Samenvatting van het vak Toegepaste Ethiek van Interieurarchitectuur aan Universiteit Antwerpen. Samenvatting op basis van de slides en mijn eigen notities uit de lessen. Veel voorbeelden, zodat het makkelijker is om de leerstof te begrijpen.
TOEGEPASTE ETHIEK
Inleiding + informatie
Examen:
à mondeling examen met één vraag over behandelde thema’s (75%)
à schriftelijke opdracht: zelfreflectie over jezelf als ethisch bewust ontwerper, kort toegelicht op mondeling
examen (25%)
Wat is filosofie:
à verlangen naar wijsheid over dingen des levens en daar waar geen vaste antwoorden over zijn
à mijmeren over levensvragen waar geen sluitend antwoord voor bestaat
à niet-oppervlakkig denken
à ethiek = belangrijk deel van filosofie
à liefde voor de wijsheid (wijsbegeerte)
à veel omvattende discipline, moeilijk om te zeggen waarover het gaat
à gaat over diverse thema’s (eigenlijk alles wat je kan bedenken)
à drie grote thema’s: waarheid, het schone en het goede (volgens Plato)
à argumenteren over fundamentele vragen zonder zekere antwoorden
Thales:
à eerste westerse filosoof (met bewaarde teksten)
à bekend om twee dingen: “alles is water” (archei) & de anekdote van de put
à de anekdote van de put: Thales was aan het wandelen in Milete, terwijl hij naar de hemel aan het kijken was
(mijmeren), daardoor viel hij in een put, meisje was heel hard aan het lachen, want haha hij was aan het
mijmeren en daardoor valt hij in een put à idee over filosofen: voert ons weg van de werkelijkheid à denken
abstract en theoretisch, thema’s zijn wél relevant
Vormen van filosofie:
à filosofie kan vele vormen aannemen
à voorbeelden van twee uiterste voorbeelden van betekenis van filosofie: analytische filosofie (bv. Russell &
Whitehead) & existentialisme (Kierkegaard)
Wat is ethiek:
à moraalwetenschap
à tak van de filosofie die zich bezighoudt met de kritische bezinning over het juiste handelen
à probeert ethiek de criteria vast te stellen om te kunnen beoordelen of een handeling als goed of fout kan
worden gekwalificeerd
“Er is geen goede manier om iets te doen dat fout is”:
à Vb. slachthuis: dient om ons van vlees te voorzien à dieren worden geslacht en lichaam wordt omgezet in
vleesproducten die wij consumeren à hoe kan het slachthuis op de best mogelijke manier laten werken? à
efficiëntie (voor winst), hygiënisch (geen bacteriën)… (geen morele vraag) à arbeidsomstandigheden voor
werknemers/zo pijnloos mogelijke slachting (wel moreel: hoe kan ik juist én goed handelen?)
à hoe dan ook, je doet nog steeds iets fout, dus er is geen juiste manier om het te doen (het doel =
problematisch, geen goede manier om te laten verlopen)
Onderscheid instrumentele en morele beslissingen:
à instrumenteel: in dienst van iets anders, de manier waarop bv. efficiënt maken van slachthuis à
beslissingen over de manier waarop je iets doet (‘the right way’),
beslissingen die in functie staan van een bepaald doel en het zo gemakkelijk mogelijk bereiken daarvan
à moreel: over de vraag of wat je doet moreel geoorloofd is (over goed en fout), hangen samen met
fundamentele waarden
à vergelijking met slachthuis, maar op alle ontwerpopdrachten toepasbaar
Begrippen:
à moraal: de waarden die we huldigen en waar we naar handelen, hangt samen met wat we belangrijk vinden
(goed/kwaad)
à normen: regels die het handelen binnen een groep mensen regelen (niet altijd moreel: bv. verkeersregels,
beleefdheidsregels…), bepalen omgang tussen mensen
à ethiek/moraalwetenschappen: het nadenken over normen en waarden à kan de studie van ethiek ons wel
leren om moreel te handelen?
