Dit boek is een erg uitgebreide samenvatting van het boek van het vak, wat het minimale is om de gedetailleerde vragen van het tentamen te kunnen beantwoorden.
Basisboek Systeemgericht werken – Nabuurs (3 e druk, 2022)
Inleiding
Systeemgericht werken – de problematiek/hulpvraag van de aangemelde cliënt
niet geïsoleerd bezien wordt, maar dat het gedrag in samenhang bezien wordt
met zijn omgeving. Gaat over samenwerken met de cliënt en zijn systemen.
Als hulpverlener staan hem weliswaar tal van interventies en methodieken ter
beschikking in de behandeling en begeleiding van cliënten, maar ‘de eigen
persoon’ van de hulpverlener is een heel belangrijk, zo niet het belangrijkste
instrument dat hij inbrengt.
H1: Het werkterrein van de systeemgerichte social worker
Systeemgericht werken beoogt een visie te zijn vanwaaruit we kijken naar een
cliënt en onszelf als hulpverlener.
In het systeemgericht werken gaan we ervan uit dat de mens enkel gezien en
begrepen kan worden in de context van zijn relaties.
Bij een systeem gaat het om geordende delen, die elkaar beïnvloeden in meer of
mindere mate van complexiteit. Essentiele toevoeging: systeem is gericht op het
bereiken van een (of meer) bepaald doel.
Definitie boek; ‘het begrip systeem wijst op een eenheid, opgebouwd uit
deelverhoudingen; het gaat niet alleen om de delen op zich, ook niet om het
geheel, maar om de doelgerichte circulaire betrekkingen tussen dit alles.’
3 betekenissen systeemgericht werken:
1. Verwijzing naar de therapievorm
2. Betrekking op de inhoud of het doel van de behandeling
3. Betrekking op de circulariteit, de wederzijdse beïnvloeding en niet op het
‘oorzaak en gevolg’ gedachtegoed.
Binnen de Algemene Systeemtheorie worden alle levende wezens gezien als
open systemen. Daarmee wordt bedoeld dat deze systemen in open verbinding
staat met hun omgeving. Ze zijn in continue interactie.
Het voortdurende proces van input, throughput en output zorgt ervoor dat de
interactie van het individuele systeem en de omgeving circulair van aard zijn. Er
vindt een voortdurende wisselwerking plaats.
‘wholeness’/ ‘het totaal’ / ‘de totale mens’ – de benadering van de mens als
systeem, die in open verbinding staat met de omgeving en een voortdurende
uitwisseling van materie, energie en informatie onderhoudt (Von Bertalanffy).
Open systemen hebben intensieve interactie, gesloten systemen een beperkte
interactie met hun omgeving.
De mate van interactie kan veranderen. De mate van beschikbare energie is
bepalend voor het welbevinden of de gezondheid van het individuele systeem.
,Entropie – Open systemen kunnen steeds meer gesloten raken wanneer de
uitwisseling met de omgeving afneemt. Er is meer energie nodig dan beschikbaar
en het systeem beweegt zich in de richting van een (afnemende) gezondheid of
ziekte.
Negentropie – er is energie beschikbaar, waardoor het systeem zich beweegt in
de richting van (toenemende) gezondheid.
Zelfstabilisatie – het mechanisme waarbij een mens zich aanpast aan zijn
omgeving of aanpassingen in zijn omgeving bewerkstelligt.
Zelforganisatie – het is ook mogelijk dat een systeem zichzelf niet aanpast,
maar zich structureel wijzigt.
Het kleinste sociale subsysteem bestaat uit twee personen en wordt een
dyadisch subsysteem genoemd.
Bij een specifiek subsysteem horen ook regels, normen en waarden. afhankelijk
van de rol, de taken en de te vervullen functie kunnen binnen een gezin enkele
subsystemen onderscheiden worden:
- Het partner-subsysteem vervult de functie intimiteit en seksualiteit
- Het opvoeder-subsysteem vervult de functie van opvoeden
- Het kind-subsysteem vervult de functie van ‘geven’
Suprafamiliare systeem ‘familie’ – bloedverwanten tot in de 4 e lijn. Het belang
van familie als systeem wordt in de contextuele theorie helder aangegeven.
