In dit document staan belangrijke (bijna alle dus) cases van het vak internationaal publiekrecht met zeer uitgebreide uitleg.
Het gaat meer specifiek over cases uit: Bronnen, Verdragen, Interactie, Jurisdictie, Immuniteiten (niet ALLEMAAL!), Internationaal investeringsrecht en Internationaal zeere...
Cases internationaal
publiekrecht
Bronnen
Over eenzijdige verklaringen: Zaak uit jaren 70 van het IGH tussen
Australië en Nieuw-Zeeland enerzijds en Frankrijk anderzijds waarbij die
landen de Franse atoomtesten aankloegen in de Stille oceaan. Hof
Nuclear Tests case stelde vast dat Frankrijk bepaalde verklaringen had gedaan tot in het
niveau van de Elysée waarbij men zei dat ze die tests gingen stopzetten.
Het Hof onderzocht die verklaringen en zei dat het een bindend
engagement is en niet kan worden teruggedraaid.
Over eenzijdige verklaringen: Zaak tussen Bolivië en Chili over de vraag
of Chili de plicht heeft om met Bolivië te onderhandelen om Bolivië te
verzekeren van toegang tot de Stille Oceaan. Bolivië is een landlocked
state, heeft dus geen eigen kustlijn, maar was ooit anders. Aan eind 19e
eeuw hadden Peru, Chili en Bolivië een oorlog uitgevochten waarbij
Bolivië zijn deel was kwijtgespeeld aan Chili. Nadien is dit ook bevestigd
in een verdrag waarbij men stelde dat dit toebehoort aan Chili. Bolivië
Bolivië v Chili had er wel spijt van en er zijn verschillende onderhandelingen geweest
om Bolivië toch tegemoet te komen. Bolivië besloot de zaak voor het IGH
te brengen, om te vragen of ze bevestigen dat Chili een juridische plicht
heeft om met hen te onderhandelen. Daar haalde men ook de nuclear
tests case aan. Het Hof gaat kijken naar de bewoordingen van de
verklaringen. Deze taal is politieke taal en niet hard te maken als
juridisch engagement en kan je dus niet afgedwongen krijgen voor de
rechter.
Vervolg Bolivië v Over verdragen: Bolivië heeft ook een aantal beweerde overeenkomsten
Chili bovengehaald en beweren dat het verdragen zijn. Onder meer verwijst
men naar signed minutes of a discussion. Dat kan een verdrag vormen
want de vorm doet niet ter zake. Maar je hebt wel de intentie nodig, het
moet duidelijk zijn dat het de bedoeling is om die rechtsgevolgen mee te
brengen. Dat is hier niet het geval want er was een uitdrukkelijke
disclaimer. Ook exchange of instruments, uitwisseling van brieven uit de
jaren 1950. Formeel gezien kan dat een basis vormen voor een verdrag,
maar opnieuw was er intentievereiste. De tekst komt niet overeen en de
posities zijn verschillend dus je kan er onmogelijk een verdrag uit
Cases internationaal publiekrecht 1
, afleiden. Ook de Declaration of Charaña heeft dezelfde uitkomst, het is
een politiek akkoord een geen juridisch bindend verdrag.
Over verdrag of akkoord: Discussie naar aanleiding van het
Klimaatakkoord of het om een bindend verdrag ging of een akkoord. De
VS wou liever een klimaatakkoord. De titel is niet sluitend. De taal en
procedurele bepalingen in het akkoord zijn typisch van een verdrag.
Obama drong toch aan op een akkoord omdat men niet teveel bindend
Klimaatakkoord engagement op zich wilt nemen. En Obama wil vermijden dat het moest
Parijs worden voorgelegd aan de Senaat want dan zouden ze zeker niet mee
doen. Het is een verdrag, dat zowel hard law als soft law bevat. vb. Hard
law: Staten moeten om de zoveel jaren rapporteren over welke
doelstellingen men opneemt om de uitstoot terug te dringen. vb. Soft law:
Art. 2 stelt doelstelling voorop om opwarming te beperken tot 2 graden,
dat is geen bindende regel die men kan afdwingen.
Over verdrag of akkoord: Trump Administration had zich teruggetrokken
uit het Iraans kernakkoord. Iran vindt dit onwettig omdat het een juridisch
bindend verdrag is, maar is dat zo? In het kernakkoord werd een deal
gesloten waarbij enerzijds een opheffing was van unilaterale of
autonome sancties buiten de VN en engagement om VN sancties op te
heffen. Engagement van Iran was bepaalde toezeggingen op vlak van
wat men wel of niet ging doen. De kop doet uitschijnen dat dit een
verdrag is, maar de titel is niet doorslaggevend. In het document staat
Iraans Kernakkoord duidelijk dat het politieke engagementen zijn. Iran wou terugtrekking en
herinvoering van de sancties door VS aanvechten voor IGH. Hoe? Enige
mogelijkheid was door een compromisoire clausule, maar het
kernakkoord is geen verdrag en is geen rechtsbron dat het Hof mag
gebruiken. Iran en VS hadden wel een bilateraal vriendschapsakkoord
die een compromisoire clausule bevat. Amerikaans argument was dat de
zaak enkel over het kernakkoord gaat en niet het vriendschapsakkoord.
