Een beknopte samenvatting van de verplichte studiestof uit 'Hoofdlijnen van Nederlands burgerlijk procesrecht', 'Kort begrip KEI' en 'Insolventierecht' aan de hand van de leerdoelen van het vak BPI.
Burgerlijk procesrecht & Insolventierecht
Week 1A: Infrastructuur, procesbeginselen en bevoegdheid van de rechter
Leerdoelen
1. Doel, functie en kenmerken van het burgerlijk procesrecht
Burgerlijk proces = het voortgaan van een onzekere of betwiste tot een zekere en onbetwistbare
rechtstoestand door een aan regels onderworpen rechtsstrijd of geding, gevoerd voor een orgaan dat
tot beslissing in dit geding bevoegd is doel: aan de onzekerheid en strijd een einde maken door een
vonnis van de rechter, dat partijen bindt.
2. Procesbeginselen
Het burgerlijk procesrecht wordt (beperkt) beheerst door fundamentele rechtsbeginsel, die in alle
landen en alle tijden onder alle omstandigheden en voor alle soorten procedures gelden:
1. Hoor en wederhoor (artikel 6 EVRM en artikel 19 Rv): het recht van partijen om kennis te
nemen van, en zich te kunnen uitlaten over, alle gegevens en bescheiden die in het geding zijn
gebracht en waarop de rechter zich baseert bij het toen van zijn uitspraak:
a. Recht om door de rechter te worden gehoord (mondeling of schriftelijk);
b. Zich beroepen op feiten en rechten;
c. Leveren van bewijs.
2. Onpartijdigheid van de rechter (artikel 6 EVRM): De rechter dient onbevooroordeeld
tegenover de partijen en hun geschil te staan:
a. Zonder vooringenomenheid;
b. Niet beïnvloed door druk van welke zijde ook.
Voorwaarde: rechterlijke onafhankelijkheid (ten opzichte van degene die hem heeft
benoemd, ten opzichte van partijen en ten opzichte van derden).
3. Openbaarheid van behandeling en uitspraak (artikel 6 EVRM, artikel 121 Gw, artikel 4 en 5
RO en artikel 27 en 28 Rv): met uitzondering van de gevallen bij de wet bepaald vinden de
terechtzittingen in het openbaar plaats en geschiedt de uitspraak van vonnissen in het
openbaar.
4. Motivering van de beslissing (artikel 121 Rv, artikel 5 RO en artikel 30 Rv): vonnissen,
arresten en beschikkingen dienen de gronden in te houden waarop zij rusten, tenzij uit de wet
ander voortvloeit.
5. Partij-autonomie (artikel 21 Rv): de vrijheid van het rechtssubject om over zijn burgerlijke
rechten te beschikken en die rechten al dan niet te doen gelden partijen bepalen de grenzen
van de rechtsstrijd, waarbinnen zij verplicht zijn de voor de beslissing van belang zijnde feiten
volledig en naar waarheid aan te voeren stelt grenzen aan het rechterlijk handelen
(lijdelijkheid van de rechter).
6. Onderzoek en beslissing in twee instanties: de mogelijkheid voor partijen om de zaak na het
proces in eerste instantie voor een hogere rechter te brengen om deze opnieuw in volle
omvang te laten onderzoeken en berechten “twee feitelijke instanties” en “de
feitenrechter”.
7. Toezicht op de rechtspraak door middel van cassatie: het bestaan van een centraal
rechtscollege, dat toezicht op de rechtspraak uitoefent door middel van cassatie:
a. Toezicht houden op de wijze van rechtspreken;
b. Handhaven van de eenheid in de toepassing van het recht;
c. Bevorderen van de rechtszekerheid.
, 8. Verplichte procesvertegenwoordiging: partijen dienen zich te laten vertegenwoordigen door
een daartoe bevoegde functionaris, met uitzondering van:
a. Zaken voor de kantonrechter, waar partijen in persoon kunnen procederen of zich
door een gemachtigde kunnen laten vertegenwoordigen (artikel 79 en 80 Rv);
b. Kort geding, waar partijen in persoon kunnen procederen (artikel 255 Rv).
9. Toegang tot de rechter (artikel 17, 18 en 112 Gw) arrest Airey/Ierland.
3. De verschillende soorten civiele procedures
Civiele procedures voor de overheidsrechter:
Dagvaardingsprocedure/vorderingsprocedure;
Verzoekschriftprocedure/verzoekprocedure;
Deelgeschilprocedure: partijen kunnen ervoor kiezen om een deel van de rechtsvragen die
tussen hen in geschil zijn, ter beoordeling voor te leggen aan de deelgeschilrechter (artikel
1019w Rv).
