Samenvatting en aantekeningen Behandeling: Interventies binnen de Orthopedagogiek
20 views 3 purchases
Course
Behandeling (6472BEHA)
Institution
Universiteit Leiden (UL)
Book
Behavior Modification
Een goede samenvatting van het vak Behandeling: interventies binnen de orthopedagogiek. Alle literatuur, papers en colleges zijn samengevoegd. Ik heb een 8.7 voor het tentamen gehaald.
Test Bank For Behavior Modification What It Is and How to Do It 11th Edition by Garry Martin, Joseph J. Pear||ISBN NO:10,081536654X||ISBN NO:13,978-0815366546||All Chapters||Complete Guide A+
All for this textbook (1)
Written for
Universiteit Leiden (UL)
Pedagogische Wetenschappen
Behandeling (6472BEHA)
All documents for this subject (32)
Seller
Follow
pascallevandenberge
Reviews received
Content preview
College 1
maandag 17 april 2023 13:15
Wat is gedrag?
- Alles wat een persoon zegt of doet, bijv. een activiteit, actie, prestatie, reactie of respons.
- Elke observeerbare en meetbare activiteit van een organisme: spier -, klier- of elektrische activiteit.
- Gedrag is niet altijd overt/observeer baar!
- Bijvoorbeeld een tiener die veel piekert (covert gedrag), is niet zichtbaar. Bepaalde gedachtes hebben is covert
Three dimensions of behavior are duration, rate, and intensity:
De duur van een gedrag is de tijdsduur dat het duurt (Mary heeft er bijvoorbeeld voor gestudeerd).
uur). De snelheid van een gedraging is het aantal gevallen dat zich voordoet in een bepaalde periode (Frank plantte bijvoorbeeld vijf tomatenpl anten in
zijn tuin in 30 minuten). De intensiteit of kracht van een gedrag verwijst naar de fysieke inspanning of energie betrokken bij het uiten van het gedrag
(Maria heeft bijvoorbeeld een sterke greep bij het handen schudden).
Gedragsmodificatie: 7 verschillende punten. Gedragsmodificatie: met technieken en principes wordt gedrag van mensen beoordeeld en verbeterd,
zowel overt als covert gedrag. Het doel is om het welzijn van mensen te verbeteren
1. Problemen definiëren in termen van gedrag dat we kunnen meten. Veranderingen in gedrag is de beste indicator voor oplossingen.
2. Gericht zijn op de omgeving vd persoon, pas de omgeving vd persoon zodat de persoon het gedrag veranderd. Ouders, leerkracht, opa/oma etc.
Iemands omgeving wordt aangepast om mensen beter te laten gedijen. Stimuli= mensen/objecten/gebeurtenissen aanwezig in de omgeving die
van invloed zijn op iemands gedrag
3. Heel precies beschrijven wat er is gedaan, wat er is gedaan, hoe is dit gedaan etc. Zo kan iemand anders de gedragsmodificatie repliceert.
4. De technieken worden toegepast door mensen uit de omgeving. Dus niet alleen de hulpverlener, bijv. ouders, leerkrachten etc.
5. Oorsprong in onderzoek uit de leerwetenschap (wetenschappelijk onderzoek)
6. Aantonen dat interventie de oorzaak is voor gedragsverandering. Maak heet duidelijk wat je kind verwacht
7. Grote verantwoordingplicht vd betrokkenen bij interventies (cliënt, medewerkers etc.)
Welke van de onderstaande beschrijvingen wordt NIET beschouwd als gedrag
in de context van gedragsveranderingen?
Een 10 halen voor Behandeling: interventies binnen de orthopedagogiek
1900: Pavlov: klassieke/pavloviaanse conditionering. Reflexen die automatische reacties op voorgaande stimuli veroorzaken
1938: Skinner: operante conditionering. Gedrag wordt gemodificeerd door de gevolgen (straffen/belonen).
1968: Baer, Wolf en Risley: toegepaste gedragsanalyse
'60/70/80: Ellis en Beck: cognitieve gedragstherapie. Irrationele gedachten veroorzaken lastige emoties
Toegepaste gedragsanalyse:
Todd Risley identificeerde de dimensies van toegepaste gedragsanalyse omvatten ( a) een focus op meetbaar gedrag dat sociaal significant is (bijv.
zwerfafval, opvoedingsvaardigheden); (b) een sterke nadruk op operante conditionering om behandelingsstrategieën te ontwikkelen; ( c) een poging
duidelijk aan te tonen dat de toegepaste behandeling verantwoordelijk was voor de verbetering van het gemeten gedrag; en ( d) een demonstratie van
generaliseerbare en langdurige gedragsverbeteringen
Waarom terug naar de behavioristen?
