100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
korte samenvatting + begrippen lijst -Wereldgeschiedenis 2023 $5.82   Add to cart

Summary

korte samenvatting + begrippen lijst -Wereldgeschiedenis 2023

 28 views  3 purchases
  • Course
  • Institution

Korte samenvatting van elk hoofdstuk + begrippen lijst. Je kan het best de begrippen en samenvatting van elk hoofdstuk naast elkaar leggen.

Preview 4 out of 33  pages

  • June 16, 2023
  • 33
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Wereldgeschiedenis: begrippen en korte samenvatting per hoofdstuk


H1 Waarom zijn we beginnen kijken naar het verleden?
 Vanaf 1950 kwam er een belangstelling voor de oorzaken van de babyboom,
interesse in verleden om te kijken hoe we met crisissen omgingen, opzoek gaan naar
oorzaken

Welke instrumenten gebruiken we om de demografie te meten?
 Historisch bronnen materiaal
o Oude bronnen zijn niet bruikbaar: alleen weerbare mannen in het leger
(lengte, leeftijd, gewicht)
o Concilie van Trente: parochieregisters aanleggen
o Franse republiek
 Adolphe Quetelet (statisticus): l'homme moyen
 Belangrijkste variabelen:
o Nataliteit, mortaliteit, fertiliteit, natuurlijk verloop, migratiesaldo,
bevolkingsverloop, leeftijdsopbouw, …
 De onafwendbaarheid van catastrofes (Malthus): er bestaat een onoplosbare
spanning tussen seks en voedsel wat leidt tot crisissen, de bevolkingsontwikkeling
groeit sneller dan de voedselvoorraad
o Enige oplossing: demografisch gedrag aanpassen (homeostatisch systeem)
o Verband met David Ricardo: cyclisch model
o Deze ideeën worden gebruikt om de ontwikkelingsproblematiek in
Afrikaanse landen te verklaren
o <-> Optimistische visie (Ester Boserup): een grotere bevolking zorgt juist
voor schaalvoordelen

Demografische ontwikkelingen voor 1750:
 Bevolking groeide aan een zeer traag tempo: vb. onderzoek ideale Franse vrouw
(1740-1749)
 Er is een structurele en een catastrofale mortaliteit
o Structureel (hoe de samenleving is georganiseerd)
 Hoge kinder-en jongerensterfte
 Urban graveyard-effect
o Catastrofaal (crisismomenten)
 Oorlogen "bello"
 Hoger "fame"
 Exogene omstandigheden "peste"
 Grote verschillen van geboorte en fertiliteit tussen leeftijdsgroepen, regio's en
sociale groepen
o Sociale groep: E.A. Wrigley beweert dat de hogere klassen experimenteren
met vormen van geboorte beperking omdat ze schrik hebben hun bezit te
delen
 West-Europees huwelijkspatroon: als een soort evenwicht herstellend mechanisme

,Demografische ontwikkelingen tijdens de lange negentiende eeuw
 Eerste demografische transitie: nataliteit op een pre-industrieel niveau terwijl
mortaliteit sterk daalt (=enorme stijging van de bevolking)
o Theoretisch abstract model niet voor alle landen (vb. Frankrijk) maar wel in
België
 Mortaliteit
o Daling van structurele mortaliteit
o Catastrofale mortaliteit gekenmerkt door pieken veroorzaakt door crisis,
epidemieën en oorlogen
 Epidemiologische transitie (Abdel R. Omran): verschuiving in
mortaliteitpatronen
1. Eerste fase: pestilence and famine (infectieziekten
dominante rol)
2. Tweede fase: receding pandemics (daling infectieziekten, nu
welvaartziekten)
3. Derde fase: degenerative and man-made diseases
(chronische ziekten)
o Lange termijn ontwikkelingen
 Wijzigingen in voedselpatroon
 Terugdringing van zuigelingensterfte
 Medische vooruitgang
 Groeiende aandacht voor hygiëne
 Nataliteit en nuptialiteit
o Proletarisch demografisch patroon (E.P. Thompson)
o Einde aan nataliteitsgroei in late 19de eeuw: culturele switch
 Minder kinderen om er beter voor te kunnen zorgen
 Kost van kinderen stijgt (verbod kinderarbeid, langer naar school)
 Deconfessionalisering
o Gemiddelde levensverwachting bij geboorte krijgt een enorme ontwikkeling

Demografische ontwikkelingen tijdens twintigste eeuw
 Baby boom in jaren 50
 Biopolitiek
 Daling in mortaliteit: terugdringen kindersterfte, verbetering hygiëne, verbetering
levenskwaliteit, medische vooruitgang
o Gevolgen: stijging levensverwachting, vergrijzing
 Daling nataliteit: economische groei, actieve gezinspolitiek, anticonceptie,
emancipatie vrouw, kost kinderen, angst overbevolking
o Gevolgen: overgaan tot nulgroei?

