Dit is een samenvatting van de hoorcolleges van NAT1. Dit vak wordt gegeven in schijf 2 in het tweede semester. Dit in de richting logopedie aan Arteveldehogeschool Gent.
Voor de dysartrietypes bestaat er een zeer mooi schema, dus deze zit er niet in. Hierbij de link naar het schema:
Het lijkt ee...
Neuro: assessment en therapie 1
Spraakcomponenten
Wat Voorbeelden symptomen
Ademhaling Invloed lichaamshouding - Beperkte kracht AHspieren = weinig ademsteun
Interactie met fonatie en velopharyngeaal systeem - Slechte controle ademhaling/stem (bv eerst ademen, dan
(drukontsnapping via neus) spreken)
Invloed natuurlijkheid en spraakverstaanbaarheid - Te hoog AHtype
Spreekademhaling: korte inspiratie, lange en gecontroleerde - Problemen ademgroepen:
expiratie
Ademgroep: aantal syllaben dat een persoon comfortabel
op een ademhaling kan produceren
Fonatie = stemgeving via stembandtrilling - Stembandparese of stembandparalyse
Spieren hebben een tonus (=spierspanning) - Stem klinkt hypotoon of hypertoon
Interactie met ademhaling - Slechte stemkwaliteit (GRBAS)
Geen maximale prestaties (iemand zonder dysartrie, zal - Stemtremor= voorspelbare rusttremor van de spieren
volume opmerkelijk kunnen verhogen) - Beperkt stemvolume (ademsteun? Cognitief? Stembanden?)
, Articulatie Articulatiebewegingen= snelle, alternerende bewegingen - Onnauwkeurige articulatie: bij veel dysartietypes, andere
van articulatoren redenen
Articulatiesnelheid (≠ spreeksnelheid!!) • Spierzwakte (slappe articulatie)
Individuele variatie premorbide • Slechte coördinatie (dronkenmansspraak)
Afhankelijk van de spreeksituatie (bv hyperspeech= • Hypokinesie (te weinig/te kleine bewegingen)
bewust/onbewust spreken in slechte omstandigheden) • Hyperkinesie (te veel/ongecontroleerde bewegingen)
Resonantie = meetrillen van de lucht in de resonantieruimtes - Hypernasaliteit (= te veel luchtontsnapping via de neus)
Afsluiting door velum (moet heel beweeglijk zijn) Grote invloed op spraakverstaanbaarheid én natuurlijkheid
- Nasale souffles= luchtemissie tijdens spreken, ‘plofjes’
- Hyponasaliteit (komt minder vaak voor)
Prosodie = variaties in luidheid, toonhoogte en tempo - Toonhoogtevariaties: monotonie, toonhoogtepieken
Belangrijk voor spraakverstaanbaarheid en natuurlijkheid - Luidheidsvariaties: monoluidheid, uitschieters
van de spraak - Spreektempo vertraagd (bij hypokinetische dysartrie verhoogd)
Spreeksnelheid -> kan snel klinken, maar is eerder niet
aangepast aan de andere spraakproblemen (bv slechte
articulatie, lijkt te snel mar is al trager dan gemiddeld)
Conclusie:
• Spraakproductie erg complex, alle spraakcomponenten kunnen gestoord zijn
• Kunnen op verschillende manieren gestoord zijn + dynamische interactie met elkaar
• Spraakcomponenten onderscheiden = belangrijk deel van assessment
, Inleiding op niet-talige cognitieve functies
Wat zijn niet-talige cognitieve functies?
Talige cogn stoornis= afasie Kenmerken niet-talige cognitieve stoornissen:
Niet-talige cognitieve stoornis= • Ontstaan bij centrale zenuwstelsel
• Aandacht • Komen HEEL VAAK voor
• Geheugen • Onzichtbaar en dus soms moeilijk te objectiveren
• Executieve functies • Kleine stoornis kan grote beperking geven
• Sociale cognitie • Complex (onbegrip)
• Neglect= onbewuste verwaarlozing 1 zijde) • Effect op dagelijks functioneren en zelfredzaamheid moeilijk in te
• Apraxie= uitvoeren gekende bewegingen) schatten (inzicht is cruciaal)
• Agnosie= herkenning) • Samenwerking met andere disciplines noodzakelijk
• …
Waarom moet een logo hier kennis van hebben?
Om te kunnen leren heb je 3 zaken nodig: aandacht (prikkels opnemen), geheugen (prikkels onthouden), executieve functies (kennis toepassen) -> niet-talige
cogn structuren
Leren?
• Opnieuw leren van verloren functies/vaardigheden
• Aanleren nieuwe vaardigheden
• Afleren (unlearning) oude gewoontes
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emmamels. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.