INLEIDING EN MENSELIJKE EVOLUTIE
1. Het maken van kunst is typerend voor de mens als wezen en onderscheidt ons van andere
diersoorten. Beargumenteer dit.
Er vallen lange discussies te voeren over het verschil tussen de mens en andere diersoorten.
• Een belangrijke stelling is alleszins dat geen enkel ander dier het verbeeldingsvermogen van de
mens heeft – en daaraan is ook de mogelijkheid verbonden om creatief te scheppen.
• Dieren interpreteren hun leefwereld steeds op min of meer dezelfde manier, waarbij ze afgaan op
instincten die weinig speling toelaten. De mens heeft die instincten ook, maar kan daar vrij mee
omgaan en kan dus steeds een nieuw perspectief op de wereld krijgen.
• De mens representeert en symboliseert die wereld dan ook, zowel in woorden als in beelden.
• De mens kan zich ook dingen voorstellen die er (in het hier en nu) niet zijn: het verleden, de
mogelijkheden van de toekomst, of zelfs volledig onbestaande zaken.
• Hij of zij kan ook nieuwe betekenissen (symboliek) koppelen aan wat er al is. Door sommige
denkers is de mens dan ook wel eens met een Latijse term het animal symbolicum genoemd, het
‘dier dat symbolen kent’.
Ook dieren kunnen een communicatiesysteem hebben (denk bijv. aan de dans van bijen) of zelfs
‘creatief’ schoonheid scheppen (denk aan de prieelvogel of de kogelvis, die prachtige bouwsels maken
om vrouwtjes te imponeren). Er zijn echter twee belangrijke verschillen met menselijke creativiteit:
1) de mens kan betekenissen, symboliek koppelen aan wat hij of zij maakt en
2) de mens kan steeds nieuwe vormen bedenken.
In die zin zouden we zelfs kunnen zeggen dat de mens ontstaan is toen onze aapachtige voorouders
afbeeldingen begonnen te maken. Doorheen de eeuwen heeft die creatieve verbeelding van het
menselijk wezen allerlei vormen aangenomen, die we kort door de bocht kunnen benoemen als
‘kunst’. Kunst is bij uitstek een middel waarmee dat menselijk wezen de wereld herinterpreteert of
naar zijn/haar hand zet: het kan dienen om inzicht te verwerven, om macht uit te oefenen, om een
groep samen te smeden, om herinneringen te bewaren, om ontroering te wekken, om zin te geven
aan leven en dood…
2. Wat bedoelen we in deze cursus met het woord ‘cultuur’
De term cultuur komt van het Latijnse cultura dat is afgeleid van het werkwoord colere: ‘bebouwen’,
‘bewerken’, ‘vereren’, ‘onderhouden’. We gebruiken de term…
- als tegendeel van het woord ‘natuur’ (=dat wat aangeboren is, wat spontaan en zonder
menselijk toedoen is ontstaan). Dus om alles aan te duiden dat ons van dieren onderscheidt.
- om het samenhangende geheel van activiteiten aan te duiden waarmee de mens zijn wereld
vormgeeft om erin te overleven én die wereld betekenis geeft (gebruiken, rituelen, symbolen,
verhalen, waarden, kennisoverdracht,…)
3. Wat is het verschil tussen een kunstvoorwerp en een artefact?
De term artefact gebruiken we (voornamelijk in de archeologie) voor eerder welk opzettelijk door de
mens vervaardigd gebruiksvoorwerp.
Een kunstvoorwerp is echter nog iets meer: die term passen we toe als het object als uitzonderlijk mooi
en/of betekenisvol wordt ervaren, los van de praktische functie die het al dan niet heeft.
1
, 4. Hoe verschilt ‘kunst’ uit oude beschavingen van wat wij in het heden ‘kunst’ noemen?
Ons modern concept van ‘kunst’ als een persoonlijke uiting die vaak losstaat van enig nut is heel recent
ontstaan, namelijk in de 19e E.
Kunst uit oudere culturen…
- werd over het algemeen vervaardigd in opdracht van de machtigen
- Reflecteerde collectieve overtuigingen, smaken,…
- Hing vaak uiterst nauw samen met politiek, religie, het dagelijks leven…
- Vaak bestond er zelfs geen woorden die exact vertaald zou kunnen worden met onze moderne
termen ‘kunst’ of kunstenaar’.
5. Weet wat het paleolithicum, mesolithicum en het neolithicum zijn, en dateer deze perioden
• Paleolithicum: ‘Oude steentijd’
In brede zin de vroegste en langste periode uit de geschiedenis van de mensheid, vanaf het moment
dat die stenen werktuigen begon te gebruiken (vanaf 2,6 miljoen jaar geleden) tot de laatste ijstijd.
Het is de periode waarin de mens in zijn levensonderhoud voorzag door jacht en voedselverzameling.
Wij kijken echter vooral naar eerste ‘kunstvoorwerpen’ in het Laat-Paleolithicum: ± 50.000-11.000 v.
Chr. (maar wellicht was er al veel eerder kunstproductie en hebben we er gewoon nog geen sporen
van gevonden!)
• Mesolithicum: ‘Midden-steentijd’
Dit is een overgangsperiode tijdens de welke de mens zich steeds meer gaat richten op het
systematisch inzamelen van gewassen en het belang van de jacht afneemt.
• Neolithicum: ‘Nieuwe steentijd’
Deze periode begint vanaf het ogenblik dat de mensen zich gaan vestigen als boeren en dus zelf hun
gewassen en dieren gaan kweken (landbouw en veeteelt). De aanvang hiervan en het relatieve belang
van landbouw en veeteelt kunnen sterk verschillen van streek tot streek.
6. Schets in heel brede lijnen de belangrijkste feiten over de menselijke evolutie. (Je moet de
hoofdlijnen van de onderstaande tekst in een 10 à 20 regels kunnen samenvatten).
De menselijke evolutie begint in Afrika. Daar hebben we de fossiele beenderen gevonden van de
Australopithecus, de vroegst gekende hominide (mensachtige), die ongeveer met 4.300.000 leefde.
Dit wezen begon steeds meer rechtop te lopen, wat de handen vrijmaakte voor het gebruik van
werktuigen en de lichaamshouding zo veranderde dat de schedelinhoud kon toenemen.
Langzaamaan zou deze mensachtige zich ontwikkelen tot de mens zoals we die vandaag kennen, maar
die evolutie is lang niet zo rechtlijnig verlopen als we soms wel denken: Behalve de verschillende
soorten van de Australopithecus bestonden er ook andere mensachtigen, die uitgestorven zijn.
Uit de Australopithecis ontwikkelde zich de Homo Habilis (letterlijk: de ‘handige mens’). Zeer
eenvoudige werktuigen, hoofdzakelijk stenen waar een stuk werd afgeslagen om een scherpe kant te
bekomen, tonen aan dat Homo Habilis vooruit dacht en daardoor als “mens” moet beschouwd
worden.
Zowel Australopithecus als Homo Habilis verdwijnen ongeveer 1.500.000 jaar geleden, op het ogenblik
dat Homo Ergaster (1.500.000 – 1.000.000) en Homo Erectus (= ‘de rechtopstaande mens’, 1.900.000
- 400.000) in Afrika reeds hun intrede gedaan hebben. Homo Erectus zal zich over een belangrijk deel
van de wereld verspreiden. Deze zeer succesrijke soort ontwikkelde veel verfijndere werktuigen dan
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anne-lisekrekels. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.