‘ieder mens kent een dynamische verbondenheid met zijn betekenisvolle relaties
over verschillende generaties. Ieder mens maakt deel uit van een familiaal
netwerk van verhoudingen, waarin iedereen met iedereen verbonden is in een
dynamische balans van geven en nemen’.
Het betreft de mensen met wie een duurzame (wat lang meegaat) band bestaat.
Familie kan zowel een positieve bijdrage leveren, als veel conflicten met zich
meebrengen. Als social worker hoef je niet op zoek te gaan naar ‘de’ waarheid,
want die is er niet. Ga vooral met respect om met ieders waarheid. Werk vanuit
een meerzijdige partijdigheid.
Omgeving – bestaat uit alle interne en externe factoren of invloeden die het
gezinssysteem omgeven. De relatie tussen het gezinssysteem en de omgeving is
wederkerig. Het gezinssysteem kan de omgeving beïnvloeden en omgekeerd kan
de omgeving het gezinssysteem beïnvloeden. De uitwisseling tussen het
gezinssysteem en de omgeving in de vorm van input, output en feedback is dan
ook circulair van aard.
Vanuit de Structurele Systeembenadering (Minuchin) is er veel aandacht voor de
natuurlijke omgeving van het gezin.
In het systeempentagram is geen hiërarchisch onderscheid. Het ene systeem is
niet belangrijker dan het andere. De cliënt blijft uiteraard centraal staan.
De social worker moet breed georiënteerd zijn, dat hij weet wat hij niet weet en
ook daarnaar kan en durft te handelen. Dit geeft al een oprechte en open
houding in zijn werk, en is een goede basis voor de werkalliantie.
,Eerste fase – aangaan goede werkalliantie, creëren van een veilig klimaat.
Belangrijkste sleutelmomenten en (succes)factoren in het therapeutisch proces.
Werkalliantie – goede voorspeller van het resultaat van de hulpverlening.
3 componenten:
1. het doel van de behandeling (wat wil de cliënt bereiken)
2. de taak (hoe wil de cliënt het doel bereiken)
3. de relatie tussen cliënt en therapeut (de band)
De 3 componenten beïnvloeden elkaar voortdurend.
De persoonlijkheid van de hulpverlener en diens vermogen tot het opbouwen van
een therapeutische relatie zijn van groot belang voor het hulpverleningsproces.
Afhankelijk van de situatie, kan er eerst gericht worden op een bepaald deel van
de pentagrampunten. Op welke wijze je als social worker aan de slag gaat, wordt
niet alleen bepaald door wat jij vanuit jouw professionele optiek als belangrijk
beschouwt. Wat een client als belangrijk ervaart, speelt zeker een rol. Hierbij
staat veiligheid voorop.
De social worker zit als een spin in het web. Meestal neemt hij bij aanvang van de
hulp een centrale positie in het hulpverleningsproces in. Het gevaar van deze
positie op langere termijn is het creëren van een afhankelijkheid van de cliënten
van jou als hulpverlener.
De plek van de hulpverlener verschuift gedurende de werkperiode van ‘boven’
naar ‘naast’ naar ‘buiten’.
Om de familie als systeem in beeld te brengen, wordt vaak gebruikgemaakt van
een genogram. Grafische weergave van een aantal (meestal 3) generaties.
Omgeving moet niet worden verward met het suprafamiliare systeem. Bij de
omgeving gaat het om de school, peers, werk, gezagsinstanties zoals politie,
voorzieningen etc.
De integratie van een gezin in zijn omgeving binnen de samenleving maakt
onderdeel uit van de mate van welbevinden van het gezin. Integratie is een
wederzijds proces.
