Inleiding
➢ Vennootschapsbelasting geregeld door art. 179 t.e.m. 219ter WIB92
➢ Belastbaar resultaat wordt –in grote lijnen- op dezelfde wijze vastgesteld als de bedrijfswinst van zelfstandigen met
een eenmanszaak in de personenbelasting
Hervorming in 3 fasen:
Fase 1: in werking vanaf aanslagjaar 2019 (boekjaar ten vroegste begonnen op 01.01.2018)
▪ Tariefdaling vennootschapsbelasting
- 33% + 3% ACB => 29% + 2% ACB = aanvullende crisisbijdragen
▪ Wijziging verlaagd tarief (excl. ACB)
- 25% op 1ste schijf van 25.000,00 EUR => 20% op 1ste schijf van 100.000,00 EUR
▪ ACB-verlaging 3% => 2%
- 100% DBI-aftrek (=definitief belastbare inkomsten)
= De DBI-aftrek (definitief belaste inkomsten) komt erop neer dat enkel in hoofde van de dividend uitkerende
vennootschap de uitgekeerde winst in de belastbare grondslag wordt opgenomen, terwijl de dividendinkomsten in
hoofde van de dividend ontvangende vennootschap van het fiscaal resultaat wordt afgetrokken.
ACB = De aanvullende crisisbijdrage was eigenlijk een tijdelijke maatregel en het moest ons land redden van de
economische crisis waarin we terecht waren gekomen.
Fase 2: in werking vanaf aanslagjaar 2020 (boekjaar ten vroegste begonnen op 01.01.2019)
▪ Groepsbijdrageregeling = In de groepsbijdrageregeling staat het principe centraal dat een winstgevende
vennootschap binnen een groep (een deel van) haar winsten kan overdragen aan een andere groepsvennootschap
die in datzelfde aanslagjaar verliezen leed. De overgedragen winst wordt aangeduid als 'de groepsbijdrage'.
▪ Ebitda-intrestaftrekbeperking = nieuwe intrestaftrekbeperking → 30% fiscale EBITDA thin-cap-regel: circulaire
(2021/C/87, 05.10.2021) verduidelijkt opnieuw. Sinds 1 januari 2019 is de aftrek van interesten in principe beperkt
ten belope van 3 mio euro of 30% van de fiscale EBITDA. Als vennootschappen tot een groep behoren, moeten ze de
fiscale EBITDA op basis van een ad-hocconsolidatie berekenen.
▪ Thin-cap beperking = thin-cap regeling dat interesten tussen verbonden vennootschappen slechts aftrekbaar waren
in de mate waarin de leningen meer bedroegen dat vijf keer het fiscaal eigen vermogen. Voor dergelijke
vennootschappen waarvan de boekjaren starten op of na 1 januari 2019 geldt echter een nieuwe
interestaftrekbeperking
▪ Hybride mismatches = Een hybride mismatch is een tegenstrijdigheid tussen twee rechtsstelsels waardoor een
belastingvoordeel gehaald kan worden door internationaal opererende ondernemingen.
Fase 3: in werking vanaf aanslagjaar 2021 (boekjaar ten vroegste begonnen op 01.01.2020)
▪ Verdere tariefdaling naar 25% + afschaffing ACB
▪ Het gaat om verdere tariefdalingen, geen ACB, de mobilisatie van een bepaalde vrijgestelde reserves, de
aftrekbaarheid van autokosten, de fake hybride wagens, de niet aftrekbare geldboetes, het einde van 120%
aftrekbaarheid, de aftrek aanslag geheime commissielonen, de interest herkwalificatie, de wettelijke definitie van de
marktrente, de aftrek van Buitenlandse verliezen, Gewijzigde aftrekbaarheid autokosten (gramformule)
▪ Daarnaast werden er maatregelen genomen die vanaf een specifieke datum in werken treden, zoals de
kapitaalvermindering met fictieve pro-rata-aanrekening, de verhoging van investeringsaftrek, de verplichte pro rata
eerste afschrijving, het einde van degressieve afschrijvingen, het einde van aanleg van. Investeringsreserve.
1
,▪ Tenslotte voorzag de wetgever in een Antimisbruikbepaling: “Elke wijziging die vanaf 26 juli 2017 aan de
afsluitdatum van een boekjaar wordt aangebracht, blijft zonder uitwerking voor de toepassing van de gewijzigde
bepalingen uit deze hervormingswetgeving.
Belang van het boekhoudrecht in fiscale zaken
We kunnen de relatie tussen het boekhoudrecht en het fiscaal recht het best weergeven met de algemene aanvaarde
regel dat ‘De belastbare winst wordt vastgesteld overeenkomstig de regels van het boekhoudrecht, behalve wanneer de
fiscale wet uitdrukkelijk in een afwijking voorziet’
HvC 20/02/1997: expliciete erkenning doorwerking boekhoudregels in fiscale winstbepaling, dat de kennis van de
boekhoud reglementering uitermate nuttig is om een goed inzicht te krijgen In de werking van vennootschapsbelasting.
De volgende situaties kunnen zich voordoen.
3 mogelijkheden:
1. De fiscale wetgeving voorziet geen regeling voor een bepaalde materie: In dat geval wordt er aangenomen dat de
administratie de boekhoudreglementering aanvaart.
2. De fiscale wetgeving wijkt uitdrukkelijk af van de boekhoudwet: Alleen de specifieke fiscale bepaling wordt Toegepast
3. De fiscale wetgeving verwijst expliciet naar de boekhoudwetgeving: Uiteraard wordt op fiscaal vlak de
boekhoudkundige verwerking gevolgd.