Begrip hoe gedrag beïnvloed kan worden door leren, gaven verklaring voor atypisch gedrag met als gevolg nieuwe behandelingen.
• Behandeling mentale problemen: Krankzinnigheid, waanzin, demonische bezetenheid en teken van goden. Waanzin was straf vd goden, was
jouw schuld.
Geestenzieken werden gezien als bovennatuurlijke oorsprong. Eigen methode, sommige kwamen weer terug. Sommige interventies leiden tot
veel ziekten en doden. Bijv. behandeling trepanatie (stuk bot uit de schedel wordt verwijderd)
• 5e eeuw voor Chr. Gaf Hippocrates een lichamelijke verklaring voor atypisch gedrag: de hersenen ivm gedrag en bewustzijn. Theorie van 4
sappen, onbalans veroorzaakt problemen.
• Salem/heksen: vrouwen moesten bekennen, ze werden gemarteld. Massa hysterie, a typisch gedrag wilde je absoluut niet tonen.
• Rond 13/14e eeuw: ziekenhuizen begonnen op te nemen. Maar was niet heel gezellig, meer een gevangenis. Iepra-epidemie, meer ziekenhuis
voor geesteszieken.
Saint Mary of Bethlehem (“Bedlam”) in Londen: langs het ziekenhuis om de 'zieken' te bekijken, die lijfstraffen kregen. Soort dierentuin
De gestichten/dolhuizen leken meer op een gevangenis dan instellingen voor gezondheidszorg. Ze hadden interventies waarin je overgoten met
heet water, of kleine kooien.
In die tijd hadden ze nog geen verklaring voor het atypische gedrag. Andere verklaring voor hysterie bij vrouwen, was de baarmoeder die
verkeerd zit.
• Pinel bevrijdt de krankzinnigen in het Salpêtrière ziekenhuis in Parijs. Hij wilde alleen maar liefdevolle behandelingen. Hij gaf een andere
verklaring voor het gedrag, dus andere behandeling.
Verschillende perspectieven kregen momentum en hebben nog steeds invloed:
• Biologisch perspectief (bijv. lobotomie), ingreep in de hersenen, zou psychische stoornissen verhelpen.
Nieuwe sectie 1 Pagina 1
,• Biologisch perspectief (bijv. lobotomie), ingreep in de hersenen, zou psychische stoornissen verhelpen.
1935 eerste chirurgische lobotomie
1945 eerste ijspriem-lobotomie
• Psychodynamisch perspectief (bijv. Freud)
• Behaviorisme → gedrag/cognitief: gedragstherapie, cognitieve gedragstherapie, enz.)
Lobotomie = de verbindingen tussen het voorhoofdsgedeelte en de rest van de hersenen worden losgemaakt. Men dacht zo diverse psychische
stoornissen zoals schizofrenie en depressie te kunnen verhelpen.
Charles Darwin: eigen kinderen als studieobject
Ontwikkeling van intelligentietesten
Freud keek naar kinderen vanuit de psychoanalyse
Gedragsmodificatie:
• Evidence-based, met sterk ontwikkelde theorie.
• Te gebruiken bij veel verschillende groepen in verschillende leeftijdscategorieën.
• In veel verschillende contexten te gebruiken, bijv. (jeugd)hulpverlening, onderwijs, zwemles etc.
• Relatief eenvoudig toe te passen.
Klassieke conditionering in hedendaagse leven: angstklachten, ocd en verslaving
Bekrachtiging ook: zindelijkheid, leren fietsen, tanden poetsen. Wordt veel gebruikt door ouders in de alledaagse opvoeding.
"Triple P" ("Positive Parenting Program") Opvoedprogramma emotionele, gedrags- en ontwikkelingsproblemen
Family Transition Triple P (FTTP) Emotionele onrust als gevolg van veranderingen in het gezin, bijv. echtscheiding
One is that they may lead to pseudoexplanations of behavior (pseudo meaning false). For example, a child who inverts words while reading, such as
“saw” for “was,” might be labeled as having dyslexia. If we ask why the child inverts words, and we are given the answer “Bec ause he has dyslexia,”
then the summary label for the behavior has been used as a pseudo -explanation for the behavior. Another name for pseudo-explanation is circular
reasoning
In this book, we strongly stress the importance of defining all types of problems in terms of behavioral deficits
(too little behavior of a particular type) or behavioral excesses (too much behavior of a particular type).
Deficits: a child does not pronounce words clearly and does not interact with other children.
Access: a child frequently gets out of bed and throws tantrums at bedtime, throws food on the floor at mealtime, and hides
her mother’s tablet.
