Samenvatting en aantekeningen medische kennis blok
C
Geneesmiddelenkennis voor doktersassistenten:
8.3 Verstopping:
Een normale stoelgang kan variëren van 2x per dag tot 2x per week. Het wordt bepaald door
het soort voedsel dat iemand eet, of hij veel drinkt en of hij veel beweegt. Bij verstopping of
obstipatie is er sprake van ontlasting die minder vaak komt dan voor de patiënt gebruikelijk
is, of waarbij de patiënt zich extra in moet spannen om ontlasting te krijgen. De oorzaak van
een verstopping is soms moeilijk te achterhalen. Te weinig drinken is een belangrijke
oorzaak. Verder krijgt de darm door te weinig vulling onvoldoende prikkels. Dit leidt tot een
vertraagde peristaltiek en daarmee tot verstopping.
Verstopping komt ook veel voor bij oudere mensen en bij mensen die bedlegerig zijn. Een
zittend leven en het gebruik van weinig voedingsvezels kan eveneens leiden tot verstopping.
Andere oorzaken van verstopping zijn geneesmiddelen zoals ijzerpreparaten en opioïden,
spanningen en afwijkingen aan de darmen. Laxantia zijn middelen die gebruikt worden om
de stoelgang te bevorderen en/of te vergemakkelijken. Ingedeeld naar de manier waarop ze
werken, zijn er 3 belangrijke groepen laxeermiddelen:
1. Contactlaxantia
2. Osmotische laxantia
3. Volumevergrotende middelen
8.3.1 Contactlaxantia:
Deze prikkelen de darmwand. Het zijn krachtig werkende middelen die incidenteel en
kortdurend gebruikt kunnen worden bij een verstopping. Verder worden ze in het ziekenhuis
toegepast om de darm volledig te legen als voorbereiding op een operatie of een
darmonderzoek. Als bijwerkingen kunnen darmkrampen en diarree optreden.
8.3.2 Osmotische laxantia:
Deze houden vocht vast in de dikke darm, waardoor de ontlasting zachter blijft en meer
volume heeft. Door het grotere volume wordt de darmwand geprikkeld en ontstaat een
ontlastingsreflex. Lactulose en macrogol worden als drank of poeder gebruikt. Het wordt ook
gebruikt als door geneesmiddelengebruik een verstopping kan ontstaan. Lactulose en
macrogol moeten ’s morgens worden ingenomen. De werking treedt pas op na ongeveer 2
dagen. Andere middelen uit deze groep zijn de macrogolen in combinatie met zouten
(movicolon).
8.3.3 Volumevergrotende middelen:
Psylliumzaad en zemelen zijn middelen die de darm ‘vullen’. Ze bevatten onverteerbare
plantaardige vezels. Ze houden bovendien vocht vast waardoor de ontlasting zachter blijft en
de darm extra wordt gevuld. Bij gebruik van deze middelen moet heel veel gedronken
worden, anders hebben ze een averechts effect.
8.3.4 Chronisch gebruik van laxeermiddelen:
,Na volledige lediging van de darm, bijvoorbeeld na gebruik van een laxeermiddel, kan het
echter soms wel tot 1 week duren voordat de darm weer voldoende gevuld is. Het chronisch
gebruik van met name laxantia die rechtstreeks de darmwand prikkelen, kan leiden tot
veranderingen in de darmwand.
8.4 Prikkelbaredarmsyndroom:
Een andere naam hiervoor is spastisch colon. Patiënten met het PDS hebben klachten van
verstopping, soms afgewisseld met diarree. Andere klachten zijn buikpijn, soms met hevige
krampen, en darmrommelingen. Bij lichamelijk onderzoek is bij deze patiënten, behalve een
gespannen dikke darm, niets te vinden. De klachten hangen vaak samen met stress,
spanning en nervositeit.
8.4.1 Spasmolytica:
Dit zijn stoffen die gebruikt worden om krampen op te heffen. Ze worden wel gebruikt bij
het PDS. Middelen in deze groep zijn butylscopolamine en mebeverine. Het gaat de
verkramping van de spieren van de darmwand tegen. Deze middelen mogen niet gebruikt
worden bij darmkrampen die veroorzaakt worden door een infectie of een andere
aantoonbare oorzaak.
Aantekeningen les 1:
Fecoliet: versteende ontlasting. Diarree als gevolg van extreme verstopping.
Risicofactoren voor uitdroging:
Diarree (waterdun en vaak)
Braken
Ouder dan 70;0 of jonger dan 2;0
Hoge koorts
Weinig drinken
Gebruik plaspillen (diuretica)
Behandelmogelijkheden diarree:
Geen dieet waardoor diarree sneller overgaat. Wel kun je er meer last van hebben
door bepaalde etenswaren.
