Inhoud
Taal .......................................................................................................................................................... 2
Spraak ..................................................................................................................................................... 7
Spraak algemeen ................................................................................................................................ 7
Schisis ................................................................................................................................................. 9
Vloeiendheidsstoornissen ...................................................................................................................... 14
Stotteren ............................................................................................................................................ 14
Broddelen .......................................................................................................................................... 15
Stem ...................................................................................................................................................... 19
Kinderdysfonie................................................................................................................................... 19
Beroepsstem ..................................................................................................................................... 30
Gehoor ................................................................................................................................................... 35
Onverklaarbare luisterproblemen ...................................................................................................... 35
Hoorrevalidatie na CI ........................................................................................................................ 38
Neurologische taalstoornissen .............................................................................................................. 44
Diagnose en behandeling bij meertaligheid en afasie ...................................................................... 44
Revalidatiecentrum............................................................................................................................ 47
Spraakapraxie ................................................................................................................................... 54
Cognitieve Communicatie Stoornissen (CCS) .................................................................................. 57
Neurologische spraak en slikstoornissen .............................................................................................. 58
Dementie en palliatieve zorg (de rol van de logopedist) ................................................................... 58
EDS kinderen......................................................................................................................................... 69
Kinderrevalidatie................................................................................................................................ 69
Thema eten en drinken kinderrevalidatie .......................................................................................... 71
Ondersteunende communicatie kinderrevalidatie ............................................................................. 73
Downsyndroom ................................................................................................................................. 76
Orthopedagogiek ................................................................................................................................... 80
ADHD ................................................................................................................................................ 84
Gedragsproblemen en hechting ........................................................................................................ 85
Executief functioneren ....................................................................................................................... 89
ASS ................................................................................................................................................... 91
Meertaligheid ......................................................................................................................................... 94
Meertaligheid thema verpleeghuis .................................................................................................... 96
, 2
Taal
Preventie in de logopedie (basisonderwijs)
• Primaire taak logopedist in het (basis)onderwijs
• Definitie van screening
• Doel van screening
• Screeningsinstrumenten
• Hoe ermee om te gaan
• Coaching
• Voorlichting
Wat is preventie?
Het voorkomen, het opsporen, het vroegtijdig onderkennen en bestrijden van… Preventie is
voorkomen dat er problemen ontstaan door van tevoren in te grijpen. Preventie is het geheel van
doelbewuste initiatieven die anticiperen op risicofactoren (= handelen voordat het probleem ontstaat)
en ageren wanneer eerste signalen zich ontwikkelen en de problematiek aan het ontstaan is.
Verschillende vormen van preventie
• Primaire preventie: het voorkomen van problemen
- Tanden poetsen moet gaatjes voorkomen - Een goede ademhalingstechniek voorkomt
stemproblemen
• Secundaire preventie: problemen zo snel mogelijk opsporen om verergering te voorkomen
- Borstkankerscreening (is zowel primair als secundair)
• Tertiaire preventie: voorkomen dat een probleem zich opnieuw voordoet
- Leefstijl aanpassen, bijvoorbeeld: je hebt een hartaanval gehad, dan moet je stoppen met
roken om te voorkomen dat het nog een keer gebeurt Verschil tussen primair en secundair:
primair is gezond houden wat gezond is. Secundair wil zeggen hoe je verergering voorkomt.
Tertiair houdt in dat je voorkomt dat de situatie terugkomt. De scheidingslijn tussen primair en
secundair is erg dun (lijkt op elkaar)
Definitie preventieve logopedie
Interventies die uitgevoerd worden door een logopedist, gericht op het bevorderen van de
(voorwaarden voor de) normale communicatieve ontwikkeling, teneinde stagnatie in die ontwikkeling
of gerelateerde ontwikkelingsgebieden (o.a. sociaalemotioneel, leerprestaties) te voorkomen (=
primaire preventieve logopedie), alsmede interventies die gericht zijn op het vroegtijdig onderkennen
van problemen in de (voorwaarden voor de) communicatieve ontwikkeling en/of gerelateerde
ontwikkelingsgebieden, teneinde verergering zo snel en effectief mogelijk tegen te gaan (= secundaire
preventieve logopedie).
Preventie in de logopedie
De preventieve logopedie richt zich voornamelijk op het opsporen van spraak- en taalproblemen bij
jonge kinderen in de voorschoolse en basisschoolleeftijd. Met een prevalentie van 5-15% vormen
spraak-taalproblemen een van de meest voorkomende aandoeningen bij jonge kinderen tussen 0-6
jaar. Bij de groep meertalige kinderen komen taalontwikkelingsproblemen op jonge leeftijd nog
frequenter voor.