1
, Wat is toegepaste ethiek:
à deel van ethiek, nog steeds filosofisch, maar behandelt ethische vragen toegepast op specifieke
deelgebieden van de werkelijkheid
à bv. bio-ethiek, medische ethiek, media-ethiek, bedrijfsethiek, milieu-ethiek, beroepsethiek (bv.
deontologische codes)…
Bedreigingen voor de ethiek:
à vragen die we ons moeten stellen nog voor we over ethiek beginnen nadenken
- de dood van God
- relativisme
- egoïsme
- determinisme
De dood van God:
à poll: geloof je? à veel ‘twijfel’, ook een paar ‘ja’, ongeveer evenveel ‘nee’ als ‘twijfel’
à poll: is religie belangrijk voor jou? à veel ‘nee’
à Nietzsche: “God is dood! En wij hebben hem gedood!” à bedoelt: stelt vast dat in zijn tijd, de invloed van
religie verminderd is, minder mensen zich definiëren als gelovig
à Dostojevski: “Als God dood is, dan is alles toegestaan” à eens of oneens? à meerderheid is oneens
à impact van religie op moraal kan onmogelijk worden onderschat (verleden en heden) à zowel positief als
negatief:
- middel om morele regels aan te leren en te funderen (+)
- als motivatie voor veel immorele daden (-)
à Socrates: “Bedenk eens het volgende. Houden de goden van het goede omdat het goed is, of is het goed
omdat ze ervan houden?” à pleit voor eerste optie, fundament van de moraal is volgens hem niet religieus
à bedreiging van God is de minst grote bedreiging
à God is niet bepalend voor onze morele beslissingen
Relativisme:
à ook één van de bedreigingen voor de ethiek
à de stelling dat er geen universele en absoluut geldige kennis is
à poll: is er zoiets als ‘goed’ en ‘fout’? à meerderheid zegt ja, minder neen en twijfel
à wat ‘goed’ of ‘fout’ is, is anders voor iedereen à kernovertuiging van moreel relativisme
à poll: bestaan er universele, algemeen geldige morele regels? à ook meerderheid zegt ja
Relatieve uitspraken:
à “aardbeien zijn lekker” à niet iedereen vindt ze lekker, er zijn ook allergische mensen
à “wij bewegen niet” à niet ja, maar ook niet nee, geen zekerheid over
à “de aarde is rond” à feit, dus niet relatief
Wat maakt iets relatief?
à bv. uitspraak 1 en 2 zijn afhankelijk van iets anders (relatief aan) à persoonlijke smaak (1) en een
referentiepunt (2)
Verschillende vormen van relativisme:
à Epistemisch: gedachte dat er geen, of toch heel weinig, absoluut zekere uitspraken te maken zijn over
dingen die we kunnen weten (geen zekere kennis) à heel veel zaken kunnen de kennis over de werkelijkheid
beïnvloeden, verschillende perspectieven op de wereld leiden tot verschillende ervaringen en kennis
à esthetisch (schoonheid): idee dat er geen absolute normen of waarden zijn om te bepalen of iets mooi of
lelijk is (“smaken verschillen”)
à moreel: gedachte dat er geen universele en absoluut geldige morele waarden en oordelen zijn
Voorbeeld:
à “het is verkeerd om een zwangerschap te onderbreken na een termijn van 14 weken”
à discussie in het parlement over verleggen van abortustermijn
à moeilijk om te zeggen welke van de partijen het nu aan het rechte eind heeft
à afhankelijk van hoe jouw waarden zijn, zelfs als jouw overtuiging heel sterk is dat één van de posities juist
is, zal het heel moeilijk zijn om een feit te kunnen geven “want dat is nu zo”
à moeilijk om te bewijzen of het verkeerd is om een zwangerschap te onderbreken (ondanks dat er wel
mensen van overtuigd zijn)
à moreel oordeel (niet hetzelfde als een feit)
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller violetjeheirstrate. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.61. You're not tied to anything after your purchase.