Begrippen Micro-economie
1 Consumentengedrag
Budgetrechte (BR) Wat is budgettair mogelijk? Wat kan hij kopen? P110 figuur 4.1 – 4.5
Zijn de preferenties van de consumenten, “Wat wenst de consument te
kopen?” of welke combinaties p 110 figuur 4.6 – 4.8
Indifferentiecurves (IC)
Curve geeft aan welke combinaties eenzelfde nutsniveau opleveren
voor een consument.
Hoeveel heb ik nodig om de verandering te kunnen compenseren en op
dezelfde nutsniveau te blijven?.
Marginale substitutievoet (MSV) Geeft aan hoeveel extra eenheden nodig zijn van goed Y om het verlies
van 1 eenheid van goed X te compenseren om op dezelfde nutsniveau
te blijven.
Naarmate een consument over meer eenheden van een goed beschikt,
daalt het marginaal nut van het goed.
(1e stuk chocolade levert hoger nut op dan de 5e) men wilt goed
Eerste wet van Gossen makkelijk afstaan
Omgekeerd: naarmate men over minder eenheden beschikt, stijgt het
marginaal nut (MU). Men wil goed minder makkelijk afstaan. P115 voor
examenvraag.
Nut gaan maximaliseren binnen het budget.
Optimum → hoogst mogelijke indifferentiecurve die nog net raakt aan
budgetrechte p 111 figuur 4.11
Wet van nutsmaximalisatie:
de stelling dat de consument zijn inkomen optimaal besteedt en dus
Tweede wet van Gossen goederen aankoopt waarbij de verhouding van het marginale nut tot de
prijs het grootst is. Gaat punt zoeken waar € 1 aan goed X = aan € 1 aan
goed Y. en zo ontstaat er een ‘egalisatie’ p111 figuur 4.11
Nominaal inkomen Budget dat beschikbaar is
Reel inkomen Geeft koopkracht weer, ,wat kan je er mee kopen
Door prijsdaling van 1 van de >2 goederen, stijgt de koopkracht van je
Inkomenseffect inkomen (= reel inkomen) en bijgevolg kan je meer kopen van beide
goederen. P112 figuur 4.15
Door prijsdaling van 1 van de 2 goederen, ga je meer kopen van het
Substitutie-effect relatief goedkoper geworden goed en minder van het relatief duurder
geworden goed. P112 figuur 4.15
Normaal gezien als P ↑ dan zal Q ↓ MAAR zeer uitzonderlijk kan de Q↑
Giffen-goed doordat het inkomenseffect het substitutie-effect gaan overtreffen.
P112 figuur 4.17
, De beste gemiste kans: het waardeert de niet gerealiseerde opbrengst
Opportuniteitskost van het best mogelijke alternatief ten opzichte van de uiteindelijk
genomen beslissing
Boekhoudkundige winst Kijken naar de boekhoudkundige kosten
Economische winst Kijken naar alle kosten (expliciet + impliciete kosten)
Het consistent handelen obv rede. Hierbij vindt ideevorming en
Rationaliteit handelen plaats op basis van feiten met kennis van oorzaak en gevolg
en zijn de te verwachten baten groter dan de verwachte kosten.
Houdt rekening met de beperkte beschikbaarheid van informatie,
Beperkte rationaliteit cognitieve beperkingen en de beperkte tijd om tot een besluit te
komen.
De mogelijkheid van de mens om simultaan een groot aantal gegevens
Cognitieve beperkingen
in zijn brein te verwerken is beperkt.
Toch moet men snel beslissingen nemen, en de tijd tijdens evaluatie voor beslissing is een opportuniteitskost,
want men produceert niets en men stelt de nettobaten uit. Dus gaat men zich laten leiden door ervaringen
anderen, voorspellingen, beïnvloeden door verkooptrucjes dmv :
Motivatietechniek waarbij mensen subtiel worden gestimuleerd om
zich op een gewenste wijze te gedragen
→ aanzetten te overtuigen VB
− Bij verzekeringen staat het aangevinkt en dus moet jij uitvinken
− Keuze expliciet doorgeven anders veronderstelt orgaandonor te
Nudging zijn
− Abonnementen automatisch verlengd via domiciliëring
− # calorieën vermelden op verpakking
− Waarschuwingen op verpakking sigaretten
− Procedures simpeler maken
− …
Bij een stijgende prijs neemt de vraag toe en. Dit omdat het dan
exclusiever is en bepaalde (rijke) mensen gaan er dan meer van kopen
Veblen-goed / snobgoederen om ermee te stoefen.
→ gaat om preferenties Bij een dalende prijs daalt ook de vraag, want het verliest zijn
exclusiviteit en gaan rijken er minder van kopen.
Vb: Delveaux-handtassen, gouden wc, jaguar, …
Bandwagon effect De voorkeur voor een goed wordt sterker als meer mensen het
→ gaat om smaken beginnen te kopen → ze springen mee op de kar
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller margaux_christiaen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.24. You're not tied to anything after your purchase.