Summary Human Development (AB_1140) partial exam 1+2+3
TesT Bank for Larsen’s Human Embryology, 5th Edition, Gary Schoenwolf
Lecture 7 -- Human Development -- Formation of the placenta
All for this textbook (6)
Written for
Universiteit Utrecht (UU)
Biomedische Wetenschappen
Organisme
All documents for this subject (86)
1
review
By: marthawouda • 5 year ago
Seller
Follow
amberrrrr
Reviews received
Content preview
Organisme
Thema 5
HC 14
Voeding van proefdieren
De eerste zoogdieren 200 miljoen geleden. 65 miljoen jaar geleden stierven de dino’s uit en werden
de zoogdieren pas dominant.
Voor onderzoek worden vooral veel ratten en muizen gebruikt, maar ook bijvoorbeeld vissen, vogels
en knaagdieren. Hij deed onderzoek naar magnesium absorptie in herkauwers. Het model klopte
volgens dit onderzoek.
Knager hebben normaal 2 snijtanden is de bovenkaak. Een konijn heeft nog een paar kleine extra
tandjes. Ook verschil in glazuur. Daarom zijn konijnen geen knagers.
Tarwe bevat zetmeel (niet structurele koolhydraten) in korrels en structurele koolhydraten (zoals
cellulose) in blaadjes.
Zetmeel en cellulose zijn beide zuivere polymeren van glucose. Het verschil ligt bij de oriëntatie van
de bindingen die bij cellulose deels gedraaid zijn (bèta glycoside bindingen). Bij zetmeel 1 kant op
(alfa).
Alfa wordt afgebroken door enzymen van het dier zelf.
Bèta wordt afgebroken dor bacteriën. MO: bacteria, archea, protozoa en fungi zorgen dat
enzymen worden uitgescheiden om de beta afbreken.
Polymeren worden afgebroken tot glucose. Vervolgens pyrovaat en dan acetaat, propionzuur en
boterzuur (vluchtige vetzuren). Er kan van glucose geen ATP worden gemaakt, omdat er geen
zuurstof is (partiele oxidatie). Vluchtige vetzuren kunnen geoxideerd worden voor energie of
vetzuren.
Herkauwer hebben vezel/structurele koolhydraten nodig om de pens (voormaag) goed samen te
laten trekken.
Tijdens de fermentatie worden B-vitamines gemaakt (foregut en hindgut). Vitaminde B12 (met
cobalt) is een uitzondering. Cobalt in voeding leidt tot maken van B12. Hindgut scheiden feces af die
B-vitamines bevatten, daarom eten deze hun eigen poep op.
Vitamine C meestal zelf maken cavia (en primaten) kan geen glucose omzetten naar
ascorbinezuur en er moet dus altijd vit C in eten zitten.
Voer
Water kan variëren, dus stoffen in voer vergelijken op gedroogde basis.
, Plantaardig veel koolhydraten
Dierlijk met uitzondering van melk weinig koolhydraten en veel eiwitten en vetten
Verschillende dieren:
Hond kan zetmeel afbreken.
Carnivoren: geen fermentatie B-vitamines via voeding.
Omnivoren: beide
Standaard laboratorium voer verschilt erg tussen verschillende. Iso-caloric voeren krijgen
evenveel calorieën. Verschillen in voeding leiden tot andere resultaten.
HC 15
Dieet en anatomie
Vertering van cellulose door herbivoren door symbiotische microben, die deze koolhydraten kunnen
fermenteren tot energierijke bijproducten, zoals vetzuren, die herbivoren gebruiken als primaire
energiebron.
Vleeseters en planteneters:
Vleeseters vlees is makkelijk verteerbaar en heeft hoge nutritionele kwaliteit
Planteneters planten hebben veel celstof, dat moet worden verteerd door fermentatie.
Voor fermentatie is het digestiestelsel aangepast. Planten zijn laag en variabel in nutritionele
kwaliteit.
Grassen en bladeren:
Grassen
o Dikkere celwand van langzaam verteerbare plantenvezels.
o Secundaire stoffen die invloed hebben op vertering
Bladeren
o Dunnere celwand en meer cellen met verteerbare stoffen (bv. suikers, eiwitten en
lipiden)
o Onverteerbare vezels zoals houtstof (lignine)
, ee groepen zijn herbivoren:
Browser zoekt plantaardig voedsel hoog in
energiewaarde. Bv. konijn
o Vers voedsel met veel energie
o Hoog basaal metabolisme veel energie
nodig, omdat inhoud in verhouding kleiner is
dan oppervlakte.
Grazer ongeveer alles (vaak gras). Bv. paard
o Meer voedselopname mogelijk om energie te
krijgen, omdat de inhoud in verhouding groter
is dan het oppervlak.
Strategieën voor fermentatie van cellulose:
Foregut alle herkauwers hebben een zak (rumen/reticulum) voor de ware maag
(abomasum) waarin de meeste fermentatie van cellulose plaatsvindt.
Hindgut andere herbivoren zijn afhankelijk van vergrote cecum en delen van dikke darm
waar aanvullende microbiële fermentatie plaatsvindt.
Het dieet van browsers en grazers verschilt in samenstelling en dat is terug te zien in de anatomie
van het digestiestelsel. Grazers hebben dan ook een relatief grote voormaag, omdat het grootste
deel van grascellen uit cellulose bestaat, er is door de grotere voormaag dus meer tijd voor
fermentatie van cellulose en zo kunnen grazers meer energie winnen per voedseleenheid.
Gecorrigeerd voor het lichaamsgewicht blijken browsers tot wel 100% meer leverweefsel te hebben,
waarschijnlijk omdat allelochemicals aanwezig in bladeren gedetoxificeerd worden in de lever.
Verschil in snuit tanden:
Grazer
o Tanden: hypsodont hoge kronen en korte wortels. Onder snijtanden.
o Brede snuit met grote wijdte wat zorgt voor het maximaliseren van de hapgrootte.
Browser
o Tanden: brachydont kortere kronen en langere wortels. De onder snijtanden
staan meer rechtop (cupped) en de centrale snijtanden zijn breder dan de laterale.
De smallere wijdte van de snijtanden zorgen voor het gemakkelijker selecteren van
specifieke plantendelen met minder celwand.
o Smallere snuit en relatief grote mondopening dat het zijwaarts strippen van bladeren
toestaat
o Soms ook een langere tong en prehensile lippen
Ontwikkeling en bouw stomodeum en pharynx
Ontstaan mondholte
Ontstaat door craniocaudale kromming. Er ontstaat een ectodermale plooi (= stomodeum). Die gaat
de mondholte (ectoderm) vormen. Deze grenst aan de voordarm. Uit het eerste stuk van de oerdarm
vormt de keelholte (endodermaal). Tussen keelholte en mondholte zit het oropharyngeale
membraan. Deze gaat later verdwijnen. Grens wordt aangegeven door arcus palatoglossus.
Zo’n zelfde membraan caudaal en daar het proctodeum. Er is ook een plooi als scheiding tussen
endoderm en ectoderm aanwezig.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller amberrrrr. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.17. You're not tied to anything after your purchase.