Hoorcollege 1 - 03-04-2023 - Beleid en Besluitvorming
Wat is beleid?
- Het streven naar het bereiken van bepaalde doeleinden met bepaalde middelen en
bepaalde tijdkeuzes.
- Volgens Andries Hoogerwerf
- Is beleid een plan of is beleid handelen?
- Beiden, je moet het plan uitvoeren, dus handel je. Je komt in actie om het doel te
bereiken, door middel van het plan.
- Beleid is dus: een plan, met de acties die daarbij horen.
Beleid heb je op verschillende niveaus.
- Strategisch niveau -> coalitieakkoord
- Tactisch niveau -> gericht op hoe verdeel je je middelen, mensen, tijd, etc.
- Operationeel beleid -> beleidsregels die concrete ingrepen die je moet doen om beleid te
bereiken inhouden. Is het laagste niveau.
“Waarom pakken beleid- en besluitvorming vaak zo anders uit dan gewenst of gedacht?”
➔ Normatieve en empirische theorie.
◆ Emprische theorie is een beschrijvende theorie die verklaard.
◆ Normatieve theorie verklaard, maar beschrijft ook wat je moet doen.
Rationeel model als ijkpunt:
- Beleid maken is een kwestie van:
1. Goed je verstand gebruiken.
- Doelrationaliteit: Je kent je preferenties, en je weet hoe je je doel moet
bereiken.
- Maar: wel ‘begrensd verstand’! Beperktheid van de ratio, het menselijk
brein -> we hebben geen goed overzicht over de variëteit aan doelen die
je mogelijk kan nastreven. -> Herbert Simon.
- Het is onmogelijk om te overzien wat je allemaal wilt bereiken.
- Dit geldt voor de doelen, maar ook voor de middelen.
- Alle mogelijke strategieën, middelen, interventies, kan het brein
niet bedenken.
- Mensen: doelrationeel handelende wezens, maar het is beperkt.
Bounded rationality: -> Herbert Simon: Grenzen aan de rationaliteit
● Intentioneel rationeel, maar beperkt;
● Niet: Non rationeel of irrationeel
● Tweeledige begrensdheid:
○ Fysieke (cognitieve) limieten.
■ Informatieverwerking -> kennis -> vooruitzicht.
○ Taallimieten:
■ Vocabulaire, taalgevoel -> articuleren kennis en gevoel.
● Schaakspel: te veel keuzes waardoor je het niet kan overzien.
○ Voor de huidige generatie mensen en computers, zijn dit teveel mogelijkheden
waar rekening mee gehouden moet worden.
, 2. Prioriteren: maak een stappenplan.
- Visualisatie -> het beleidsproces:
-
- Er zit een rationeel proces achter en het bestaat uit strategieën.
- Mogelijke 6e fase = terugkoppeling.
- Beleidsvoorbereiding -> hier horen causale modellen. -> Zwaartepunt
doelrationeel denken.
- Oorzaken en gevolgen rationeel probleem.
- Causaal model om iets te verklaren.
-
- Om te bedenken -> welke oplossingen zijn er nodig?
- Beleidsinterventies voor een probleem.
Beleidscyclus in de praktijk
● Strategische en operationele cyclus lopen in elkaar over.
● Ambtenaren maken hier gebruik van in het ontwikkelen van beleid.
Vaak loopt het anders dan gewenst of gedacht -> rode draad.
Het beleidsproces met “rode draad”
Rode draad = de praktijk
-> Waarom loopt het zo vaak niet volgens de
groene draad?
,Rode draad -> mechanismen: kunnen verklaren waarom het niet goed gaat in de praktijk.
- Groen = Hoe moet het?
- Rood = Waarom lukt het niet, hoe moet het anders?
Maar: men heeft een
gebrek aan kennis, gebrek
aan cognitief vermogen.
-> Zie je in fase 2.
Beleidsbepaling:
Unitaire besluitvormer, is
dat wel aanwezig?
-> Nee, (NL) er is niet een
iemand die bepaald.
Fase 4: Loyale uitvoerder
van het beleid die precies
doet wat de
beleidsbepaler van je
vraagt. Mensen kunnen
expres iets niet doen.
Vermogen tot kritisch zijn:
- Hoe kan ik meten of de doelen die ik heb vastgesteld, of die zijn behaald?
Verlichting -> rationaliteit was zeer belangrijk.
Groene draad ontrafeld -> Obstakels
Obstakels:
- Voordeel -> je kan er iets aan doen.
- Tekort aan…
1. Geldgebrek -> Is er voldoende geld om je beleid tot stand te laten brengen?
● Is er voldoende geld? Maar dit kan weggenomen worden.
2. Tijdsdruk -> tijd of mensen die nodig zijn om een doel te behalen.
3. Weerstand -> tegen beleid en beleidsplannen. Vanuit de samenleving. Mate van
weerstand neemt toe, vanuit de samenleving.
● Samenleving: ‘middenveld’, sociale bewegingen, spontane protesten.
● Politieke stelsel: politieke partijen, rivaliserende ambtenarijen.
● Partijen: facties, ‘bloedgroepen’, concurrenten.
● Regering: coalitiepartners.
- Weerstand -> compromissen -> ‘vage’ doelen -> halfslachtigheid.
- Vormen van weerstand zou je weg kunnen nemen.
, Obstakels:
- Kun je wegnemen.
- Probleem voor het succesvol volgen van de groene draad dan opgelost?
- NEE! -> Er bestaan mechanismen die dit analytische pad hinderen.
Mechanisme:
- Causale keten;
- Getriggerd door individuen;
- Komt vaak voor;
- Gemakkelijk herkenbaar;
- Vergelijkbaar met spreekwoorden.
➔ Verklaren: als A, dan B. En: wat gebeurt er dan met B.
◆ Je verklaart wat er in de werkelijkheid gebeurt.
➔ Sociale wetenschappen -> mechanismen: uitspraken over een causale relatie, maar:
kunnen niet voorspellen wat er gebeurt.
➔ Mechanismen zeggen niks over de mate waarin iets voorkomt.
Groupthink = mechanisme
- Verklaart gedrag in een bepaalde groep.
- Een manier van denken van mensen in een hechte groep waarbij hun streven naar
unanimiteit sterker is dan hun wil om alternatieven serieus te overwegen.
- Oorzaak van beleidsfiasco's.
Symptomen groupthink:
● Gedeelde illusie van onkwetsbaarheid,
● Wegrationaliseren van alarmsignalen,
● Klakkeloos geloof in eigen moraliteit,
● Negatieve stereotypering van tegenstanders,
● Direct terugfluiten van leden met afwijkende ideeën,
● Zelfcensuur,
● Gedeelde illusie van unanimiteit,
● Opduiken van zelfbenoemde “mindguards”
● Loyaliteit, unanimiteit van de groep is het meest van belang.
● Beleidsvoorbereiding
Per fase van beleid, zijn er verschillende mechanismen.
- Padafhankelijk -> als je eenmaal een besluit hebt genomen, een bepaald pad in bent
geslagen, is het moeilijk om van dat pad af te wijken.
- Capture -> pressiegroepen.
- Coping -> strategieën die beleidsuitvoerders hebben om niet te doen wat er van je wordt
verwacht.
Tentamen:
● Vijf of zes essayvragen;
● Stukje tekst: de vraag is steeds ‘herken het mechanisme’ en pas het toe.
● Canvas -> oefententamen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller willemijnderuiter. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $12.68. You're not tied to anything after your purchase.