Week 1
- Praktijkgericht onderzoek draagt bij aan de verbetering en innovatie van de beroepspraktijk,
door het genereren van kennis en oplossingen voor praktijkproblemen.
- Onderzoek = het systematisch zoeken van informatie ter beantwoording van een bepaalde vraag.
- Onderzoekend vermogen heeft drie componenten:
1. Je hebt een onderzoekende houding
2. Je kan kennis van anderen toepassen
3. Je kan zelfstandig onderzoek doen
- Bij wetenschappelijk onderzoek gaat het om het ‘begrijpen van de werkelijkheid’ en ‘inzicht’ en
tracht je algemeen bruikbare theorieën te ontwikkelen (bijv. Newton zwaartekracht).
- De empirische cyclus wordt toegepast om kennis op te doen uit ervaring, d.m.v. hypotheses
opstellen en deze te toetsen (bijv. door trial en error)
- Onderzoekscyclus:
1. Probleemanalyse wat is het probleem, in welke context speelt het? (inleiding +
organisatie)
2. Ontwerp op welke manier kan ik het probleem onderzoeken en tot een oplossing komen?
(opzet)
3. Dataverzameling welke gegevens heb ik nodig en waar haal ik ze vandaan.
4. Data-analyse gegevens die je hebt gevonden beoordelen. Uitvoeren gekozen
onderzoeksmethoden.
5. Conclusie geven antwoorden naar aanleiding van je onderzoek en leiden tot resultaten
6. Advies Die resultaten geven aanleiding tot advies.
- Onderzoeksmethode = een gerichte en systematische manier om antwoord te geven op een
onderzoeksvraag
Desk research: secundaire data-analyse, literatuuronderzoek: documenten, artikelen
Field research: interview, enquête, observatie en experiment
- Vijf kwaliteitscriteria voor onderzoek:
1. Transparant, zorgvuldig en systematische in waarnemingen en beschrijvingen zijn
2. Valide en betrouwbaar zijn;
Betrouwbaar (uitsluiten van toeval) = zijn de resultaten onder andere omstandigheden en
in een andere periode hetzelfde?
Validiteit (uitsluiten van systematische fouten) = zijn de indicatoren die gekozen en
gemeten zijn en gemeten worden representatief voor het onderwerp of het thema?
Meet je wat je wilt meten?
Interne validiteit: klopt de redenering? (er dient te worden voorkomen dat er
verkeerde verbanden worden gelegd)
Constructvaliditeit: is er gemeten wat er gemeten moest worden? Is het onderwerp
goed meetbaar gemaakt?
Externe validiteit: zijn de resultaten generaliseerbaar?
3. Een concreet onderzoeksdesign kennen
4. Bruikbaar zijn
5. Ethisch verantwoord zijn
- Ethische voorwaarden bij praktijkgericht onderzoek:
1. Doen respondenten vrijwillig mee?
2. Wordt respondenten duidelijk uitgelegd wat de werkwijze is?
, 3. Worden de gegevens vertrouwelijk en anoniem verwerkt?
4. Hebben de uitkomsten geen gevolgen voor de respondenten?
5. Wordt het onderzoek eerlijk en objectief uitgevoerd?
Week 2
- Harde data: feiten, dingen die direct meetbaar zijn, die expliciet gegeven zijn
- Zachte data: houding, beleving, voorkeur, emotie en aanname
- Primaire data: zelf verzameld voor onderzoek
- Secundaire data: bestaande data, bruikbaar voor onderzoek
- Open data: data die beschikbaar wordt gesteld voor iedereen om te gebruiken (CBS) (Statline)
(PBL)
Week 3
- Een belangrijk aspect van je onderzoek is de bepaling van je standpunt ten opzichte van andere
visies op je onderwerp. Je zult duidelijk moeten maken waar de grens ligt tussen de visie die je
zelf hebt ontwikkeld en de visies van anderen die je beïnvloedt hebben en zo een bijdrage
hebben geleverd aan jouw werk.
- Bronnen gebruiken kan op 2 manieren:
1. Citaat = een letterlijke overname van materiaal uit het werk van een andere auteur (of van
jezelf). Citeer alleen dan wanneer je het zelf niet beter kunt zeggen.
2. Parafrase = is het (samenvattend) navertellen van wat je in je bron hebt gelezen. Gebruik
zoveel mogelijk eigen woorden. Ook bij parafrases maak je duidelijk wat je bron is. Als je
liever de formuleringen van je bron gebruikt, maak daar dan een citaat van.
- Het doel van bronvermelding is:
Vindbaarheid: uit de bronnenlijst wordt duidelijk waar de informatie kan worden
teruggevonden.
Controleerbaarheid: de gevonden informatie is goed begrepen en verwoord.
Bescheidenheid: de ander krijgt de eer die hem of haar toekomt.
Week 4
- Doel probleemanalyse is om je onderwerp te verkennen en af te bakenen zodat je vervolgens
specifieke probleemstelling en doelstelling kunt opstellen. Ook helpt de probleemanalyse je op
weg om de juiste hoofd- en deelvragen op te stellen.
Week 5
- Onderzoeksontwerp = een gerichte en systematische methode om antwoord te geven op
onderzoeksvragen.
- Enquête:
Als je over een grotere groep mensen iets wilt weten
Je krijgt oppervlakkige informatie
Je wilt cijfers over een grotere groep presenteren
- Interviews:
Als je wat meer ‘diepte-informatie’ wilt verkrijgen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fmcnaus1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.07. You're not tied to anything after your purchase.