasten net als de Moderne Devotie bij een meer persoonlijke geloofsovertuiging, terwijl Karel V en
later ook zijn zoon Filips II streng katholiek waren.
5. Hoe politieke en economische ontwikkelingen de positie van Antwerpen versterkten ten
koste van die van Brugge
De neergang van Brugge en afbrokkeling van het belang van Brugge als handelsstad wordt meestal
gezien als de belangrijkste oorzaak voor de opkomst van Antwerpen. De verzanding van het Zwin
maakte voorhavens en kanaalvaart noodzakelijk, dit kostte extra vaartijd en geld. Daarnaast
beconcurreerden de Hollanders de Oostzee-Hanze, die minder belangrijk werd en zo verloor Brugge
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller zehraselcuk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.64. You're not tied to anything after your purchase.