4. Collectieve actie, arbitrage, bindend advies en mediation
Civiele procedures voor een particuliere rechter:
Collectieve actie (artikel 3:305a): procederen door belangenorganisaties in het belang van
hun leden (groepsbelang) of in het algemeen belang:
o Belangen van andere personen dan de procederende rechtspersoon;
o Vordering strekt tot bescherming van gelijksoortige belangen;
o Rechtspersoon dient deze belangen te behartigen ingevolge zijn statuten;
Arbitrage: beslechting van geschillen door arbiters krachtens een overeenkomst tussen de
betrokken partijen. Arbiters of scheidslieden zijn door partijen of door een derde aangewezen
particuliere personen, die niet in een rechterlijk ambt maar krachtens een bijzondere opdracht
rechtspreken in geschillen (artikel 1020-1076 Rv):
o Arbitrage in geschil;
o Arbitrage buiten geschil (artikel 1020 lid 4 Rv).
Bindend advies: partijen kunnen overeenkomen dat een tussen hen gerezen geschil of in de
toekomst naar aanleiding van een gesloten overeenkomst rijzend geschil zal worden
onderworpen aan de uitspraak van een of meer derden, welke uitspraak zal gelden als een
partijen bindend advies en de kracht zal hebben van een tussen hen gesloten overeenkomst.
o Zuiver bindend advies: contractueel bedongen aanvulling van een tussen partijen
bestaande overeenkomst door een derde (geen geschil);
o Onzuiver bindend advies: het doen beslissen van een geschil.
Mediation: oplossing onder leiding van een professionele conflictbemiddelaar (mediator), die
geen beslissen geeft maar partijen zelf de oplossing voor hun geschil laat bepalen:
o Vrijwillig;
o Vertrouwelijk (artikel 818 Rv).
,5. De (hoofdrol)spelers in de civiele procedure
1. De rechter: om onpartijdig te kunnen rechtspreken dient de rechter onafhankelijk te zijn van
degen die hem benoemt en van partijen en van welke invloed van buiten ook de rechterlijke
macht:
a. De rechtbanken: enkelvoudige kamer (een rechter of raadsheer) doorverwijzen
naar meervoudige kamer (artikel 15 Rv);
b. De gerechtshoven: meervoudige kamer, behoudens uitzonderingen (drie rechter of
raadsheren) doorverwijzen naar enkelvoudige kamer (artikel 16 Rv);
c. De Hoge Raad: meervoudige kamer (vijf of drie raadsheren).
2. Het openbaar ministerie:
a. Als procespartij: het nemen van een initiatief tot een civiel geding en daarbij zelf als
procespartij optreden (artikel 43 Rv);
b. Niet als procespartij: wordt gehoord door de rechter als het de wens daartoe te
kennen heeft gegeven (artikel 44 Rv).
3. De advocaat: draagt zorg voor de rechtsbescherming van zijn cliënt, waarbij hij onafhankelijk
en partijdig is bij de behartiging van de belangen van zijn cliënt Advocatenwet.
4. De gerechtsdeurwaarder: openbare ambtenaren Gerechtsdeurwaarderswet.
5. De partijen:
Dagvaardingsprocedure Eiser Gedaagde
Appelprocedure Appellant Geïntimeerde
Verzetprocedure Opposant Geopposeerde
Cassatieprocedure Eiser tot cassatie Verweerder in cassatie
Verzoekschriftprocedure Verzoeker Belanghebbende/verweerder
Sommaties/aanzeggingen Requirant Gerequireerde
In beginsel is ieder bevoegd eisend of verwerend in rechte op te treden en voor zijn rechten
en belangen ten overstaan van de rechter op te komen (tenzij handelingsonbevoegd):
Formele partij: degene op wiens naam als eiser of gedaagde het proces wordt gevoerd;
Materiële partij: het subject van de rechtsbetrekking, waarover het geschil bestaat.
6. De bevoegdheid van de rechter
Absolute bevoegdheid (volstrekte bevoegdheid): welke soort rechter is bevoegd attributie
van rechtsmacht.
o De rechtbank (dagvaardingsprocedure/verzoekschriftprocedure in eerste aanleg): De
rechtbanken nemen in eerste aanleg kennis van alle burgerlijke zaken (artikel 42 RO),
onderverdeeld in:
Kantonrechter (artikel 93 Rv);
Kamer voor andere zaken dan kantonzaken.
