100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Leerdocument Immunologie $5.45   Add to cart

Class notes

Leerdocument Immunologie

 11 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

In dit document staat de leerstof van de cursus immunologie. De informatie is verduidelijkt met plaatjes en per leerdoel te lezen.

Preview 4 out of 43  pages

  • June 15, 2023
  • 43
  • 2021/2022
  • Class notes
  • M. van meeteren
  • All classes
avatar-seller
Leerdocument Immunologie

Les 1
Immuunsysteem en pathogenen
Immunologie is de biologische wetenschap die onderzoek doet naar de fysiologische mechanismen van het
immuunsysteem in de afweer tegen binnengedrongen lichaamsvreemde organismen, cellen of stoffen.

Extracellulaire micro-organismen infecteren de gastheer en leven voornamelijk buiten de gastheercellen, in de
weefsel of in het bloed.
Intracellulaire pathogenen zijn micro-organismen die de gastheer infecteren en overleven veelal in het cytoplasma
van de gastheercellen.

Pathogenen veroorzaken na infectie op verschillende manier schade aan cellen of weefsels:
Exotoxines: het vrijlaten van toxinen buiten de gastheercel – Vibrio Cholerae
Endotoxines: het vrijlaten van toxinen binnen de gastheercel – Yersinnia pestis
Direct cytopathic effect: lysis van de geinfecteerde cel – Influenza

Pathogenen: virussen, bacteriën, schimmels en parasieten.

Linie van het immuunsysteem
1e afweer linie: Natuurlijke barrières
Mechanisch: De huidcellen (epitheel) zitten dicht op elkaar door tight junctions. Tranen, wimpers, beweging via
slijm of cilia.
Microbiologisch: commensale bacteriën.
Chemisch: Lactoferrine in traanvocht, speeksel of longvocht bindt aan Fe2+ > bacteriostatisch.
Lysozym in traanvocht, speeksel breekt peptidoglycanen in bacterie celwand > bactericide.
Antimicrobiële peptiden (defensinen) geproduceerd door darmwand, huidepitheel en fagocyten zijn zeer kleine
positief geladen eiwitten die poriën maken in membraam van de bacterie > bactericide.
Zuren in de maag of op de huid. Kunnen bacteriën doden (bactericide) of de groei remmen (bacteriostatisch).

2e afweer linie: Sommige celtypen en oplosbare moleculen van het immuunsysteem
voornamelijk myeloïde lijn.

3e afweer linie: T- en B-lymfocyten van het immuunsysteem
B cellen opgeslagen in lymfeknoop in germinal center en lymfoide follicle. T cellen opgeslagen in paracortex.


De 1e en 2e linie bestaat uit de innate immunity. De 3e linie is adaptive immunity. Dendritische cellen vormen de
verbinding tussen het innate immuunsysteem en het adaptieve immuunsysteem. .

Innate (aangeboren) en adaptieve (verworven) immuunrespons.
Innate immunity (aangeboren) Adaptive immunity (verworven)
Basale afweer mechanismen reeds bij de Ontwikkelt zich na contact met een pathogeen
geboorte aanwezig
Snel en onmiddellijk beschikbaar Komt relatief traag op gang
Weinig pathogeen specifiek Zeer pathogeen specifiek
Geen opbouw van immunologisch geheugen Wel opbouw van immunologisch geheugen


Cellen van het immuunsysteem
Cel Functie Linie Lijn
T-cel Differentieert naar effector. Th = regisseren 3 Lymfoïde
immuunrespons en geven hulp aan B-cel.
Tc = doden virus of tumor.
NK cell Herkennen en doden tumor, virus cel. 2 Lymfoïde

, Innate lymphoid cel Komen voor in weefsels. Scheiden cytokines uit. 2
Mast cell Komen voor in weefsels, helpen tegen parasieten en 2 Myeloïde
worden geactiveerd bij allergieën. Scheiden histamine
uit dat de immuunreactie stimuleert.
Basofiel Functie vergelijkbaar als mest cellen maar circuleert in 2 Myeloïde
het bloed. Fagocyteren nauwelijks.
Monocyt 2-10% van de leukocyten. Kunnen fagocyteren, geen 2 Myeloïde
granules. Differentieert tot macrofaag of dendriet
Neutrofiel Komt voor in bloed. Kan pathogenen fagocyteren en 2 Myeloïde
degranuleren. 95% van granulocyten in bloed. 1e type
granula = verteringsenzymen. 2e type = enzymen die
afweer reactie beïnvloedden.
Macrofaag Bevindt zich in weefsels, kunnen fagocyteren 2/3 Myeloïde
Dendritische cel Bevindt zich in weefsels, kunnen fagocyteren. 2/3 Myeloïde
Belangrijke rol bij activatie van immuunsysteem.
Eosinofiel Degranuleert maar kan niet goed fagocyteren. 2 Myeloïde
B-cel Differentiëren naar plasmacel. Uitscheiden antistoffen 3
en cytokines.

De cellen van het immuunsysteem ontstaan vanuit een hematopoietic stam cel vormen zich 3 ontwikkellijnen




NK, B en T cellen Fagocyten en monocyten Bloedcellen uit megakaryocyte

Fagocytose
Fagocytose is het proces waarmee fagocyten micro-organismen fagocyteren (opeten/opruimen).
Bij fagocytose komen meerdere cytokines vrij wat zorgt voor activatie van fagocyten.
stap 1) Binding via receptoren op de cel.
stap 2) Insluiting in een fagosoom.
stap 3) Degradatie in een fagolysosoom.