Gedrag om te zijn verbeterd in een programma voor gedragsverandering worden doelgedragingen (target behavior) genoemd. Als een
universiteitsstudent bijvoorbeeld een doel om 2 uur buiten de klas te studeren voor elk uur dat in de klas wordt doorgebracht , is studeren het
doelgedrag.
Gedragsevaluatie (behavior assessment) omvat het verzamelen en analyseren van informatie en gegevens om (a) te identificeren en
doelgedrag beschrijven; (b) mogelijke oorzaken van het gedrag identificeren; (c) de selectie van een geschikte gedragsbehande ling begeleiden; en (d)
het behandelresultaat evalueren
PSI/CAPSI (online):
Aproaches to university teaching have been described (Austin, 2000; Bernstein & Chase, 2013; Michael, 1991; Pear, 2012). Thes e approaches have
three common features: (a) the instructional goals for a course are stated in the form of study questions and application exe rcises, such as those in this
book; (b) students are given opportunities to demonstrate their mastery of the course content through frequent tests or some combination of tests
and assignments; and (c) students are given detailed information at the beginning of a course about what is expected of them on the tests and
assignments in order to achieve various letter grades. Research has indicated that with these features, the great majority of students are more
motivated to remain focused on the task at hand, and a high percentage earn “As” or “Bs” in these courses
Gerontoloy = voor oude mensen
Nieuwe sectie 1 Pagina 2
, College 2
dinsdag 18 april 2023 13:22
Klassiek conditioneren:
Grondlegger: Pavlov (1936), onderzoek naar reflexieve (klassieke) conditionering.
Een aangeleerde associatie tussen twee prikkels:een “neutrale stimulus” krijgt een (nare) betekenis. Little Albert (Watson) -> baby wordt
geconditioneerd voor muizen, door een enorme knal te laten horen.
• Operante gedragingen: gedrag dat voortkomt uit de omgeving (milieu) en dat gedrag consequenties genereerd en vervolgens worden
gecontroleerd door consequenties
• Respondent conditioneren: gedragingen die voortkomen uit eerdere stimuli en niet voortkomen uit consequenties
Unconditioned stimuli -> unconditioned response/reflex. Het zijn vaak de zintuigen die worden geprikkeld. Vaak is er potentieel gevaar; taste, heari ng,
smell, touch, vision. Zonder daar voorafgaand te leren.
Herinnering is een geconditioneerde respons
Fel licht is met visie
Vaak heeft het te maken met gevaar; zure smaken, hard geluid etc. Je kan daar moeilijk jezelf aan ontrekken
Unconditioned stimuli = potentieel gevaar: hoogte, diepte, water, kleine ruimtes, gevaarlijke dieren, pijn/hard geluid etc.
Unconditioned respons = universele angsten, reflexen/emotionele respons. Universele angsten zijn erg belangrijk, anders zou je het niet overleven.
Higher order conditioning (hoger dan reflexen)
Een neutrale en ongeconditioneerde stimulus “hond”
krijgt een geconditioneerde betekenis : “gebeten worden -> pijn”
en leidt tot angst (geconditioneerde respons)
waarna “buiten” een situatie wordt die mogelijk contact met “hond” kan opleveren.
Dus: buiten = pijn = angst
Eloy:
Geconditioneerde respons: warm krijgen en angst krijgen
Gecondtioneerde stimulus: bus
Ongeconditioneerde respons: paniekaanval
Ongeconditioneerde stimulus: bus, bijv. volle of warme bus
Neutrale bus: is de normale bus
Vermijding is het gevolg vd paniekaanval
A Antecedenten: Eloy kreeg het benauwd in de overvolle bus
B Behaviour: Hij vermijdt reizen met de bus
C Consequenties positief: opluchting, want de paniek ka niet optreden, rust want geen angst
C Consequenties negatief: moeite om naar de opleiding te komen, sociale problemen
Korte termijn = positieve consequenties
Lange termijn = negatieve consequenties
Klassiek conditionering: antecedenten, wat ging er vooraf
Operant conditionering: achteraf, consequenties
Generalisatie: type hond -> alle honden -> alle dieren
Kerncognitie: ik ben niet leuk genoeg, ze moeten altijd mij hebben. Soms word je niet gepest, maar hij voelt zich gepest. Dez e kerngedachte kan invloed
hebben op de geconditioneerde respons.
CS: situaties waarin Lode zich gepest voelt
UCS/UCR: kerngedachte, ik hoor er niet bij
CR: verdrietig
Neutrale stimulus: volle blaas
Geconditioneerde stimulus: volle blaas + nu wel naar de wc gaan.
Interventies op basis van klassiek conditioneren: verminderen van de aangeleerde associatie tussen twee prikkels
Nieuwe sectie 1 Pagina 1
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller pascallevandenberge. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.56. You're not tied to anything after your purchase.