Ingeval een zaak bij een verkeerde rechter binnen de juiste rechtbank is
aangebracht, verwijst de rechter de zaak naar de andere kamer (artikel 71 Rv).
o Het gerechtshof: De gerechtshoven oordelen in hoger beroep over de daarvoor
vatbare vonnissen en beschikkingen in burgerlijke zaken van de rechtbanken in hun
ressort (artikel 60 RO).
o De Hoge Raad: De Hoge Raad neemt kennis van het beroep in cassatie tegen de
arresten, vonnissen, beschikkingen en handelingen van de gerechtshoven en de
rechtbanken ingesteld door een partij, hetzij in het belang der wet door de procureur-
generaal bij de Hoge Raad (artikel 77 en 78 RO).
, De wet laat in bepaalde gevallen aan partijen de vrijheid om door wilsovereenstemming een
geschil te onderwerpen aan de beslissing van een rechter die volgens de wet onbevoegd zou
zijn on daarvan kennis te nemen (=prorogatie). Verder kunnen partijen overeenkomen dat hun
vermogensrechtelijke geschillen worden berecht door een buitenlandse rechter
(=forumkeuze).
Ingeval de rechter in een zaak absoluut onbevoegd is, verklaart hij zich ambtshalve onbevoegd
(artikel 72 Rv). Indien een andere rechter bevoegd is, dan verwijst de rechter die zich onbevoegd
verklaart de zaak naar de bevoegde rechter (artikel 73 Rv).
Relatieve bevoegdheid (betrekkelijke bevoegdheid): welke bepaalde rechter van een soort is
bevoegd distributie van rechtsmacht.
o De rechtbank (dagvaardingsprocedures in eerste aanleg):
Hoofdregel: Bevoegd is de rechter van de woonplaats van de gedaagde
(artikel 99 Rv);
Alternatieve bevoegdheid: Voor een bepaald type zaken wordt een andere
rechter mede bevoegd verklaar (artikel 100-106 Rv) de eiser heeft de
keuze;
Exclusieve bevoegdheid (artikel 103 en 108 Rv);
Vangnetbepaling: Indien de artikelen geen relatief bevoegde rechter
aanwijzen, dan is bevoegd de rechter van de woonplaats van de eiser(s) of, bij
gebreke daarvan, de rechter te Den Haag (artikel 109 Rv).
o De rechtbank (verzoekschriftprocedure in eerste aanleg):
Hoofdregel: Bevoegd is de rechter van de woonplaats van de verzoeker en de
rechter van de woonplaats van de belanghebbende (artikel 262 Rv) de
verzoeker heeft de keuze;
Exclusieve bevoegdheid (artikel 262-268 Rv).
o De gerechtshoven: De gerechtshoven oordelen in hoger beroep over de daarvoor
vatbare vonnissen en beschikkingen van de rechtbanken in hun ressort (artikel 60 RO).
Ingeval de rechter zich relatief onbevoegd verklaard, dan verwijst hij de zaak naar de relatief
bevoegde rechter (artikel 110 Rv).
De taak van de rechterlijke macht omvat:
Eigenlijke rechtspraak of contentieuze jurisdictie: indien de rechter geroepen is uitspraak te
doen in een geschil tussen twee of meer partijen het geschil staat centraal;
Oneigenlijke rechtspraak of voluntaire jurisdictie: het doel is niet het doen van een uitspraak
in een tussen partijen bestaand geschil, maar de werkzaamheid is meer van administratieve
aard niet het geschil, maar de verzochte voorziening staat centraal.
7. Belangrijke wijzigingen onder KEI, zoals digitaal procederen en regie en maatwerk door de rechter
1) De mogelijkheid om het instellen van een vordering en het indienen van een verzoek te
combineren in een procesinleiding (artikel 30b Rv);
2) Meer mogelijkheid voor de rechter om regie te voeren op het verloop van de procedure. De
rechter heeft in beginsel standaard en vrij vroeg in de procedure een zetting met partijen
waarbij hij de invulling van die behandeling kan afstemmen de rechter heeft
bewegingsruimte bij het invullen van de mondelinge behandeling, waarmee maatwerk kan
worden geboden (artikel 30k Rv).
3) Partijen zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (artikel 30c Rv), waarbij de
procesinleiding en overige stukken langs elektronische weg worden ingediend. Ook het
berichtenverkeer tussen partijen en de rechter vindt langs elektronische weg plaats
uitzonderingen (lid 4):
a. Natuurlijke personen;
b. Verenigingen waarvan de statuten niet zijn vastgelegd in een notariële akte.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mrwpe. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.51. You're not tied to anything after your purchase.