Deze samenvatting bevat alle uitgebreide theorie met uitgewerkte voorbeelden en Wooclaps van het vak bedrijfseconomie gedoceerd door professor Dubois (exclusief WPO's).
8.1 Oprenten en verdisconteren .......................................................................................................... 131
8.1.1 Oprenten ........................................................................................................................................ 131
8.1.2 Verdisconteren ............................................................................................................................... 132
8.2 Net Present Value .......................................................................................................................... 133
8.2.1 Tijdswaarde van geld ..................................................................................................................... 134
8.2.2 Net Present Value (NPV) ................................................................................................................ 134
8.3 The profitability index .................................................................................................................... 137
8.4 Internal rate of return .................................................................................................................... 138
8.5 Conflicterende beslissingen ........................................................................................................... 139
8.5.1 Voorbeeld 1 .................................................................................................................................... 140
8.5.2 Voorbeeld 2 .................................................................................................................................... 141
8.5.3 Voorbeeld 3 .................................................................................................................................... 143
8.6 Payback period ............................................................................................................................... 144
8.6.1 Voorbeeld....................................................................................................................................... 144
8.7 Accounting rate of return .............................................................................................................. 145
8.8 Intrestvoet...................................................................................................................................... 146
8.8.1 Kost van externe schulden ............................................................................................................. 146
8.8.2 Kost van eigen vermogen ............................................................................................................... 146
8.8.3 Hoe financieren Belgische KMOs zich? .......................................................................................... 147
,1 Domein en methodologie
1.1 Domein van bedrijfseconomie
Bedrijfseconomie= “toepassing van economische theorie en methodologie op het nemen van
bedrijfsbeslissingen om te zorgen dat een organisatie haar doelstellingen zo goed mogelijk bereikt”
(Wilkinson, 2022)
Optimalisatie onder nevenvoorwaarden
Bedrijf maar ook non-profit of overheid
In het Engels heet dit domein Managerial Economics. We zullen heel vaak refereren naar de cursus micro-
economie. Bedrijfseconomie is het toepassen van de inzichten uit deze economische theorieën om
bedrijfseconomische beslissingen te nemen.
Onder bedrijfseconomie vallen verschillende bedrijfsbeslissingen:
• Pricing: welke prijzen moet een bedrijf zetten?
• Hoeveelheid: hoeveel moet ik produceren?
• Welke producten moet ik produceren?
• Investeringsbeslissingen
• …
Bedoeling: alle doelstellingen die we hebben zo goed mogelijk bereiken (optimalisatie). → Winst
maximaliseren, kosten minimaliseren …
Onderwijs: ook hier zijn een aantal doelstellingen die men wilt optimaliseren. We willen bijvoorbeeld
onderwijs geven aan zoveel mogelijk leerlingen. Daarnaast willen we de kwaliteit van het onderwijs
maximaliseren. Hoewel deze organisatie geen winst wilt maximaliseren, is bedrijfseconomie ook
interessant voor bedrijven die niet noodzakelijk winst willen maximaliseren.
✓ Non-profitorganisaties. Bv. Je wilt zoveel mogelijk leden helpen met het beperkte budget dat je hebt. Je
wilt zoveel mogelijk opvang geven, maar je hebt maar X aantal hotelkamers. Hoe ga je dit oplossen?
✓ Overheid: Geen bedrijf in de enge betekenis van het woord. Als overheid willen we niet noodzakelijk
winsten maximaliseren, maar we willen het grootste maatschappelijke belang nastreven.
Dit alles gebeurt gegeven het beperkte budget dat we hebben! Analyse is hetzelfde wiskundig. We zullen
optimaliseren onder nevenvoorwaarden.
Silvy Colman Bedrijfseconomie 4
,Bedrijfsbeslissingen doen beroep op Economische Theorie en Decision Sciences. Inzichten die je hebt
geleerd in statistiek en onderzoeksmethoden, zal je nodig hebben om bedrijfseconomische beslissingen te
maken.
Dit geldt ook voor inzichten uit micro-economie en macro-economie. In micro-economie heb je
bijvoorbeeld gezien hoe je de vraag van de consument zal afleiden.
Het is logisch dat als je je winst wilt maximaliseren, dat je kennis hebt over hoe de consument zich gedraagt
en over de vraagfunctie van je product.