Niet drinken= uitdrogen
ORS
Loperamide
Niet eten= slap worden
ORS: combinatie van suiker, zout, en water. Dit is een gekoppeld transport.
Wanneer GEEN loperamide?
Jonger dan 6;0 mag alleen onder medisch toezicht
Aanhoudende buikpijn
Koorts
Bloederige diarree
, Diarree na/tijdens gebruik van een antibioticum
Zwangerschap
Niet alle artsen gaan akkoord met het adviseren van loperamide aan patiënten. Dit omdat
het de darmen plat legt. Vraag altijd hoe de arts waarvoor je werkt denkt over de advisering
van loperamide aan patiënten, voordat je dit daadwerkelijk doet!
Symptomen van uitdroging:
Moeheid en sufheid
Droge slijmvliezen
Huilen zonder tranen
Donkere, stinkende urine
Snelle ademhaling
Huidplooi blijft staan bij 10% uitdroging (huidturgor)
Baby’s: geen natte luiers, dus minder dan 4 per dag. Ingezakte fontanel
Aantekeningen les 2:
Voedselinfectie: door bacteriën. Meestal beginnen de verschijnselen meer dan 12 uur na het
eten van het bedorven voedsel, vaak griepachtige verschijnselen en diarree, soms ook
koorts.
Voedselvergiftiging: door bacteriën, afscheiding van gifstoffen. Verschijnselen treden binnen
8 uur na het eten van voedsel op, symptomen zijn diarree, vaak ook braken, koorts komt
vrijwel niet voor.
Denk aan de meldingsplicht voor een salmonellabesmetting (paratyfus)
Triagewijzer diarree; maak voor dezelfde dag een afspraak bij;
Aanwijzingen van (dreigende) dehydratie.
Frequentie waterdunne diarree met aanhoudend braken, minimale vochtopname,
opvallende dorst.
Bij leeftijd jonger dan 2;0 en ouder dan 70;0
Bariatrische ingreep: maagverkleining
Aantekeningen les 3:
LES: langdurige eetstoornis
Morfodysforie: stoornis in de lichaamsbeleving
Orthorexie: bewust bezig zijn met de eetgewoontes (bijvoorbeeld nooit geraffineerde suikers
willen eten).
Aspecifieke maagklachten worden ook wel functionele maagklachten genoemd. Dit zijn
bovenbuik klachten waarvoor na onderzoek geen oorzaak gevonden kan worden.
Symptomen welke de kans op lichamelijke oorzaken vergroten:
Nachtelijke pijn
Hongerpijn
Braken
Gewichtsverlies
Hernia diafragmatica: ‘breuk’ in het middenrif
Ulcusklachten:
Meeste maagzweren zitten in het begin van het duodenum (bulbus duodeni)
Zowel bloedverdunners, spironolacton (plaspil), prednisolon, als vrijwel alle NSAID’s
kunnen bij gebruik maagklachten geven.
Aspecifieke maagklachten:
Typische klachten:
Opgeblazen gevoel
Veel boeren
Omhoogkomen van voedsel
Regelmatig een zeurderige/krampende pijn in de bovenbuik
Oorzaak van aspecifieke maagklachten: stress met daardoor een te gespannen maagspier
Behandelmogelijkheden van aspecifieke maagklachten:
Uitleg & voedingsadviezen
Domperidon (medicijn dat de maagperistaltiek normaliseert)
Er is, tenzij er ook buikpijn is, geen apart ‘tabblad’ voor maagpijn in de triagewijzer!
Geneesmiddelenkennis voor doktersassistenten
8.1.1 Maagklachten:
Patiënten met maagklachten hebben niet allemaal dezelfde klachten. Soms staat het
zuurbranden op de voorgrond. Deze mensen hebben vaak een ontsteking op de overgang
van de slokdarm naar de maag (refluxoesofagitis). Dit kan veroorzaakt worden door
overgewicht, door knellende kleding, door een slechte zit- of bukhouding, een
middenrifbreukje of door zwangerschap. Ook kunnen bepaalde voedingsmiddelen en
geneesmiddelen de sluitspier tussen maag en slokdarm verslappen. De maaginhoud vloeit
dan, vooral in liggende positie, gemakkelijk terug in de slokdarm. Andere mensen hebben
vooral last van pijn in de bovenbuik die minder wordt als ze iets gegeten hebben. Er kan dan
sprake zijn van een beschadiging van het maagslijmvlies. Dit noemen we met een
verzamelnaam ulcus pepticum (maagzweer).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dorienusa. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.