100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting - Strafprocesrecht (670084-B-6) $8.65   Add to cart

Summary

Samenvatting - Strafprocesrecht (670084-B-6)

 0 view  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit is een complete samenvatting, gebaseerd op de hoorcolleges, college aantekeningen en de literatuur.

Preview 2 out of 12  pages

  • June 15, 2023
  • 12
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Strafprocesrecht – HC 7: het strafrechtelijk bewijsrecht
De bewijsvraag
De rechtbank beraadslaagt ‘op den grondslag der telastlegging en naar aanleiding van het
onderzoek op de terechtzitting over de vraag of bewezen is dat het feit door den verdachte
is begaan.’


De rechter is ook maar een mens…
‘de rechter kan fouten maken bij de selectie en waardering van het bewijsmateriaal. Die
selectie en waardering is mede afhankelijk van de kennis en kunde van de rechter. En
daarmee kan van alles mis zijn. De gevolgtrekkingen die de rechter maakt, kunnen
onlogisch zijn en de veronderstellingen waarvan hij uitgaat niet deugen. Zijn kennis kan
tekortschieten om de relevantie van de bepaalde feiten te doorgronden. De rechter kan ook
gegevens eenvoudig over het hoofd zien, hetgeen ook bij de meest zorgvuldige bestudering
van het dossier kan gebeuren. Mogelijk is ook dat de rechter feiten negeert/niet
gepresenteerd krijgt, juist doordat de bestudering van het dossier tot een ‘tunnelvisie’ heeft
geleid waarin die feiten niet passen. De rechter is tenslotte ook maar een mens, en daarmee
een bron van fouten’ (PG Knigge in vordering tot herziening in de zaak Lucia de B.)
 bewijsrecht kans op fouten verminderen

Thema’s:
 Hoofdlijnen Nederlands bewijsrecht
o Deelvragen van de bewijsvraag
o Bewijsmiddelen
o Bewijsminima
o Feiten algemene bekendheid
o Vrije selectie en waardering bewijs
o Bewijsstandaard: rechterlijke overtuiging
 Getuigenbewijs
 Ondervragingsrecht

Hoofdlijnen bewijsrecht
 Waarheidsvinding in strafzaken: materiele versus formele waarheid (binnen
grenzen/afhankelijk tll)
o Materiele waarheidsvinding: rechter gaat op zoek naar de historische
werkelijkheid
o Formele waarheid: kan de ten laste legging worden bewezen
 Bewijsbeslissing voorbehouden aan professionele rechter (geen jury)
 Negatief wettelijk bewijsstelsel (338 e.v. Sv): wettige bewijsmiddelen EN
overtuiging – 338 Sv
o ‘Wettelijk’: rechter kan alleen gebruik maken van wettelijke bewijsmiddelen
o ‘Negatief’: zelfs als er voldoende wettelijk bewijs, moet de rechter altijd nog
overtuigd zijn dat de verdachte het tenlaste gelegde heeft begaan
 Bewijsminimumregels
 Feiten van algemene bekendheid behoeven geen bewijs

,  De rechter is vrij in de selectie en waardering van bewijsmiddelen (grote
verantwoordelijkheid)
 De bewijsvraag ontleed

De bewijsvraag ontleed
1. Is er bewijsmateriaal voor het tenlastegelegde?
2. Is het bewijsmateriaal toelaatbaar als bewijsmiddel (wettig, betrouwbaar en
rechtmatig verkregen)?
3. Zijn er voldoende bewijsmiddelen om tot een bewezenverklaring te komen?
a. Elk onderdeel tll dient door ten minste 1 bewijsmiddel te worden ‘gedekt’
b. De bewezenverklaring als geheel dient aan bewijsminimumregels te voldoen
4. Is de rechter op basis van het wettige bewijsmateriaal overtuigd dat de verdachte
het ten laste gelegde feit heeft begaan?

De bewijsvraag ontleed: een voorbeeld




Wettige bewijsmiddelen
1. Eigen waarneming van de rechter (art 340 Sv) - restcategorie
2. Verklaring van de verdachte (art 341 Sv) – ter terechtzitting afgelegde verklaringen
o Murray: in gevallen dat de situatie schreeuwt om een verklaring, kan het
zwijgen van een verdachte hem wel worden tegengeworpen
3. Verklaring van de getuige (art 342 Sv) – afgelegd ter terechtzitting (meeste getuigen
verklaringen zitten al in schriftelijk bescheid)
o Eigen waarnemingen of ondervindingen: gissingen/conclusies niet
toegestaan, de auditu verklaringen wel
4. Verklaring van een deskundige (art 343 Sv)
o Expertise paradox: de rechter roept de hulp van een deskundige in, omdat hij
onvoldoende kennis heeft, vervolgens moet de rechter in zijn bewijsbeslissing
daar wel een oordeel over geven terwijl hij juist onvoldoende kennis heeft
o 1 t/m 4 komen op de zitting tot stand

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rechtsgeleerdheidUVT. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.65. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

61001 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.65
  • (0)
  Add to cart