Mononucleaire fagocyten = monocyt +(>) macrofaag + dendritische cel.
Polymorf nucleaire fagocyten = neutrofiele granulocyt.

Monocyten circuleren in het bloed en ontwikkelen zich tot macrofagen en dendritische cellen die zich overal in de
weefsels nestelen. Macrofagen hebben in verschillende delen van het lichaam verschillende namen. Kupffer cellen,
microglia cellen, alveaolaire macrofagen, mesangiale cellen.

Neutrofielen zitten opgeslagen in het beenmerg. Naar plek van infectie gestuurd en opgeruimd door macrofagen.

,Lymfeweefsel
De meeste T en B lymfocyten zijn gelokaliseerd in de lymfoïde organen.
Er bestaan primaire (centrale) lymfoïde organen > thymus en beenmerg.
En secundaire (perifere) lymfoide organen > neus/keel amandelen, milt, beenmerg.

T en B lymfocyten bereiken de lymfeknoop via bloedarterie. Ze verlaten de knoop via bloedvene of via de
efferente lymfevaten die uitmonden in de vena subclavia sinistra van het hart. Deze recirculatie stop wanneer een
lymfocyt in de lymfeknoop een pathogeen herkent.
.




Antigeen presenterende cellen (APCs)
In paracortex (het T-cel gebied) vindt er antigeen presentatie door APC plaats aan een rijpe T-lymfocyt. Antigeen
presenterende cellen (APC) fagocyteren een pathogeen. Vervolgens migreren ze naar lymfoide organen om
pathogene fragmenten te presenteren aan T-lymfocyten.
Dendritsche cellen, monocyten, macrofagen en B-lymfocyten zijn APC.

Dendritische cellen activeren het adaptieve immuunsysteem:
- fagocyteren pathogeen op plek van infectie
- migreren naar de lymfoïde organen
- Presenteren pathogene eiwitten aan T-lymfocyten in het dichtstbijzijnde lymfoïde orgaan.



Les 2

*Uitleggen wat de rol en functie van het complement systeem is en het basisprincipe van complementactivatie
uitleggen.
3 belangrijke functies van het complement systeem:
1) Vorming MAC > lysis pathogeen
2) Aantrekken immuun cellen van bloed naar plaats infectie >
chemotaxis en toename doorlaatbaarheid vaatwand door C3a en
C5a.
3) Vergemakkelijken van fagocytose van een pathogeen door
fagocyten > Opsonisatie van pathogeen met C3b.

Samengevat: alle functies van het complement systeem
1. Lysis = direct doden van een micro-organismen
2. Chemotaxis = het aantrekken van fagocyten
3. Opsonisatie = micro-organismen opsoniseren zorgt voor betere
fagocytose
4. Cellulaire activatie van mestcellen en fagocyten

, 5. Stimuleren van ontstekingsreacties door onder andere vaatverwijdering
6. Opruimen immuuncomplexen.

Opsonisatie is de aanpassing op het oppervlakte van het pathogeen waardoor die beter herkent kan worden door
fagocyten.

*Het belangrijkste complement eiwit noemen en uitleggen wat de functie er van is.
Enzymatische klieving van C3 leidt tot vorming C3a en C3b.
C3b bindt aan de bacterie en vergemakkelijkt het fagocytose door fagocyt.
C3a Trekt fagocyten aan.

Voorbeeld fagocytose na opsonisatie met C3b:
C3b bindt aan bacterie > de macrofaag complement receptor 1 (CR1) bindt aan C3b > Macrofaag eet bacterie op.

Membrame Attack Complex zorgt voor de doding van bacteriën of andere targetcel

*De drie verschillende routes van het complementsysteem noemen en uitleggen wat de verschillen en
overeenkomsten zijn tussen deze routes. Het verloop van de drie routes van het complementsysteem tot aan
het MAC beschrijven en tekenen.

Alternatieve route bindt C3b direct op het pathogene oppervlak (factoren; C3 – B -D)
Lectine route Mannan-binding lectin bindt mannose op pathogeen oppervlak (factoren; MBL; MASP – C4 – C2)
Klassieke route C-reactive protein of antistof bindt pathogeen. Dit complex activeert C1 (factoren; C1 – C4 - C2)

1. Alternatieve route

- Spontane hydrolyse van C3 in het bloed leidt tot vorming C3a en C3b. C3b bindt aan de bacterie waardoor de
fagocytose makkelijker wordt.
- C3b bindt factor B. Factor D bindt en klieft factor B in Bb + Ba
- Eiwitcomplex C3bBb wordt gevormd op het pathogene oppervlak. C3bBB is een C3-convertase
- Hierdoor komen nog meer C3b’s op het pathogene oppervlak.
- C3bBb + C3b vormt protease C3bBbC3b = C5




2. Klassieke route

1) C-reactive protein hecht aan phospjorycholine op pathogeen
2) C1 complex hecht weer aan dit C-reactive protein

Of

1) Antistoffen hechten aan pathogeen. (IgM of IgG)
2) C1 Complex met C1q hecht aan deze antistoffen met Fc-gedeelte.

3) Binding en activatie (klieving) van C1. Deze activeert hierdoor C2 en C4
4) Vorming complex C4b+C2a. Dit is een C3-convertase.
5) C4b2a activeert C3. Deze klieft in C3a + C3b.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emmavandervelden79. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.45. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62555 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.45
  • (0)
  Add to cart