In dit document zijn de leerdoelen voor kennistoets 4.1 uitgewerkt aan de hand van de powerpoints en literatuur. De vakken voor KT4.1 zijn: Verpleegkundige zorgverlening, Geneeskunde, Onderzoek doen & toepassen, Zorginnovatie & Ondernemerschap, Technologie, Morele oordeelsvorming. Deze samenvatting...
Inhoud
Verpleegkundige zorgverlening ............................................................................................................... 2
VZ 4.1: Wat weet jij over dementie? ................................................................................................... 2
VZ 4.2: Schei uit over uitscheiding ...................................................................................................... 3
Geneeskunde ........................................................................................................................................... 5
GK 4.1: Ouder worden: hoe doe je dat?.............................................................................................. 5
GK 4.2: Geriatrie: dementie en delier ................................................................................................. 8
GK 4.3: “Dokter, ik verlies wat druppeltjes urine” ............................................................................ 12
GK 4.4: Pathologie: spijsverteringsstelsel ......................................................................................... 15
GK 4.5: Anatomie en fysiologie van het zenuwstelsel (1) ................................................................. 21
GK 4.6: Anatomie en fysiologie van het zenuwstelsel (2) ................................................................. 24
GK 4.7: Pathologie van het zenuwstelsel (1): Symptomen en Onderzoek bij neurologische
problematiek ..................................................................................................................................... 28
GK 4.8: Pathologie van het zenuwstelsel (2): Cerebrovasculaire aandoeningen .............................. 32
Onderzoek doen & toepassen ............................................................................................................... 36
OZ 4.1: Evidence Based Practice (EBP) .............................................................................................. 36
OZ 4.2: Toepassen van EBP ............................................................................................................... 38
Zorginnovatie & Ondernemerschap ...................................................................................................... 39
ZO 4.1: Al bedenk je nog wel zo veel, het gaat om de cliënt z’n voordeel........................................ 39
ZO 4.2: Implementeren kun je leren ................................................................................................. 41
Technologie ........................................................................................................................................... 42
T 2.3: Medische technologie in het ziekenhuis en thuis ................................................................... 42
T 2.6: Robotmaatje, je nieuwe maatje in de zorg?............................................................................ 44
T 3.3: Zorgtechnologie, bedient of bediend door de zorgvrager? .................................................... 44
T 3.4: Kunstmatige intelligentie, een slimme oplossing? .................................................................. 45
T 3.5: Informatieveiligheid, een grote zorg? ..................................................................................... 46
T 4.3: Smart technologie, overal om ons heen! ................................................................................ 47
Morele oordeelsvorming ....................................................................................................................... 49
MOV 3.1: Beeld van de mens ............................................................................................................ 49
MOV 3.2: A brief history of ethics ..................................................................................................... 51
MOV 3.3: Vooraf achteraf ................................................................................................................. 55
MOV 3.4: Who cares?........................................................................................................................ 57
,Verpleegkundige zorgverlening
VZ 4.1: Wat weet jij over dementie?
1. Verschillende benaderingswijzen benoemen in de zorg voor mensen met dementie
Fases van dementie en benaderingswijzen:
− Fase 1: bedreigde ik/cognitieve fase.
− Fase 2: verdwaalde ik/emotionele fase.
− Fase 3: verborgen ik/psychomotorische fase.
− Fase 4: verzonken ik/zintuiglijke fase.
2. Uitleggen waaruit de verpleegkundige zorg bestaat in het ondersteunen, begeleiden en verzorgen
van de oudere met dementie en zijn individuele zorgbehoeften
Advance Care Planning (ACP):
− Worden afspraken gemaakt over de in te zetten medische interventies, bijvoorbeeld over het
stoppen van medische handelingen of beslissingen rondom het levenseinde.
− Bij ACP voelen patiënten en hun naasten zich goed geïnformeerd en kunnen zij tijdig hun
zaken regelen.
− ACP inzetten in de palliatieve fase.
− Wensen van dementerende en naasten worden gedocumenteerd.