Het huidige ministerie (2011) benoemt daarbij een actief burgerschap en actieve
betrokkenheid en zelfredzaamheid. Integratie is een tweezijdig proces: enerzijds
wordt van nieuwkomers verwacht dat zij bereid zijn te integreren, anderzijds
moet de Nederlandse samenleving die integratie mogelijk maken.
FFT (Functionele Familietherapie) en MST (Multisysteemtherapie) zijn
voorbeelden van effectieve aanpakken. Ook werken volgens het gedachtengoed
van Welzijn Nieuwe Stijl past binnen de huidige sociaal maatschappelijke
ontwikkelingen.
H2: Systeemtheorieën
In Amerika treffen we halverwege de twintigste eeuw de eerste hulpverleners
aan die de gezinstherapie toepassen.
, 2. Structurele theorie – Minuchin (wijze gezin georganiseerd)
3. Strategische of communicatietheorie – Haley en Watzlawick (wetmatigheden
en communicatie tussen mensen)
4. Intergenerationele of contextuele systeemtheorie – Nagy (verschillende
generaties betrekken)
2 extra hedendaagse theorieën
5. Oplossingsgerichte perspectief – Berg en de Jong (construeren oplossingen)
6. Narratief perspectief – White (verhalen kleuren ervaring)
Metatheorie – heeft niet direct betrekking op één bepaald wetenschapsgebied
maar is voor vele wetenschapsgebieden hanteerbaar.
1. Algemene systeemtheorie
In het begin alleen aandacht voor input en output. Later ook aandacht voor
throughput. Informatie die van de omgeving komt, wordt niet enkel verwerkt
binnen een systeem, maar het systeem geeft ook interpretaties aan de
informatie. Dit leidt tot de volgende kernpunten waarbij levende organismen,
systemen gezien worden als:
a) Bestaande uit verschillende delen die onderling samenhangen en elkaar
wederzijds beïnvloeden, niet lineair maar circulair.
b) Zichzelf handhavende eenheden die in voortdurende wisselwerking staan
met hun omgeving. Er is sprake van input, throughput en output basis
van zijn open systeemtheorie.
c) Eenheden die het vermogen hebben zichzelf te handhaven, zich
voortdurend op hun omgeving af te stemmen en die in een dynamisch
evenwicht zijn met hun omgeving. Al de gedragingen van de eenheden
hebben een functie binnen het geheel.
d) Eenheden met het vermogen zichzelf te besturen en zichzelf te
reproduceren.
De belangrijkste invloed Algemene Systeemtheorie ‘het verleggen van de
focus van de individuele situaties naar sociale situaties waarin zorgbehoevende
burgers zitten.’ (Steyaert en Kwekkeboom)
Lineair denken – er is sprake van een oorzaak-gevolg
Reductionistisch denken – een probleem kan beter begrepen worden door het
zo klein mogelijk te maken
Von Bertalanffy had grote moeite hiermee. Het geheel wordt uit het oog
verloren.
Een sterk punt van de systeemtheorie is het bewustzijn van de circulaire
processen en de circulaire causaliteit die zich in natuurlijke groepen afspelen.
Met andere woorden: de onderdelen van een systeem, de zogenoemde
subsystemen, kunnen niet als losse individuele componenten worden beschouwd
die ieder voor zich handelen. Relaties en interacties tussen deze componenten
beïnvloeden elkaar wederzijds en hebben dus een functie.
Kritiek circulariteitsprincipe: het zou veronderstellen dat alles wordt uitgelokt. Als
iemand seksueel wordt misbruikt, is het een slachtoffer, geen mededader.
Het denken van Von Bertalanffy heeft de ontwikkeling van de gezinstherapie op 2
manieren beïnvloed.
1. Het bood een visie op natuurlijke groepen en de wijze waarop zich
circulaire processen afspelen binnen die groepen.
2. Het bood een begrippenkader dat gehanteerd kan worden om
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nadihellinga. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.79. You're not tied to anything after your purchase.