College aantekeningen Algemene Bewegingspathologie (BWB108)
4 views 1 purchase
Course
Algemene Bewegingspathologie (BWB108)
Institution
Rijksuniversiteit Groningen (RuG)
Samenvatting van de colleges bij het vak Algemene Bewegingspathologie van de studie Bewegingswetenschappen dat in blok 2b van het studiejaar is gegeven aan de Rijksuniversiteit Groningen
Pathologie in deze cursus:
• Pathogenese = ontstaanswijze van ziekte
o Ethiologie = leer van oorzakelijke factoren
• Symptomen: gevolgen → manifestatie ziekteverschijnselen
• Klinisch beeld ‘stereotype’ patiënt
• Diagnose, behandeling, link naar Bewegingswetenschappen, ervaring patiënten
Gezondheid (WHO)
• Gezondheid is een toestand volledig lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk welzijn en niet slechts de
afwezigheid van ziekte of andere lichamelijke gebreken (1948)
• Gezondheid is een toestand van een zo optimaal mogelijk fysiek, mentaal en sociaal welzijn, waarbij iedereen
de kans moet hebben om als mens capaciteiten te ontwikkelen en te gebruiken met een maximum aantal
vrijheidsgraden en keuzemogelijkheden (1986)
Bewegingswetenschapper
• Wat moet een bewegingswetenschapper met kennis over pathologie? → onderzoek doen bij
bewegingsinterventies van bepaalde interventiegroepen
Opbouw van een organisme:
Cel → weefsel → orgaan → organisme
De cel → cel = de kleinste functionele eenheid van organisme
• Processen in humane cel:
o Energievoorziening
o Selectieve permeabiliteit van membranen
o Essentiële enzymactiviteit
o Genetische informatie (transcriptie & translatie)
Oorzaken ziektes op verschillende niveaus → etiologie van pathologie
kan op drie niveaus
• Genetische functie
• Fysiologische/biochemische functie cel
• Bouw of rangschikking van cellen, weefsels en organen
➔ Vaak afwijkingen op meerdere niveaus
Wat zou een noxe kunnen zijn?
• Pathologisch: eiwit die niet goed is gevouwen of geproduceerd
• Niet-pathologisch: verstoring glucosegehalte na het eten, calcium
concentraties na een spiercontractie
Noxen → fout met schadelijke invloed
• Fysiologisch (niet-pathologisch) of pathologisch
• Endogeen: vanuit organisme zelf
o Erfelijke predispositie
o Reactie op (in)activiteit
o Senescentie (veroudering)
o Stressreactie
o Immunologische reacties
• Exogeen: van buitenaf
o Fysisch
o Chemisch
o Intoxicatie
o Voedingsdeficiëntie
o Infectieus agens
o Hypoxie
Celtype en aanpassingsvermogen:
➔ Er zijn verschillende soorten celtypen, elk celtype heeft eigen kenmerken, een eigen regeneratievermogen
en een eigen cel differentiatie.
o Celtype: fixed; permanent; blijvend
▪ Regeneratievermogen = – (slecht)
▪ Kenmerken: geen celdelingen
▪ Cel differentiatie: goed
▪ Voorbeelden: zenuwcel, (hart)spiercel, elastisch weefsel, osteocyten
o Celtype: stabiele cellen
▪ Regeneratievermogen = + (matig)
▪ Kenmerken: normaliter geen celdelingen, maar onder stress wel celdelingen
▪ Cel differentiatie: matig
▪ Voorbeelden: levercel, niertubulus cel
o Celtype: labiele cellen
▪ Regeneratievermogen = ++ (goed)
▪ Kenmerken: constante aanmaak, afstoting en vervanging d.m.v. celdelingen
▪ Cel differentiatie: matig
▪ Voorbeelden: hoorncellen van de huid, darmepitheel, klierepitheel
o Celtype: reserve cellen
▪ Regeneratievermogen = +++ (heel goed)
▪ Kenmerken: voorraad, waaruit weefselspecifieke cellen ontstaan d.m.v. celdelingen
▪ Cel differentiatie: slecht
▪ Voorbeelden: lymfoïd weefsel, bindweefsel
,Cellulaire reacties op noxe
• Cellen reageren op schadelijke stimuli met adaptieve processen:
o Grootte
▪ Atrofie → afname celgrootte
▪ Hypertrofie → toename celgrootte
o Aantal
▪ Hypoplasie / involutie / atrofie →
afname aantal cellen
▪ Hyperplasie → toename aantal cellen
o Differentiatie
▪ Metaplasie → overgang naar ander
celtype (normale cellen)
o Grootte, vorm & organisatie
▪ Dysplasie → voorstadium tumorcel
• Geen adaptatie – regressieve verandering en cel beschadiging
o Cel degeneratie
o celdood
Voorbeeld Atrofie
• atrofie: afname celgrootte en aantal; kleiner worden van
cel/weefsel/orgaan
• fysiologisch: veroudering van huid, hersenen, spieren
• pathologisch: ischemie, straling/cytostatica, spierziekte
regressieve verandering – degeneratie
• cel kan niet aanpassen aan noxe, maar sterft niet → minderwaardige cel qua structuur en functie =
degeneratie
o intracellulair → enzymdefect; bijv.
phenylketonurie (PKU)
o intracellulair, bindweefsel → sclerosering,
littekenweefsel; bijv. MS (hyaliene
degeneratie)
regressieve verandering – celdood
• necrose
o ongecontroleerde celdood
o extracellulaire prikkel
o scheuren celmembraan
o ontstekingsreactie
o lichaam ruimt necrotische cellen/weefsel op
• apoptose
o geprogrammeerde celdood
o niet alleen bij ziekte, ook normaal proces
o weefselhomeostase
Gangreen: necrose en rotting onder invloed van bacteriën → bijv. bij diabetes, bevriezing/verbranding
Regressieve verandering – irrevisibel
• ultieme regressie: cel → weefsel → orgaan → uitval van vitale functies/systemen → de dood
Er zijn verschillende besmettingswegen die elk een eigen barrière hebben:
• Cutaan
o barrière: huid, slijmvliezen
o voorbeeld: Ziekte van Lyme, schimmelinfecties
• Enteraal (gastro-intestinaal)
o barrière: spijsverteringsstelsel
o voorbeeld: Cholera, Salmonella
• Aerogeen:
o Barrière: luchtwegen
o Voorbeeld: Influenzavirus, TBC
• Urogenitaal
o Barrière: urinewegen en genitalia
o Voorbeeld: Bacteriële urineweginfecties (E. coli), Vaginale schimmelinfectie
• Hematogeen
o Barrière: bloedvaten (open wond/bloedtransfusie)
o Voorbeeld: HIV (AIDS)
Behandeling/Immuniteit
• Behandeling
o Spontane genezing
o Antibiotica / antivirale middelen / onstekingsremmers
• Immuniteit (actief/passief, natuurlijk/kunstmatig)
o Actief: zelf antilichamen produceren
▪ Ziekte
▪ Vaccinatie: verzwakt/doodt antigeen (DKTP, BMR, griep, HPV, COVID-19)
o Passief:
▪ Borstvoeding
▪ Toediening antilichamen als medicatie
Voorbeeld: Coronavirus
• Algemene naam van een grote familie van virussen
o SARS-CoV-2, maar ook SARS uit 2003 en MERS uit 2012
• Een virusdeeltje bestaat uit een stukje genetisch materiaal, omgeven door een eiwitmantel
• Corona (kroon of krans):
o Virus met envelop van uitstekende eiwitten
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elisebenus. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.52. You're not tied to anything after your purchase.