De combinatie van deze zaken vormen de bouwstenen van deze cursus. Deze bouwstenen zorgen voor
optimale beslissingen. De focus van deze cursus ligt vooral op micro-economische basis. Dit betekent niet
dat macro-economie niet belangrijk is. Als we kijken naar Belgische bedrijven vandaag de dag, merken we
dat bedrijven geconfronteerd worden met torenhoge inflatie. Onze bedrijven worden dus geconfronteerd
met een escalatie in de productiekosten. Dit heeft ook absoluut een effect op onze bedrijfseconomische
beslissingen.
Bedrijfsbeslissingen komen zoals eerder genoemd voor bij:
→ Profit bedrijven;
→ Non-profit organisaties;
→ Publieke instellingen.
Het beslissingsproces is telkens hetzelfde: Je wordt geconfronteerd met een aantal beperkingen (budget,
capaciteit, tijd, …). Gegeven deze beperkingen zal je jouw doelstellingen proberen behalen (winst
maximaliseren, kwaliteit maximaliseren, kwantiteit maximaliseren …)
1.1.1 Bedrijfseconomische modellen
Bedrijfseconomische beslissingen hebben betrekking op
een hele waaier van toepassingen. Voorgaand werden
er al enkele voorbeelden aangehaald. Andere
voorbeelden zijn:
• Hoe zal ik personeel aannemen?
• Hoeveel personeel zal ik aannemen?
• …
Om dit allemaal te kunnen analyseren, bestuderen, maken we gebruik van modellen.
✓ Model consument;
Silvy Colman Bedrijfseconomie 5
,✓ Model producent;
✓ Oligopolie
1.1.2 Kenmerken modellen
Kenmerkend aan een model is dat modellen
gebruikmaken van assumpties.
Eén van de belangrijkste assumpties van
economische modellen (Hoe
veronderstellen economen dat mensen
beslissingen maken?):
• Rationaliteit. Wanneer iemand
irrationeel is (en de assumptie van rationaliteit niet klopt), kunnen we economische modellen niet
gebruiken om gedrag te analyseren. Als we dit wel doen, zullen onze conclusies niet correct zijn. Dit is
een nadeel/ kenmerk van elk model in elke wetenschap die er bestaat. Je gebruikt een model. Dit model
vertrekt vanuit een aantal assumpties. Het is de bedoeling dat deze assumpties correct zijn of
reflecteren aan wat er in de realiteit gebeurt.
Assumpties maken betekent per definitie dat je de wereld zal vereenvoudigen. Zoals vermeld, is
rationaliteit één van de belangrijkste economische assumpties van economische modellen. Dit betekent dat
we er effectief vanuit gaan dat elk economisch agent/ individu rationeel handelt. Dit is een vereenvoudiging
van de realiteit. Er zijn heel wat voorbeelden van individuen die ook niet rationeel handelen in de wereld.
Vergelijking economisch model en stratenplan:
Een economisch model is zoals een stratenplan. Een perfect economisch model wilt de werkelijkheid
analyseren, verklaren. In je modellen moet je genoeg assumpties maken zodat je model hanteerbaar is,
maar niet te veel zodanig dat je model nog realistisch is.
Een heel goed stratenplan is een stratenplan waar niet elk detail opstaat (want dan wordt het
onoverzichtelijk en onbruikbaar), maar er moeten wel genoeg details opstaan zodanig dat als je van A naar
B gaat, je weg kan vinden. Er moeten dus genoeg assumpties gemaakt worden opdat je plan bruikbaar is.
Albert Einstein:
“Theories should be as simple as possible but no simpler”
• We weten als econoom dat onze modellen niet perfect zijn. Soms is de realiteit anders dan dat de
modellen voorspellen. Bv. Bij financiële crisis 2008-2009 klopten modellen niet, ondertussen zijn deze
wel aangepast. Je moet weten vanaf het moment dat je een aantal modellen gebruikt, dat je jezelf
baseert op assumpties.
1.1.3 Micro-economische theorie
(Micro-)economische theorie:
Vertrekt vanuit een model met een aantal assumpties (o.a. rationaliteit). Een rationeel individu (homo
economicus) zal zijn/ haar doelstellingen trachten te bereiken mits bepaalde beperkingen.
Silvy Colman Bedrijfseconomie 6
,Model= vereenvoudiging van de realiteit.
Voorbeeld:
Vraag naar Champagne:
“Franse champagneboeren kampen met tekort”
Ondanks dat iedereen spreekt over inflatie, blijkt dat
consumenten plots heel veel champagne willen kopen en dat
champagneboeren een tekort zullen hebben.
