100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Biologie VWO Nectar 4e editie H11 - Regeling intern milieu $6.44   Add to cart

Summary

Samenvatting Biologie VWO Nectar 4e editie H11 - Regeling intern milieu

 11 views  1 purchase
  • Course
  • Level

Samenvatting van Biologie VWO Nectar 4e editie H11 - Intern Milieu

Preview 2 out of 7  pages

  • June 15, 2023
  • 7
  • 2021/2022
  • Summary
  • Secondary school
  • 5
avatar-seller
Bi - H11 - Regeling intern milieu
11.1 HET INTERNE MILIEU
Regeling van het interne milieu (Binas 87B)
- Norm: ingestelde (fysiologische) waarde, bijv. lichaamstemperatuur.
- Regelkring: voorkomt grote afwijkingen van norm.
- Bestaan uit receptoren, zintuig dat een waarde in lichaam meet.
- En effectoren: klier of spier, aangestuurd door regelcentrum in centraal zenuwstelsel.
- Homeostase: het in stand houden van een dynamisch evenwicht, evenwicht dat varieert tussen
een ingestelde minimum- en maximumwaarde, rond een bepaalde norm.
- Regelcentrum: spil van regelkring, bewaakt norm van fysiologische waarde, stuurt effectoren aan.
- Temperatuurcentrum: spil van temperatuurregeling, bewaakt norm van lichaamstemperatuur en
stuurt zo nodig de effectoren aan.
- Negatieve terugkoppeling: proces dat de afwijking van de norm tegengaat.

Regelkring van temperatuur (Binas 87B, 88C1)
- Kerntemperatuur: temperatuur in centrale deel van je lichaam, waar vitale organen liggen.
- Hypothalamus: hersendeel met receptoren voor kerntemperatuur; bevat regelcentrum die norm
voor kerntemperatuur bewaakt.
- Schiltemperatuur: temperatuur in buitenste lagen, buiten vitale organen van lichaam. Varieert met
temperatuur in omgeving.
- Receptoren voor schiltemperatuur liggen in huid en skeletspieren; koudereceptoren, registreren
temperatuurdaling, warmtereceptoren: registreren temperatuurstijgingen.
- Zonder tegenmaatregelen bij temperatuurdaling schiltemperatuur zal ook kerntemperatuur dalen
met onderkoeling: daling van lichaamstemperatuur tot onder 36 ˚C
- Dalende kerntemperatuur geregistreerd in regelcentrum hypothalamus; signalen naar effectoren
van kern en schil om warmteproductie op te voeren. Kringspieren in slagadertjes naar huid en
spieren vernauwen. Deze herverdeling van warm bloed houdt warmte zoveel mogelijk in kern vast.

Koorts (Binas 84L2)
- Verhoging van lichaamstemperatuur boven 41˚C
- Hypothalamus heeft norm verhoogd. Hierdoor gaan effectoren aan de slag alsof onderkoeling
dreigt. Hogere lichaamstemperatuur stimuleert productie en afgifte van afweerstoffen.
- Cytokine: eiwit uitgescheiden door bepaalde witte bloedcellen, o.a. bij ontstekingen. Werkt als
boodschapperstof bij celcommunicatie en verhoogt bij ontsteking norm van kerntemperatuur.
- Zodra infectie afdoende is bestreden, gaat norm van kerntemperatuur terug naar 37˚C, maar
kerntemperatuur is nog steeds te hoog. Temperatuurcentrum regelt afkoeling; slagadertjes naar
huid gaan wijd open.

Interne milieu
- Interne milieu: delen van het lichaam, die geen direct contact hebben met buitenwereld. Bestaat
uit cellen, bloed, weefselvloeistof en lymfe.
- Regelcentrum voor samenstelling van interne milieu bevindt zich ook in hypothalamus.
- Elke regelkring heeft voor waarde van interne milieu een eigen norm.
- Gluconeogenese: het maken van nieuwe glucose uit aminozuren en vetten.

11.2 PROCESSEN IN DE LEVER
Bouw en doorbloeding van de lever (Binas 82CD, 84A,
- Poortader: ader die bloed met verteringsproducten uit maag, darmen, alvleesklier en milt naar de
lever vervoert.