3. Benoemen welke rol en taken de verpleegkundige heeft in het begeleiden van mantelzorgers bij
zorgvragers met dementie
Overbelasting van mantelzorger:
− (Neuro)psychiatrische factoren bij ouderen kunnen leiden tot ernstige problematiek.
− Belastende factoren bij de mantelzorgers zelf.
− Het is belangrijk (dreigende) overbelasting, mogelijke incompetentiegevoelens bij
mantelzorgers en andere systeemproblematiek vroegtijdig te signaleren.
Overbelasting mantelzorger signaleren:
− De intake op basis van de onderwerpen uit de dynamische systeemanalyse, MantelScan en
signaleringsinstrumenten kan leiden tot preventieve maatregelen.
− Het Sofa-model:
• De verpleegkundige kan op 4 manieren ondersteuning bieden aan mantelzorgers
met problemen van matig complexe aard:
▪ samenwerken: de verpleegkundige spreekt de mantelzorger aan in de rol van
samenwerkingspartner.
▪ ondersteunen: de verpleegkundige ondersteunt de mantelzorger in de rol
van medecliënt.
▪ faciliteren: de verpleegkundige creëert voorwaarden om de persoonlijke
relatie van de cliënt en diens familie zo veel mogelijk intact te houden.
▪ afstemmen: de verpleegkundige communiceert voortdurend over de
behoeften, zorgen en successen van de cliënt en mantelzorger.
− Om zelfmanagement bij mantelzorgers en ouderen te stimuleren, kan gebruik worden
gemaakt van motivatietechnieken.
, Gerelateerde verpleegkundige diagnoses (NANDA):
− overbelasting van de mantelzorgverlener, risico op overbelasting van de mantelzorgverlener.
Gerelateerde verpleegkundige interventie (NIC):
− 7040 Ondersteuning van de mantelzorgverlener.
− 7260 Tijdelijke overname van de mantelzorg.
− 7400 Voorlichting zorgvoorzieningen.
− 5440 Bevordering van de mantelzorg.
− 7120 Inschakeling van de familie.
− 7110 Bevordering van de betrokkenheid van de familie.
VZ 4.2: Schei uit over uitscheiding
1. Aan de hand van casuïstiek aangeven welke verpleegkundige zorg wordt verwacht bij
ondersteuning bij de uitscheiding
Oligurie: urineproductie minder dan 500ml per 24 uur.
Anurie: urineproductie minder dan 50ml per 24 uur.
Polyurie: urineproductie meer dan 2L per 24 uur.
Nycturie: urineproductie in de nacht groter.
Stressincontinentie: inspanningsincontinentie, bij bijv. niezen, lachen, tillen. Door verslapte
bekkenbodemspieren en blaaswand.
Urge-incontinentie: aandrangincontinentie, direct moeten plassen bij aandrang. Overactieve blaas
door bijv. neurologische aandoening, stress, overmatig koffie/thee-gebruik, urineweginfectie.
Overloopincontinentie: druppelincontinentie, door een overvolle en overrekte blaas lekken bij
drukverhoging kleine hoeveelheden urine. Door verzwakte blaasspier of obstructie (bijv. MS, CVA,
prostaatproblemen, na operaties in buikholte).
Reflexincontinentie: uitplassen van urine na normale vulling van de blaas, zonder hier controle over
te hebben. Bij bijv. dwarslaesie, MS.
Functionele incontinentie: grote hoeveelheden urineverlies, meerdere keren per dag. Geen controle
over de mictie, geen gevoel van aandrang = volledige incontinentie. Door bijv. medicatie,
immobiliteit, dementie.
Zorg bij de uitscheiding is een belangrijk onderdeel van de verpleegkundige zorg:
− Vanwege de hygiëne.
− Vanwege de zorg om het welbevinden van de zorgvrager.
− Om de uitscheidingsproducten te kunnen observeren en afwijkingen te signaleren.
Taken van de verpleegkundige:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Lynn6. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.31. You're not tied to anything after your purchase.