In dit voorbeeld zullen we de vraag naar champagne analyseren/ bestuderen/ modelleren. Er zijn hiervoor
twee soorten variabelen:
• Exogene variabelen: variabelen die we als gegeven nemen. Dit zijn variabelen die buiten ons model
verklaard worden.
Bv. Temperatuur, inkomen van consumenten
• Endogene variabelen: variabelen die we willen verklaren.
Bv. De hoeveelheid champagne die de consumenten samen zullen consumeren.
1.1.4 Decision Sciences
We zullen ook gebruik maken van statistische analyse.
Wiskundige vertaling van de economische modellen.
Econometrische analyses om de modellen te schatten
Economische model
• Vraag naar champagne hangt af van de prijs van het product en het inkomen van de consument alsook
van de prijs van prosecco
𝑄 = 𝑓(𝑝𝑟𝑖𝑗𝑠, 𝑖𝑛𝑘𝑜𝑚𝑒𝑛, 𝑝𝑟𝑖𝑗𝑠 𝑝𝑟𝑜𝑠𝑒𝑐𝑐𝑜)
• Algebraïsch
𝑄 = 𝑎. (𝑝𝑟𝑖𝑗𝑠)𝑏 . (𝑖𝑛𝑘𝑜𝑚𝑒𝑛)𝑐 . (𝑝𝑟𝑖𝑗𝑠 𝑝𝑟𝑜𝑠𝑒𝑐𝑐𝑜)𝑑
• Econometrie: schat a, b, c & d
Voorbeeld champagne:
Als we de vraag naar champagne willen analyseren, hebben we twee soorten modellen
✓ Het economische model: consument die zijn/ haar nut wilt maximaliseren gegeven de budgetbeperking.
Uit de theorie zal je een aantal variabelen afleiden waarvan je weet dat deze een effect zullen hebben
op de vraag naar champagne.
We weten dat de vraag sterk afhankelijk is van de prijs van het product en het inkomen van de
consument. Daarnaast blijkt dat de prijs van prosecco invloed heeft op de hoeveelheid geconsumeerde
champagne. Als de prijs van prosecco daalt, merken we dat mensen minder champagne zullen drinken
en overschakelen op prosecco. Dit gebeurt vanuit de data die je hebt.
Vervolgens zal je hier de economische theorie op toepassen. Op dat moment zeg je: ‘ik weet vanuit mijn
economisch model (vanuit wet van de vraag) dat er een negatief verband is tussen de prijs van het goed
Silvy Colman Bedrijfseconomie 7
, en de gevraagde hoeveelheid’.
✓ Daarna zullen de mensen van de econometrie (statistiek) proberen om al deze data te schatten en in
een algebraïsche vorm te gieten.
De vraag van champagne is afhankelijk van de prijs, het inkomen en de prijs van prosecco. Zij zullen de
relatie tussen deze variabelen statistisch vastleggen. Ze zullen met alle verzamelde data bv. een
regressieanalyse doen en hier een formule op plakken.
Daarna zullen de collega’s (econometristen) de verschillende variabelen schatten.
1.2 Economische theorie
Economics is the study of how people make choices under conditions of scarcity and of the results of those
choices for society.
Economen bestuderen menselijk gedrag Aangezien er veelvuldige behoeftes zijn
wanneer dit gedrag bestaat uit keuzes en schaarse middelen
maken
• Economie bestudeert mensen. Wij bestuderen het menselijke gedrag. We bestuderen mensen wanneer
ze kiezen tussen appels en peren. Daarnaast bestuderen we producenten wanneer ze bekijken welk
soort productietechnologie zullen toepassen. We zijn menswetenschappers zoals sociologen,
psychologen. Daar waar sociologen mensen bestuderen wanneer ze in contact komen met andere
mensen, gaan economen mensen bestuderen wanneer zij keuzes maken.
• Keuzes maken impliceert dat we verschillende behoeftes hebben. Bv. we willen een 10/20 halen op
bedrijfseconomie, maar tegelijkertijd willen we niet om 09:00 ’s ochtends in de aula zitten. Je zal dus
moeten kiezen wat je het beste doet. Deze cursus zal leren wat je het beste doet: blijven liggen of toch
naar de les komen.
✓ Je zal keuzes maken telkens wanneer je geconfronteerd wordt met het feit dat je veelvuldige behoeften
hebt, maar dat je middelen om aan al deze behoeften te voldoen, schaars zijn.
Silvy Colman Bedrijfseconomie 8
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SilvyColman22. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.76. You're not tied to anything after your purchase.