, - Lever is verdeeld in groepen cellen met elk een eigen aftakking van leverslagader en poortader. In
deze functionele eenheden, leverlobjes, bevinden zich speciale bloedruimtes, sinusoïden, waarin
bloed uit leverslagader en poortader samenkomt.
- Bewerkte bloed verlaat leverlobje via centraal adertje. Vandaar gaat het via leverader naar
onderste holle ader.
- Galkanalen, die tussen cellen doorlopen, voeren de door de levercellen geproduceerde gal uit de
leverlobjes via de galgang, naar de galbuis. Die mondt uit in de twaalfvingerige darm en galblaas.

Koolhydraatstofwisseling en de lever
- Na (koolhydraatrijke)maaltijd stijgt glucoseconcentratie (bloedsuikerspiegel) in bloed vaak tot
boven norm. Spiercellen, vetcellen en meeste andere weefsels nemen glucose op onder invloed van
insuline: hormoon uit alvleesklier; stimuleert omzetting van glucose in glycogeen.
- In lever stimuleert insuline omzetting van glucose in polysacharide glycogeen: glycogenese. Als
voorraad glycogeen gevuld is, wordt extra aangevoerde glucose omgezet in vetten.
- Tijdens activiteiten dissimileren spieren glucose. Spiercellen maken glucose vrij uit hun
glycogeenvoorraad of nemen die op uit bloed. Glucoseconcentratie daalt tot onder normwaarde.
- Zenuwcellen hebben geen glycogeenvoorraad en zijn voor hun energieaanvoer afhankelijk van
glucose in bloed.
- Alvleesklier maakt als reactie op gedaalde suikerspiegel glucagon: hormoon uit alvleesklier;
stimuleert in lever omzetting van glycogeen in glucose en afgifte van glucose aan bloed.
- Raken glucosevoorraden in bloed en glycogeenvoorraden in lever uitgeput, dan maken levercellen
ook glucose uit aminozuren en vetten: gluconeogenese.

Vetstofwisseling en de lever (Binas 86E, 67GK)
- Lever ontvangt glycerol en vetzuren via leverslagader en poortader na eten van vet eten.
- Vetzuren kunnen dienen als brandstof en als bouwstof voor bijv. celmembranen. Niet alle vetzuren
zijn bruikbaar, lever kan ongeschikte vetzuren ombouwen tot geschikte.
- Essentiële vetzuren kan de lever niet maken en kun je alleen met voedsel binnenkrijgen.
- Cholesterol; vetachtige stof, nodig voor stabiliteit van celmembranen en grondstof voor hormonen
als oestrogeen en testosteron.
- Lever voorziet vetachtige stoffen van hydrofiele buitenlaag van eiwitten en vormt zo lipoproteïnen,
die het bloedplasma kan vervoeren.

Eiwitstofwisseling en de lever (Binas 67H, 86E)
- Deel van aminozuren is bruikbaar voor opbouw van nieuwe eiwitten. Een teveel aan aminozuren
kan lever niet opslaan, sommige hiervan worden door leven omgebouwd, andere afgebroken.
- Door ombouwen kan lever 11 van 20 aminozuren maken. Andere essentiële aminozuren kun je
alleen via je voedsel binnenkrijgen.
- Ombouwen gebeurt via transaminering. Een (overtollig) aminozuur ‘ruilt’ zijn aminogroep (-NH 2)
uit tegen de ketogroep (=O) van ander molecuul. Dit laatste molecuul verandert daardoor in
aminozuur dat nodig is.
- Overgebleven aminozuren worden in stappen afgebroken:
- Deaminering: verwijderen van aminogroep van aminozuur.
- Uit aminogroep vormt lever vervolgens ammoniak (NH 3).
- Lever koppelt ammoniak aan CO2 waarbij ureum (afvalstof) ontstaat 2 NH3 + CO2  (NH2)2CO +
H2O. Dit gaat via bloed en nieren naar urine.
- Rest van aminozuur dient als brandstof. Ook kunnen levercellen restant omzetten in vet
(lipgenese) of glucose (gluconeogenese).

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller yansnoek. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.44. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

71498 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.44  1x  sold
  • (0)
  Add to cart