OVB → geheven i.v.m. verkrijging NL OZ of gevestigde rechten daarop (2-1 BRV) →
verkrijger is de belastingplichtige/ subject (16 BRV)
Tarief → 14 BRV : 2 soorten:
1. Woning + aanhorigheden (14-2) → 2%
a. natuurlijk personen
b. woning = OZ die naar hun aard bestemd zijn voor bewoning van natuurlijke
personen + bepaalde rechten op woningen ( vruchtgebruik,
lidmaatschapsrecht)
c. aanhorigheden = garages, parkeerplaatsen of schuren die dienstbaar zijn aan
de woning + gelijktijdig met woning worden verkregen
d. bestemd voor duurzame zelfbewoning
e. verplichte verklaring aan notaris voldoen voorwaarden (15a BRV)
2. Overige woningen en OZ (14-1) → 10,4%
3. Woon-bedrijfspand → voor het deel woning geldt wel verlaagd tarief/
startersvrijstelling andere gedeelte 10,4%
Verkrijging → twee opties belast, niet belaste in 3-1 BRV:
1. Juridische levering = OZ verkregen door inschrijving notariële leveringsakte
openbare registers (2-1 BRV) of verkrijging krachtens erfrecht, boedelmenging of
natrekking
2. Economische levering = verkrijging gebruiksrecht OZ + risico op de
waardeveranderingen (daling/stijging), geen notitie gemaakt openbare registers
→ meestal volmacht om juridisch eigendom elk gewenst moment aan zich over te
laten dragen (2-2 BRV)
→ recht op levering (via koopovk) is géén overdracht economisch eigendom
Soorten verkrijgingen:
● Verkrijging OZ
● Recht van vruchtgebruik = het recht om een OZ te gebruiken of de vruchten, zoals de
huuropbrengsten te genieten
● Recht van gebruik en bewoning = het recht om de woning persoonlijk te gebruiken of
te bewonen
● Recht van erfpacht = recht om een OZ te gebruiken door betaling van canon
(periodiek geldbedrag)
● Recht van opstal = een zakelijk recht om in, op of boven een OZ van een ander
gebouwen, werken of beplantingen in eigendom te hebben of te verkrijgen
● Appartementsrecht = een aandeel in een gebouw met toebehoren en de daarbij
behorende grond
○ splitsing gebouw in appartementsrechten levert geen heffing op, overdracht
van deze rechten wel
● NIET: zekerheidsrechten zoals pand/hypotheek (art. 5 BRV)
OZ = grond inclusief aanwezige delfstoffen en beplantingen en de gebouwen een opstellen
die duurzaam met de grond zijn verenigd.
, Fictieve OZ → 2 soorten
1. Onroerendezaakrechtspersoon (4-1 BRV)
a. op één lijn gesteld met de daardoor vertegenwoordigde OZ
b. Beginsel overdracht aandelen vennootschap waarin ook OZ zit, geen OVB,
maar toch wel OVB als onroerendezaakrechtspersoon
c. Definitie voldaan alle voorwaarden:
i. aandelen in een rechtspersoon (BV/NV)
ii. bezittingen rechtspersoon tijdstip verkrijging of een tijdstip daaraan
voorafgaande jaar, grotendeels (50% >) uit OZ, waarvan minstens
30% uit NL OZ
iii. OZ op tijdstip verkrijging hoofdzakelijk (70% >) dienstbaar verkrijgen,
vervreemden of exploiteren van die OZ. → met name verhuren van
OZ of het handelen daarin
d. Alleen OVB als verkrijger substantieel belang in lichaam verkrijgt (4-3 BRV)
2. Lidmaatschapsrechten die een gebruiksrecht geven voor een deel van een gebouw
a. Vb. lidmaatschapsrecht in (coöperatieve) flatvereniging
i. Koper geen juridische eigenaar van het gebouw of een gedeelte
daarvan, recht op gebruik en bewoning van een gedeelte van het
gebouw
b. OVB o.b.v. 4-1-B BRV
Maatstaf heffing
● Hoofdregel: OBV berekend over waarde OZ of recht,
○ waarde tenminste gelijk is aan de tegenprestatie (9-1 BRV)
○ waarde = WEV (52 BRV) = prijs die bij verkoop door de meestbiedende
koper wordt betaald bij een verkoop onder normale omstandigheden
● Uitzonderingen:
1. Verkrijging economisch eigendom OZ gevolgd door latere juridisch eigendom
a. Verkrijging juridisch eigendom waarde -/- bedrag waarover bij
economische verkrijging al OVB ( 9-4 BRV)
2. Verkoop vrij op naam
a. Normaal verkrijger betaalt OVB, maar hier betaalt de verkoper.
b. OVB, notariskosten (i.v.m. overdracht) en inschrijvingskosten
c. Berekening = Overdrachtsprijs -/- kosten = A dan A/(100+ tarief) x
tarief = verschuldigde OVB
3. Verkrijging beperkt recht
a. Overdrachtsprijs +/+ gekapitaliseerde waarde periodieke vergoeding
(11-1 jo 3 BRV jo 2 Uitv.besl. BRV)
b. Onderscheid erfpacht wel of niet afhankelijk van het leven (Uitv.besl.
bijlage b)
4. Koop van blote eigendom
a. is eigendom bezwaard met recht van opstal of erfpacht
b. mag een bedrag aftrekken OZ (Uitv.besl. BRV bijlage a)
5. Recht van vruchtgebruik en recht van gebruik een bewoning
a. jaarlijks woongenot 6% waarde woning → beleidsbesluit goedgekeurd
b. degene woning verkrijgt onder voorbehoud van recht vruchtgebruik
van een ander, is OVB verschuldigd
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller RB91. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.06. You're not tied to anything after your purchase.