Een samenvatting van Hoofdstuk 4 uit het boek Portaal. Een veel gehaat boek onder alle pabo studenten als het gaat om leren voor toetsen ;). Deze samenvatting kun je gebruiken bij taaltoetsen voor op de pabo. Succes met leren
Woordenschat is het geheel van woorden en woordbetekenissen waarover iemand mondeling en
schriftelijk kan beschikken. We spreken daarbij van:
Een passieve of receptieve woordenschat bij de woorden die we begrijpen.
Een actieve of productieve woordenschat bij woorden die we zelf gebruiken.
De vormen waarin woordsoorten kunnen voorkomen:
Enkelvoudige woorden, oftewel vrije morfemen.
Samenstellingen, oftewel woorden die bestaan uit delen die ook zelf als woorden kunnen
voorkomen.
Afleidingen, die bestaan uit een woord met een affix oftewel toevoeging.
Uitgangen volgens een vervoegingssysteem bij werkwoorden.
Uitgangen volgens een verbuigingssysteem, zoals bij bijvoeglijke naamwoorden en
voornaamwoorden.
In de meest simpele vorm is een woord een label (etiket) voor een betekenis, maar vaak is er geen
sprake van zo'n eenvoudige een-op-eenrelatie tussen vorm en betekenis. Zo kun je ook onderscheid
maken tussen de letterlijke en figuurlijke betekenis van woorden.
Een concept is een geheel van betekenissen, associaties, ideeën en beelden dat aan een woord of
begrip verbonden is.
Woorden kunnen op verschillende manieren ingedeeld worden naar betekenis:
Concreet versus abstract - Bij concrete woorden is de inhoud te koppelen aan een (visueel)
beeld. Abstracte woorden moeten omschreven worden.
Letterlijk versus figuurlijk - Woorden hebben een letterlijke betekenis, maar daarnaast soms
ook een figuurlijke betekenis. De figuurlijke betekenis is meestal wel te herleiden tot de
letterlijke betekenis, maar valt daar uiteraard nooit helemaal mee samen.
Inhoudswoorden versus functiewoorden - De inhoudswoorden, waarvan de betekenis op te
zoeken is in het woordenboek, zijn als het ware de bouwstenen van een zin. De
functiewoorden zijn het cement waarmee de relatie tussen die inhoudswoorden wordt
aangegeven. De functiewoorden hebben dus alleen een grammaticale betekenis.
Dagelijkse woorden versus schooltaalwoorden en vaktaalwoorden - In de omgangstaal
worden vooral de dagelijkse woorden gebruikt. Onder schooltaal verstaan we de woorden
die voornamelijk op school gebruikt worden om te leren. Onder vaktaalwoorden verstaan we
de kenniswoorden van vakken die op school worden geleerd.
Sommige woorden hebben meer betekenissen. Soms betekenen verschillende woorden (ongeveer)
hetzelfde, maar drukken ze toch verschillende nuances uit, ze hebben toch verschillende connotaties
(impliciete extra betekenissen).
Bij afleidingen, verbuigingen en/of vervoegingen is er doorgaans wel een eenduidige relatie tussen
vorm en betekenis, want meestal voegen die alleen een aspect toe aan de betekenis van het woord.
Deze aspecten kunnen betrekking hebben op:
De tijd waarin het zich afspeelt.
De manier waarop de handeling plaatsvindt.
Aantallen; bij zelfstandige naamwoorden kun je met behulp van een verbuiging aangeven of
je er één van hebt of meer dan één.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller NatasDeegje. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.42. You're not tied to anything after your purchase.