Door de invloed van het boekhoudrecht op het fiscaal recht hecht men in praktijk veel belang aan de bepalingen van ons
boekhoudrecht, alsook aan de adviezen van de Commissie van de boekhoudkundige normen. (CBN)
Matching-principe
Voor de kosten/opbrengsten wordt het boekhoudkundig matching principe uitdrukkelijk ingeschreven in de fiscale
wetgeving → De techniek van de overlopende rekeningen moet op fiscaal gebied worden nageleefd.
= Het overeenstemmingsprincipe is een boekhoudkundige term voor het feit dat kosten toegewezen worden aan de
periode waarop zij betrekking hebben, onafhankelijk van wanneer de reële financiële transactie plaatsvindt. (Art. 195/1
WIB 1992)
2
,Belang van de boekhouding en de jaarrekening
1. Gegevensbron
Om het belastbaar resultaat van een vennootschap te bepalen, is de boekhouding de belangrijkste gegevensbron voor
zover de bewijskracht is doorgaans is de aangifte vennootschapsbelasting gebaseerd op jaarrekening → vertrekpunt
VennB: winst + verliezen uit JRR
We moeten ook rekening houden met de door de Algemene Vergadering goedgekeurde winstverdeling of verlies
bestemming. → De jaarrekening is een verplichte bijlage bij de aangifte Als de vennootschap niet verplicht is om ze neer
te leggen bij de balans centraal van de nationale bank. → Als de vennootschap haar jaarrekening wel moeten neerleggen
bij de NBB Dan hoeft zij haar JRR Niet aan haar aangifte toe te voegen
Boekhoudkundige winst ≠ fiscale winst
Is bijna nooit gelijk wegens verschil tussen de boekhoudwetgeving en de fiscale wetgeving → zijn er onvermijdelijk
correcties maken in de aangifte:
Te maken:
- Verworpen uitgaven
- Investeringsaftrek
- Innovatieaftrek
- Notionele intrestaftrek
- ....
2. Bindende kracht van de jaarrekening
Vennootschappen zijn verplicht om vergissingen in hun goedgekeurde en neergelegde jaarrekening recht te zetten. De
verbetering van een jaarrekening als gevolg van een vergissing is tegenstelbaar aan derden en dus ook aan de fiscus.
Maar enkel correcties van daadwerkelijke vergissingen zijn tegenstelbaar. → binnen de wettelijke bezwaartermijn
Eens de JRR is goedgekeurd, kan zij enkel verbeterd worden materiële vergissingen.
- Materiële vergissing = een komma verkeerd plaatsen en 10.000€ schrijven i.p.v. 1.000€, rekenfout, schrijffout.
- Dwaling = je hebt verkeerd geboekt op schuld >1j i.p.v. op schuld < 1j
- Correctie van enige beslissing: niet tegenstelbaar aan fiscus → te laat
Algemene regel:
• Vergissing kan worden rechtgezet
• Niet terugkomen op gemaakte beslissing
• Beslissing = keuzevrijheid
3
, 3. Bewijskrachtige boekhouding
Op belastinggebied wordt een boekhouding als bewijskrachtige aanvaard voor zover:
- De voorgelegde boeken en bescheiden een samenhangend geheel vormen aan de hand, waarvan de
belastbare inkomsten nauwkeurig kunnen worden bepaald.
- Alle geschriften gestaafd zijn door bewijsstukken
- Alle geboekte cijfers met de werkelijkheid overeenstemmen.
Redenen niet bewijskrachtige boekhouding?
- Dingen die niet overeenkomen met normale procedures
- Wanneer er enkel agenda 's met uitgescheurde pagina 's kunnen worden voorgelegd.
- Wanneer er inventaris boeken ontbreken?
- ….
- Bv: niet alles is aanwezig of correct gedaan
Opletten met overgedragen verliezen!
Bij omvangrijke, overdraagbare verliezen onderzoekt de fiscus de bewijskracht van een boekhouding. Op basis
van een niet bewijskrachtige boekhouding kunnen immers geen overdraagbare verliezen worden gecreëerd.
Bewaartermijn boekhouding & bewijsstukken: 7 jaar vanaf 1/1/AJ (of vanaf afsluiting boekhouding)
- NIEUW: vanaf AJ 2023: 10-jarige termijn (zie ook fiscale procedure)
Alle inkomsten van de vennootschap zijn beroepsinkomsten
Bij de vennootschapsbelasting wordt een onderneming belast op het totale bedrag van haar verkregen
opbrengsten na aftrek van al haar kosten. We maken daarbij geen onderscheid tussen onroerende, roerende,
beroeps- of diverse inkomsten, zoals In de PB.
In de vennootschapsbelasting krijgen alle inkomsten van een vennootschap. Het karakter van belastbare
beroepsinkomsten.
Bv. Wanneer een BV Een gebouw onroerend, goed aankoopt en verhuurt. Dan worden de door de vennootschap
ontvangen. Huurgelden als winsten belast.
Kapitaal van een vennootschap
Fiscaal kapitaal
Alhoewel er op vennootschapsrechtelijk vlak in een BV en een CV geen sprake meer is van kapitaal, is dat op fiscaal
gebied wel het geval.
- Geen kapitaal in BV en CV volgens WVV => wel volgens fiscaal recht
- Oplossing: Art. 2, §1, 6° WIB 92
➢ Kapitaalvennootschappen: kapitaalbegrip volgens WVV
➢ Kapitaalloze vennootschappen: het eigen vermogen van de vennootschap in zoverre het gevormd wordt
door werkelijk gestorte inbrengen in geld of in natura, andere dan inbrengen in nijverheid en, in zoverre er
geen terugbetaling of vermindering heeft plaatsgevonden (art. 184 WIB 92)
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Lislotte. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.25. You're not tied to anything after your purchase.