Het Hof zei dat je daar abstractie van kan maken en het toch kan
bekijken.
North Sea Over interactie tussen verdragen en gewoonterecht: Achtergrond: Sinds
Continental Shelf WOII hebben verschillende staten verklaringen afgelegd dat continentaal
zaak plat toehoort aan de kuststaat. Daaruit is een gewoonterechtelijke regel
ontstaan die in multilateraal verdrag is opgenomen: conventie van
Genève inzake continentaal plat. Feiten: Afbakening van continentaal
plat tussen Denemarken, Duitsland en Nederland. Vragen zich af wie
aanspraak heeft op welk deel van continentaal plat. Nederland en
Denemarken zijn van oordeel dat je het equidistantieprincipe moet
toepassen, dat je een afbakening doet door lijn te trekken waarvan elk
Cases internationaal publiekrecht 2
, punt op de lijn een gelijke afstand heeft tot twee landen. Probleem is dat
je hier te maken hebt met een concave vorm en dat zou zorgen dat DL
maar een heel klein deel krijgt van het continentaal plat. Men besluit de
zaak voor te leggen aan het IGH, de jurisdictie van het Hof berust op een
compromis, de staten verzoeken het Hof om de relevante principes en
regels van internationaal recht te identificeren, niet om zelf de lijnen te
trekken. Cruciale vraag: Is artikel 6 Conventie van Genève bindend tav
Duitsland? In artikel 6 staat een driestapsbenadering: 1. Staten vrij de
afbakening te kiezen dat men wil. 2. Lukt het niet, vallen we terug op
equidistantie. 3. Je kan ook afwijken van equidistantie wanneer er
bijzondere omstandigheden zijn. Is art. 6 bindend tav DL? Daarvoor
moeten we weten of DL partij is. DL had het verdrag wel getekend, maar
niet geratificeerd. (NL en DE wel). Is er dan nog een andere manier om
die regel alsnog te gaan opdringen? 1) Eenzijdige verplichting in hoofde
van Duitsland? DL zou zich eenzijdig verplicht hebben om die regel na te
leven. DE en NL hun argument is dat DL getekend heeft, maar dat
volstaat niet om een eenzijdige verbintenis te hebben van DL. Het staat
nog altijd vrij om niet te ratificeren of met voorbehouden, dus geen
verbintenis. 2) Equidistantieregel logisch noodzakelijk, onontkombaar?
Dit wordt verworpen door het Hof. 3) Kunnen we de bepaling uit het
verdrag zien als een codificatie of kristallisatie van een bestaande of
opkomende regel van gewoonterecht? Hiervoor zijn 3 mogelijkheden: 1.
Codificatie, gewoonterechtelijke regels die nadien in een verdrag worden
gegoten. 2. Verdrag aangaan en die regels worden later gewoonterecht.
3. Kristallisatie: twee processen vallen samen. Er is al statenpraktijk en
opinio juris en dus gewoonterechtelijke regel aan het opkomen en het
afsluiten van het verdrag is de tipping point waarbij de regel gelijktijdig
ontstaat als verdragsregel en gewoonterechtelijke regel. Hof vindt het
geen kristallisatie om 3 redenen: - NL en DE beweren het zelf niet, ze
argumenteren dat het gaat om latere vorming van gewoonterechtelijke
regel. - Houding ILC, kijken naar voorbereidende werken. Men stelt vast
dat de keuze voor equidistantie niet de evidentie was en voorwerp van
discussie uitmaakte en dus geen gewoonterechtelijke norm in wording
was. - In conventie staat dat je voorbehouden kan formuleren en dus ook
bij art. 6. Dus zelfs staten die het verdrag goedkeuren kunnen zich
onttrekken aan de regel. Dat strookt dus niet met idee van kristallisatie.
4) Heeft art. 6 aanleiding gegeven tot nieuw gewoonterecht, deels
omwille van eigen impact, deels omwille van latere statenpraktijk? - Is
art. 6 wel een normcreërende regel, een fundamentele gedragsnorm die
zich leent tot gewoonterechtelijke toepassing? Hof: Regel is
genuanceerder, het schrijft niet alleen equidistantie voor maar staten
Cases internationaal publiekrecht 3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller HeraJuno. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.51. You're not tied to anything after your purchase.