Ik zit nu in het 1e jaar van vastgoedkunde en heb overal uitgebreide samenvattingen gemaakt die gebaseerd zijn op de colleges. Dit is de samenvatting van statistiek en er staat alles in qua stof en sommige voorbeelden van opdrachten staan er ook in. Alleen de opdrachten staan er niet in.
College 1: Inleiding statistiek, Frequentieverdelingen en centrummaten:
Variabelen
► Een variabele is een geoperationaliseerd begrip waarvan precies is aangegeven hoe het wordt
gemeten. Variabelen variëren en kunnen dus verschillende waarden aannemen. Zo heeft de
variabele ‘woningtype' bijvoorbeeld de waarden ‘koopwoning' en ‘huurwoning’.
► Er zijn discrete variabelen (waarden zijn gehele getallen) en continue variabelen (verschil tussen
twee waarden kan willekeurig klein zijn). Voorbeeld:
variabele a: aantal vrienden op facebook → discrete variabele
variabele b: gemiddelde tijd per dag op facebook → continue variabele
- Nominaal
► Enkel onderscheid in categorieën ► Voorbeeld: geslacht, woonplaats
- Ordinaal
► Onderscheid in categorieën, én er zit een ordening in de categorieën. ► Voorbeeld: maat
kleding (S, M, L, XL)
- Interval
► Er is géén absoluut nulpunt, het interval tussen 2 schaalpunten heeft een numerieke
betekenis
► Voorbeeld: temperatuur in graden celsius, bouwjaar
- Ratio
► De verhouding tussen 2 schaalpunten heeft een numerieke betekenis, er is wél een
absoluut nulpunt.
► Voorbeeld: lengte, gewicht, inkomen.
►(In SPSS: Interval & Ratio → Scale)
Centrum maten en spreidingsmaten
Gemiddelde = Som van alle scores gedeeld door het aantal scores
Modus = Meest voorkomende waarneming*
Mediaan = Middelste waarneming (na ordening in grootte!)
▪ Oneven aantal waarnemingen: middelste waarneming
▪ Even aantal waarnemingen: gemiddelde van de middelste 2 waarnemingen
▪ Percentielscore: cumulatief percentage
▪ Kwartiel- en decielscore: de scores worden opgedeeld
in groepjes van respectievelijk 25% en 10 %
Sigma notatie: ∑
∑ : (spreek uit: “Sigma”) is de Griekse hoofdletter S
• ∑ → Sommatie = optellen
• Voorbeeld:
• Wiskundigen gebruiken vaak de letter x met een “index” (i) die van 1 tot n
loopt:
Voorbeeld:
X1= aantal keer de trein gemist in januari
X2= aantal keer de trein gemist in februari
X3= aantal keer de trein gemist in maart
X4= aantal keer de trein gemist in april
Dan kan het totaal aantal keer dat ik de trein gemist heb, genoteerd worden als:
, Heel vaak bedoelen we met “het gemiddelde” het rekenkundig gemiddelde.
Maar er zijn meerdere gemiddelden!
- Gewogen gemiddelde
- Voortschrijdend gemiddelde
- Meetkundig gemiddelde
- Harmonisch gemiddelde
- Getrimd / gewinsoriseerd gemiddelde
- ...en vele anderen!
Vaak wordt het meetkundig gemiddelde gebruikt bij investeringen en rendementsberekeningen!
Moeten we dit leren??
Kijk verder de powerpoint voor opdrachten!!
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jefta1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.27. You're not tied to anything after your purchase.