, 3
Voorschoolse periode
Het signaleren, screenen, diagnosticeren en/of behandelen van de kinderen, gebeurt door de
logopedist op verschillende locaties:
• Consultatiebureau
• (VVE) peuterspeelzalen
• Kinderdagverblijven
• Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG)
Hoe eerder een kind gescreend wordt, hoe eerder je problemen kunt voorkomen en/of aanpakken.
VTO maakt deel uit van het logopedisch screeningsinstrument
Basisschoolleeftijd
Het uitgangspunt van de logopedische werkzaamheden is het basistakenpakket van de
Jeugdgezondheidszorg (JGZ). Binnen dit takenpakket is een belangrijk logopedisch contactmoment
het screenen van 5-jarige kinderen op het gebied van taal, spraak, stem, vloeiendheid, geletterdheid,
auditieve vaardigheden en mondgewoonten.
Definitie van screening
Het betreft iedere vorm van actieve ‘case finding’. Het gebruik van eenvoudige tests of procedures
waarmee kinderen of volwassenen onderzocht worden. Een screening wordt meestal toegepast op
een bepaalde leeftijdscategorie van bijvoorbeeld een school, stad of land.
Doel van screening
Het opsporen van enige afwijking in ontwikkeling of beginnend ziekteproces dat nog niet manifest is
en dat verholpen kan worden met advies/begeleiding/behandeling
Welke instrumenten staan de schoollogopedist ter beschikking?
Momenteel is er nog geen formeel en actueel screeningsinstrument beschikbaar. De huidige
screeningsinstrumenten zijn:
• De Logopedische Screening (LSI) van de NVLF (TSI is onderdeel hiervan) voor 2 t/m 5,9
jarigen
• De Groninger Minimum Spreeknormen (GMS) voor 1 t/m 5-jarigen
• SNEL: dit instrument kan op jongere leeftijd door derden worden gebruikt: het beoordeelt
alleen de spraak taalontwikkeling, niet de andere aspecten van het spreken en is voor 1 t/m 6-
jarigen
• LSI vereist logopedische deskundigheid!
• GSM en SNEL vereisen GEEN logopedische deskundigheid!
Overige screeningsinstrumenten
• Lexilijst (J.E.P.T. Schlichting): woordenlijst voor ouders
• N-CDI’s (Zink): invullijst voor ouders
• Taalstandaard: 1;6 – 4;0 jaar www.taalexpert.nl
Mogelijke stappen na de screening
, 4
• Controlescreening: korte of lange termijn
• Logopedisch onderzoek
• Advies tot verwijzing logopedie of anders
• Coachen/advisering leerkracht
• Coachen/begeleiden ouders
• Specifieke preventieprogramma’s introduceren: Haenen, TOLK
Voorlichting organiseren
• Algemene voorlichting over logopedie
• Over specifieke problemen binnen de doelgroep
• Leraren signaleren door ouders/groepsleiders/leerkrachten
Samenwerking
• Collega logopedisten in vrije vestiging
• CB artsen
• Jeugdartsen/verpleegkundigen
• Kinderfysiotherapeuten
• Schoolbegeleidingsdiensten
• Audiologische centra
• Auris/Kentalis etc.
Maar samenwerken is meer…
• Professionalisering: vakkennis, deskundigheid
• Positionering: je neerzetten als vakinhoudelijke deskundige, stel je toegankelijk op, je rol is
duidelijk
• Profilering: vakoverstijgend, begeleiden, vraagbaak, raadgever
“Als je door de letters het woord niet meer ziet…” De risicogebieden voor het leren lezen en/of spellen
zijn het werkterrein van de leerkracht/logopedist. Met name de signalerende en interveniërende rol
van de logopedist bij de vroegtijdige opsporing van risicokinderen is groot. Vaak is er nog helemaal
geen sprake dat een kind in het leerproces vastloopt maar zijn er wel al risicofactoren te signaleren.
Adequate begeleiding in een vroeg stadium (onder andere met klanken en letters werken) kan lees-
spellingsproblemen en/of dyslexie niet voorkomen maar de uitingsvorm wel verkleinen.
Risicoscreening wordt afgenomen door elke leerkracht in groep 2, in de eerste maand van dat jaar.
Dan hebben kinderen nog ruim een half jaar voordat ze nar groep 3 gaan. Als daaruit komt dat een
deel daarvan risico’s vertonen, kunnen ze nog een half jaar extra aan de slag gaan met die kinderen.
Belangrijk voor een goede basis voor het leren lezen en spellen:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller joym1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.21. You're not tied to anything after your purchase.