Samenvatting van de lessen International Business Culture (CE-DBC) incl. tentamenvoorbereiding
17 views 4 purchases
Course
International business culture
Institution
Fontys Hogeschool (Fontys)
Dit document bevat een samenvatting van de 6 lessen (incl. tentamenvoorbereiding) van het vak International Business Culture, dat wordt gegeven in jaar 3 van de opleiding Commerciële Economie - Digital Business Concepts.
- Er is geen duidelijke definitie, maar veel omschrijvingen van cultuur gaan over
individuele normen en waarden, en collectieve normen en waarden.
- Cultuurtheorieën kunnen worden ingedeeld in twee extremen:
o ‘Undersocialized’ perspectief
• Normen en waarden, religieuze opvattingen, sociale klasse,
beroepsvoorkeur, etc. worden op individueel niveau bekeken.
• Al deze onderdelen kunnen op lokaal niveau worden getoetst of gemeten, en worden
opgeteld en samengevoegd om vervolgens over een nationale cultuur te spreken.
• Resultaat: Nationale cultuur is een eindpunt: Opeenhoping van individuele opvattingen.
o ‘Oversocialized’ perspectief
• Nationale cultuur is een vast gegeven.
• Nationale cultuur beïnvloedt vervolgens individuele waarden en opvattingen.
• Nationale cultuur wordt hierdoor voornamelijk gezien als autonoom en onveranderlijk.
• Resultaat: Nationale cultuur is het startpunt: Hierna volgen individuele opvattingen.
1 Undersocialized: Individuele opvattingen → Nationale cultuur.
2 Oversocialized: Nationale cultuur → Individuele opvattingen.
Tussen deze twee extremen is er ook een middenweg → Gebalanceerde benadering: Emergent Property:
- Inwoners wisselen persoonlijke normen en waarden en persoonlijke opvattingen met elkaar uit en
delen deze omdat ze in hetzelfde land of gebied wonen. Nationale cultuur is dan niet een
opeenhoping van individuele opvattingen maar een collectief resultaat dat is ontstaan uit de
interactie van mensen die communiceren op basis van hun persoonlijke normen en waarden.
- Persoonlijke waarden worden volgens deze benadering dus maar voor een deel gevormd door
nationale cultuur, en net zoveel door persoonlijke kenmerken zoals geslacht, leeftijd,
onderwijsniveau en persoonlijkheid.
- Het idee dat een land collectieve eigenschappen en kenmerken heeft die anders zijn in andere
landen, is ontstaan in Europa in de 18e eeuw.
- Aan de ene kant was het idee van een eigen nationaal karakter omschrijvend: Het was het gevold
van moderne staatsvorming met het invoeren van een gemeenschappelijke taal, wetten en
reguleringen.
- Aan de andere kant was dit idee voorschrijvend: Het bood leiders van een land de mogelijkheid
om veel meer controle en macht over hun inwoners te krijgen. Onder het mom: ‘Het behouden /
uitbreiden van ons nationaal karakter’ kon men vele wetten doorvoeren.
→
- In de jaren 30 en 40 van de 20e eeuw werden nationale karakterstudies populair in de VS: Het idee
dat nationaliteit en persoonlijk karakter sterk met elkaar verbonden zijn.
- Dit kwam deels omdat de VS de psychologie van de vijand (met name Japan) in de Tweede
Wereldoorlog wilde begrijpen zodat het hier oorlogsstrategie op kon aanpassen.
, - Na de Tweede Wereldoorlog daalde de populariteit van nationale karakterstudies vanwege de
sterke link met oorlogsbeleid, gevaarlijke nationalistische ideeën (‘wij’ zijn beter dan ‘hen’). Veel
mensen vonden het simplistisch en generaliserend.
- Onderzoek naar kenmerken van nationale cultuur werd pas weer populair na 1980.
‘Het vermogen om een reeks gedragingen te vertonen waarbij vaardigheden (bijv. taal- of
interpersoonlijke vaardigheden) en kwaliteiten (bijv. tolerantie voor dubbelzinnigheid, flexibiliteit) worden
gebruikt die zijn afgestemd op de cultuurgebonden waarden en houdingen van de mensen met wie men
omgaat.’
Waarom werd de term ‘culturele intelligentie’ bekend?
- Culturele intelligentie beloofde een construct van individuele
verschillen te laten zien dat het vermogen had om zich aan
te passen aan nieuwe culturele contexten.
- Het zocht een antwoord op de vraag van onderzoekers
waarom personen die intelligent waren, goede sociale
vaardigheden hadden en emotioneel volwassen waren, niet
effectief functioneerden in andere culturen.
Ingrediënten van culturele intelligentie → Het is onderzocht dat culturele intelligentie bestaat uit kennis,
vaardigheden, metacognitie (= persoonlijkheid, karakter; Emotionele Intelligentie (EQ) / zelfbewustzijn) en
motivatie.
