Dit is een uitwerking van de werkcollege opdrachten, geformuleerd in algemene stappenplannen, zodat er duidelijk is welke factoren er benoemd moeten worden op het tentamen.
Strafprocesrecht – WC 1: opsporing, controle en nemo
tenetur
Materieel strafrecht: legitimeert overheidsingrijpen (ultime remedium)
Formeel strafrecht: doel om materieel strafrecht te verwezenlijken
Strafprocesrecht = De gehele procedure in strafzaken
Voorbereidend onderzoek: 152 Rv
1. Opsporingsonderzoek 132a Rv (het nemen van strafvordelijke beslissingen)
neutraal karakter: er hoeft geen sprake te zijn van verdenking (art 27 Sv) voor
opsporing
- Wil er sprake zijn van opsporing, moet er onderzoek worden verricht dat verband
houdt met het strafbare feit, met als doel het nemen van strafvorderlijke
beslissingen en het geschiedt onder het gezag van OvJ
- Van belang voor: opsporing is het beginpunt van strafvordering, vanaf dat
moment worden alle waarborgen van strafvordering van kracht
o Reactief: optreden naar aanleiding van een redelijk vermoeden/aangifte van
strafbaar feit
o Proactief: als er nog geen vermoeden is van een strafbaar feit, de politie gaat
zelf onderzoeken naar nog te ontdekken strafbare feiten
o Functie(s) overheidsingrijpen?
2. Toezicht (preventieve controle) toezicht kan overgaan in opsporing =
sfeerovergang
3. Controle
o Repressief: doel om strafbaar feit te ontdekken (zoals alcohol
verkeerscontrole) – niet slechts controle maar eigenlijk opsporing (voldoet
aan dezelfde eisen)
Verschil met opsporing:
o Preventief: toezicht (bestuursrechtelijke handhaving)
- Voortgezette toepassing: controleren op basis van bijzondere wet, er ligt een
ontdekking dat buiten de bevoegdheden van die bijzondere wet valt
(geweerarrest: per toeval) & (met intentie: verbod van detounement de pouvoir
(zuiverheid van oogmerk))
a. Toepassing van een toezichtsbevoegdheid legt bloot dat vermoedelijk een
SR-feit heeft plaatsgevonden dat buiten het bereik ligt van de betreffende
bijzondere wet (vgl. casus Geweer-arrest).
b. Of: toepassing van een opsporingsbevoegdheid in een bijzondere wet
legt bloot dat vermoedelijk een SR-feit heeft plaatsgevonden dat buiten
het bereik van die wet ligt.
4. Domeinen van opsporing
o Week 2
Sfeercumulatie: toezicht en opsporing lopen samen
Rechtmatigheid van handelswijze verbalisant bij aanhouding
, 1. Art 5:20 Awb: eenieder is verplicht aan een toezichthouder medewerking te
verlenen die deze redelijkerwijs kan vorderen binnen zijn bevoegdheden
a. Wek je niet meer, dan pleeg je een strafbaar feit (art 184 Sr)
2. Er zijn sfeerovergangen waarbij voortgezette toepassing van bestuursrechtelijke
bevoegdheden toezicht en controle leidt tot een redelijke verdenking van een
strafbaar feit buiten die wet.
3. Complicatie: verdachte heeft al medewerking verleend aan de toezichthouder, terwijl
hij daar niet toe verplicht is in een strafrechtelijke procedure.
4. Lege/Nederland: toetsingskader wanneer documenten uit de bestuursrechtelijke
procedure ook gebruikt kunnen worden in de strafrechtelijke procedure (art 47 Awr,
5:16 Awb)
Toetsingskader Lege/Nederland: (zie ook Salduz arrest)
1. Nemo tenetur van toepassing? (niemand mag gedwongen worden aan eigen
strafproces mee te werken)
a. Druk of dwang
b. Betrokkene is reeds onderwerp van een bestaand of verwacht strafproces (of
anderszins ‘criminal charge’ art 6 EVRM) óf incriminerende informatie die
onder dwang is verkregen buiten de strafrechtelijke context wordt in een
daaropvolgend strafproces gebruikt
2. Valt het gebruik van het verkregen bewijsmateriaal binnen de reikwijdte van nemo
tenetur?
a. Niet het geval bij ‘pre-existing documents’ documenten die niet zijn
gecreëerd door de uitgeoefende dwang, het document bestond al, de
autoriteiten waren zich al bewust van het bestaan van deze documenten
b. Wel het geval bij een ‘fishing expedition’ autoriteiten weten niet waar ze
naar opzoek zijn, de betrokkene wordt gevraagd alle documenten over te
leggen
c. Indien bewijs verkregen door schending art. 3 EVRM, dan altijd binnen
reikwijdte nemo tenetur (vgl. Jalloh)
3. Indien stap 1 en 2 ja beantwoord: dan beoordeling in het licht van de ‘overall
fairness of the proceedings’ – drie wegingsfactoren:
a. De aard en de mate van dwang
b. Het bestaan van relevante procedurele waarborgen
c. De wijze waarop het materiaal is gebruikt
i. In EHRM Jalloh en HR Biometrische ontgrendeling smartphone nog
een vierde factor: het publieke belang van het onderzoek en straffen
van de verdachte (niet belangrijk)
1. Jalloh: de verkrijgingswijze van bewijs is in strijd met art 3
EVRM – nemo tenetur beginsel van toepassing
(verkrijgingswijze speelt hierin een rol)
Rechtmatigheid van een verkeerscontrole en de handelswijze van de verbalisant bij
aanhouding
HR Dynamische verkeerscontrole:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rechtsgeleerdheidUVT. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.65. You're not tied to anything after your purchase.