bewegingen in het nationaal product:
- Trendbeweging
Trend = algemene richting waarin het BBP zich beweegt
= gemiddelde groei over de lange termijn
ruwe onderbreking in de trend = trendbreuk
Trendbreuk = enorme zakking in de trend door bepaalde gebeurtenissen ( denk aan
WWII)
- Conjunctuurbeweging
conjunctuur of fluctuatie = de verandering van het groeipercentage van de economie
of de productie op de korte termijn
conjunctuurbeweging = schommelingen van de groei rond de trendlijn
conjunctuurcyclus = periode van een regelmaat in schommeling (5 a 10 jaar)
- Seizoenbeweging
schommelingen binnen periode van een jaar
bijv. toerisme, bouw, sinterkerst
- incidentele bewegingen
Beïnvloeding van BBP door incidenteel optredende factoren
Bijv. natuurrampen, oorlog en de daaraan gekoppelde opbouwkosten.
Oorzaken van bewegingen
- productiecapaciteit = maximale productie van een land
- effectieve vraag = de totale vraag naar goederen en diensten (geeft aan in hoeverre
er gebruik wordt gemaakt van de productiecapaciteit)
productiecapaciteit= max hoeveelheid goederen en diensten die een land op korte termijn
kan produceren
→ op korte termijn is meestal 1 van de productiefactoren de knelpuntsfactor
Aa = arbeidsaanbod, beroepsbevolking (werkenden + werklozen)
K = kapitaalgoederenvoorraad, de waarde van de aanwezige kapitaalgoederen
a = gemiddelde arbeidsproductiviteit
k = gemiddelde kapitaalproductiviteit
gem. arbeidsproductiviteit (a) = de waarde van de productie / hoeveelheid arbeid
(uur/jaar)
MAX. PRODUCTIE volgens arbeid = W volgens arbeid = Aa x a
Gem. kapitaalproductiviteit (k) = waarde van de productie / hoeveelheid kapitaal
MAX. PRODUCTIE volgens arbeid = W volgens arbeid = K x k
De productiefactoren A en K brengen productie voort
In praktijk is een van beide de knelpuntsfactoren
de knelpuntsfactor bepaalt de omvang van de productiecapaciteit
knelpuntsfactor kapitaal? kapitaal schaarse factor → kapitaalschaarste
knelpuntsfactor arbeid? arbeid schaarse factor → arbeidsschaarste
Volledige benutting van productiefactoren hangt van vele andere factoren af.
Theoretische productiecapaciteit = de maximale productie die behaald kan worden als de
aanwezige productiemiddelen zo volledig mogelijk worden benut.
Echter een arbeider werkt niet 24 uur per dag, een vrachtwagen moet ook gerepareerd
worden.
Als er rekening wordt gehouden met de factoren die volledige benutting van
productiefactoren beïnvloedt, wordt de productiecapaciteit op de normale bezetting van de
kapitaalgoederenvoorraad.
Arbeidscoëfficiënt = hoeveel eenheden arbeid zijn er nodig om 1€ eindproduct te maken
Hoeveelheid arbeid / productiewaarde
Kapitaalcoëfficiënt = hoeveel eenheden kapitaal zijn er nodig om 1€ eindproduct te maken
Hoeveelheid kapitaal / productiewaarde
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bincfrijters. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.88. You're not tied to anything after your purchase.