De eerder genoemde Emotionele Intelligentie, is gekoppeld
aan de meervoudige intelligentietheorie van Howard
Gardner, te zien in de afbeelding hiernaast. Hierin is de
‘Intrapersoonlijke Intelligentie’ hetzelfde als EQ (het werd
later pas als Emotionele Intelligentie geformuleerd).
Er zijn 4 types van de intelligentiesoorten hiernaast, gelinkt
aan culturele intelligentie. Dit zijn:
- Linguïstische intelligentie.
- Visueel-ruimtelijke intelligentie: Hoe je jezelf letterlijk
in een ‘ruimte’ moet gedragen. Hoe om te gaan met
elkaar, gedrag, lichaamstaal, etc.
- Intrapersoonlijke intelligentie: Je eigen ‘culturele stijl’
kennen en zelfbewust zijn van je eigen gedrag om je gedrag te kunnen aanpassen en te
functioneren in interculturele omgevingen.
- Interpersoonlijke intelligentie: Het vermogen om passend te reageren op anderen / ‘de
bedoelingen en verlangens van anderen te lezen’ en te anticiperen op motivaties, zelfs wanneer
deze verborgen zijn. Hoe succesvol om te gaan met mensen?
Naast bovenstaande intelligentiesoorten is ook bereidheid / motivatie gelinkt aan culturele intelligentie.
De motivatie om het goed te doen in internationale situaties (open-minded, verlangen om nieuwe
dingen te proberen).
Wanneer je metacognitie / Intrapersoonlijke intelligentie niet genoeg ontwikkeld / te eenzijdig is, spreken
we van ethnocentrisme: Wereldbeeld dat voornamelijk gebaseerd is op de overtuiging dat de eigen
(etnische) culturele normen en waarden absoluut en universeel zijn.
, - Internationale competenties van Nederlandse studenten / studenten in Nederlandse
studieprogramma’s die naar het buitenland zijn gegaan, verbeterden minimaal.
- ‘Waarheidscultuur’ blijkbaar aanwezig in Nederlandse curricula: Studenten leren slechts 1
perspectief. (Er is één correcte manier om vragen te beantwoorden, docenten focussen op
slechts één methode, studenten worden weinig gestimuleerd andere perspectieven te
onderzoeken of hun probleemoplossend vermogen te ontwikkelen).
→ Het is allemaal (etno)relatief.
‘De ontwikkeling van culturele intelligentie houdt in dat men overgaat van (1) zwart-wit denken en de
weigering of het onvermogen om andere manieren te accepteren (2) naar het omgaan in grijze
gebieden en het openstaan voor verschillen (3) naar het zich met succes kunnen aanpassen in elke
culturele omgeving (4) tot, ten slotte, het nemen van weloverwogen eigen beslissingen.’
= Meer bewegen naar het etnorelativisme: Jouw wereldbeeld is er één van velen.
- ‘Kennis van een gebied, kennis van een werkwijze of kennis van een gewenst resultaat betekent
niet dat een individu zich zal aanpassen aan een andere cultuur. Deze ‘feiten’ worden alleen nuttig
als een persoon op de juiste wijze wordt gemotiveerd en begeleid.’
- Het opnemen van motivatie als onderdeel van culturele intelligentie is dus gekoppeld aan het
vermogen om zich aan een nieuwe cultuur aan te passen.
1 Vertrouwen en sociale acceptatie
- Mensen met een hogere culturele intelligentie hebben meer oog voor culturele context en kunnen
daardoor gemakkelijker affectief vertrouwen wekken.
- Ook bedreigen ze minder snel de verstoring van een groepsidentiteit en worden ze gemakkelijke
geaccepteerd in de groep.
- Verder hebben ze een beter begrip van interculturele verschillen, zijn ze minder geneigd (anderen)
te beoordelen o.b.v. etniciteit, en hebben ze in het algemeen een veel zwakkere
‘vooringenomenheid’ t.a.v. de eigen culturele groep waartoe men behoort boven een andere.
Gevolg: Iemand met een hogere mate van culturele intelligentie zal iemand met een andere
culturele achtergrond eerder vertrouwen.
- → Algemeen: mensen vertrouwen elkaar minder snel als zij beiden een andere culturele
achtergrond hebben maar een hogere mate van culturele intelligentie kan dit compenseren.
2 Creatieve samenwerking
- Managers met een hogere culturele intelligentie waren effectiever in het delen van ideeën,
creatieve samenwerking en hun algemene prestaties waren creatiever. De ‘mediator’ tussen
culturele intelligentie enerzijds en creatieve samenwerking anderzijds is affectief vertrouwen.
- (Het niveau van) culturele intelligentie heeft geen invloed op affectief vertrouwen of het delen van
nieuwe ideeën wanneer managers samenwerken met managers met dezelfde culturele
achtergrond: in een cultureel homogene groep. Hogere culturele intelligentie op zichzelf lijkt dus
geen invloed te hebben op creatieve samenwerkingen; het heeft alleen en positieve invloed
wanneer mensen met twee verschillende culturele achtergronden samenwerken.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ElineMP. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.39. You're not tied to anything after your purchase.