,H2 Fase 1: staatsvorming in de enge betekenis (politieke, militaire, economische en
institutionele eenmaking van staten), sinds late middeleeuwen
Van oude naar nieuwe politieke constellaties (vanaf 1800)
 Een woelige tijd: nieuwe 'verlichte' politieke ideeën, andere legitimering van macht
en staat, revolutionaire schokgolven
 Politiek transitie proces: eengemaakt centraal apparaat, soevereine natie ipv vorst,
verzorgingsstaat
o Voor 1750: staatsvorming als politiek, militair en institutioneel project van
vorsten
o Na 1750: staatsvorming ten dienste van het volk, nationalisering
o 19de eeuw: democratie, natiestaat wordt koloniaal exportproduct
o 20ste eeuw: verzorgingsstaat, dekolonisering
o 21ste eeuw: supranationale staat (Europa)
 Visie Charles Tilly (politiek socioloog): staatsvormingsproces hangt samen tussen
interne machtsstrijden en externe machtsstrijden
o Staat en statenstelsel voortdurend in ontwikkeling: geen gelijkblijvende
structuren
o Ontwikkeling gestuurd door
 Machtsstrijd: handelen van elites en sociale groepen
 Binnen menselijke samenlevingen: endogene dynamiek
 Tussen menselijke samenlevingen: exogene dynamiek

De politieke ontrafeling van het feodalisme in de Zuidelijke Nederlanden (casus België)
 Is België een constructie of bestonden de Belgen al voor ze een koninkrijk vormden?
o Rol van historisch toeval:
 Omvorming van verbrokkelde gebieden tot gecentraliseerde
territoria + kwetsbaarheid van vorstendommen
 Voor 1750: één onder één vorst
o Geen 'vreemde bezetting' want vorsten respecteren lokale gebruiken
 Rond midden 18de eeuw: invloeden van de verlichting
o Verlicht depotisme: invloed op politiek-economisch bestel van Zuidelijke
Nederlanden
o Ideeën van verlichting nog steeds fundamentele pijlers in Westerse
samenleving
 Maar: geen spraak van democratie, geen progressieve sociale politiek

Fase 2: natievorming (vanaf late 18de eeuw)
Doel: scheppen van een homogene bevolking die zich verbonden voelt met de eigenheid van
de natie doormiddel van bijvoorbeeld een gemeenschappelijk grondgebied
Van soevereine vorst naar soevereine natie
 Ideeën van verlichting staan haaks op almacht van de Kroon; vorstelijke macht
wordt gelegitimeerd door het volk zelf (volkssoevereiniteit)
 Gevolg: Glorious Revolution in Engeland
 Theorie van sociaal contract: fundament van nieuwe ideeën rond staat en natie
 Politiek liberalisme: scheiding der machten + vrijheden
 Idee van zelfbeschikking der volkeren + idee van volkssoevereiniteit zorgt voor
nationalisme
o Gevaarlijke cocktail voor de Kroon
o Revoluties: Amerikaanse, Franse, Belgische

, o Dynamiek nog versterkt oor opkomst van het nationalisme

 Opkomst nationalisme en natievorming
o Natievorming: sociale fenomenen in band brengen met modernisering
 Territorialiteit
 Horizontaliteit: ongeacht sociale ongelijkheden is er een
verwantschap (<-> standenmaatschappij met verticale indeling)
 Soevereiniteit
o Wat zijn naties?
 Objectivisme of essentialisme
 Constructivisme of subjectieve identiteit
 Nationalisering
o Twee vormen van nationalisme: civiele invulling en ethische invulling
o Wortels in verlichting, romantiek, Franse revolutie: de politieke natie is geen
verbeelde geconstrueerde gemeenschap meer (‘imagined communities),
maar bestaat echt
o Geen gelijklopende beweging (verschilt van land tot land)

Chronologie van het nationalisme (in fasen)
 18de eeuw: oppositioneel, radicaal, modern (civiel of etnisch)
o Tegen heerschappij van de absolute, verlichte vorst, tegen dynastieke
principe
 19de eeuw: liberale en democratische inslag
o Gericht op politieke en culturele emancipatie van de burgerij
 Late 19de eeuw: taal, identiteit, afkomst
o Oorzaken: snelle industrialisering en urbanisering zorgen voor een zoektocht
naar nieuwe vormen van solidariteit, verstrekt belang van taalgebruik,
imperialisme, acties tegen volksvreemde elementen (‘imagined traditions’)
o Twee vormen: verbonden aan imperialisme en conservatisme of verbonden
aan volk en populisme (rechtsrevolutionair)
 Interbellum: extreem-nationalisme (fascisme en nazisme)
 Na 1945: bevrijdingsnationalisme
 Vanaf 1970: terug extremere vormen van nationalisme door opkomst multiculturele
samenleving

De opkomst van de Belgische natiestaat: drieledige politieke transitieproces illustreren
 Belang van Franse revolutie (1789)
o Introductie van sterke centralistische staat, die regeert via direct bestuur
 Van onrechtstreeks naar rechtstreeks bestuur
 Noodzaak om de bevolking te homogeniseren
o Reorganisatie van het land
o Introductie van het politiek liberalisme
 Déclaration des droits de l'homme et du citoyen
 Omvorming naar de liberale natiestaat België: Nederlandse invloed
o Verenigd Koninkrijk der Nederlanden onder Willem I
 Als bufferstaat (congres van Wenen)
 Problemen:
 Willem I zuigt teveel macht
 Katholieken vs protestanten (vb. onderwijs)
 Handel in het Noorden vs industrialisering in het Zuiden
 Nederlands officiële taal

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jannedeschepper. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.82. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.82  3x  sold
  • (0)
  Add to cart